Maak geen excuses, lees!


Uit diverse onderzoeken blijkt dat jongeren tussen 12 en 18 jaar gemiddeld 11 minuten per dag lezen en 4,5 uur per dag besteden aan communiceren via sociale media en het bekijken van films op Netflix en YouTube. Een krant kopte onlangs 'Jongere leest steeds minder boeken'. Het lezen van boeken komt steeds meer in de verdrukking. Jongeren én ouderen vinden lezen steeds vaker saai en oninteressant. Gamen, Netflixen, Facebooken of gewoon het internet wat afstruinen is veel leuker en makkelijker.

Wat gebeurt er als we allemaal minder gaan lezen? Wat gebeurt er, als we de kunst van het lezen verliezen en dit ook niet aan onze kinderen kunnen doorgeven? Positief gesteld: wat winnen we, als we onze discipline om te lezen ontwikkelen en onze leesvaardigheden verhogen?

De Amerikaan Tony Reinke schreef er in 2011 een interessant boek over: 'Lit! A Christian Guide to Reading Books' waar we in dit artikel dingen uit willen doorgeven.

Visuele cultuur

Stel het uzelf eens voor, een krant zonder kleuren en zonder foto's. Regel na regel, kolom na kolom, pagina na pagina vol zwarte letters. Tegenwoordig zal een zichzelf respecterend dagblad het niet meer wagen iets te publiceren zonder een foto. Het is de wereld waarin wij leven. Een wereld die wordt gedomineerd door beelden: tijdschriften, kranten, billboards, videogames, 3D-films en HD-televisies. Beelden hebben aantrekkingskracht. Beelden zijn ook veel makkelijker tot je te nemen, de beelden glijden naar binnen, terwijl je jezelf bij lezen meer moet inspannen en concentreren.

Altijd al aantrekkelijk geweest

Deze beeldcultuur heeft een enorme invloed op ons denken, op ons brein, op ons bestaan. Hoewel de beeldcultuur waarin wij vandaag de dag leven zijns gelijke niet kent, is de aantrekkingskracht van beelden op mensen niet nieuw. Voordat men ook maar van high definition televisie had gehoord, was de uitwerking van beelden op de mensen gelijk aan die van vandaag. Het Oude Testament laat ons dat al zien. De Israëlieten leefden in een wereld waarin het normaal was dat andere volken hun goden op de muur schilderden, afbeeldden of in metaal graveerden. Deze gewoonte was zo tekenend, dat de Bijbel in sommige situaties de volken rondom aanduidt als zij die hout en steen aanbidden (vgl. bijv. Ezech. 20:32, Openb. 9:20).

De Heere wilde Zijn volk echter door die tijdgeest heenleiden aan de hand van de door Hemzelf gesproken woorden. Maar de aantrekkingskracht van de vreemde afgoden, de stinkgoden zoals het in de HSV staat, was groot. Denk alleen maar aan de zonde met het gouden kalf. Hoe ironisch is het, dat het goud uit de oren werd gehaald, om een oogstrelend beeld te maken. Ook uit de geschiedenis van de koningen van Israël blijkt telkens weer dat koningen die reformerend optraden, ook tegen de afgodsbeelden moesten optreden. Hieruit blijkt de hang van mensen om hun goden of ook de Heere God naar eigen inzicht te vormen en Hem op eigen manier te dienen.

 

Calvijn zegt dat het verstand van de mens de werkplaats is waar beelden van God op onze maat vervaardigd worden. Ons verstand is een werk-plaats. Een plaats waar steeds gewerkt wordt en waar de binnenkomende prikkels worden verwerkt. Ook de beelden die we de hele dag door zien. De steeds doorgaande stroom aan beelden houdt ons steeds bezig.

Als beelden effectief zijn, waarom dan toch verboden?

Dat brengt wel de vraag naar voren of het niet veel makkelijker geweest was als het verbod om God af te beelden er niet zou zijn? Als de beelden zo'n aantrekkingskracht hadden (en hebben), had de Heere die dan niet beter in kunnen zetten om de mensen te overtuigen van Zijn bestaan? Laten we goed beseffen dat achter het maken van beelden opvattingen schuilgaan. In het beeld krijgt het denk-beeld gestalte. De Heere was en is echter niet in beelden te vangen. Als het schepsel meent zijn Schepper te kunnen 'opsluiten' in een beeld of voorwerp, dan laat het daarmee zien dat het God niet nauwkeurig kent. Alsof schepselen, het werk van Zijn handen, de Schepper kunnen vangen in een beeld, dat zij vervolgens zelf moeten dragen. Een beeld met ogen, maar zonder te zien; een beeld met een neus, maar zonder te kunnen ruiken; een beeld met oren, maar zonder te kunnen horen. Een volk dat God niet nauwkeurig kent, kan Hem ook niet dienen op de wijze zoals Hij gediend wil worden. Het geloof is uit het horen van het Woord van God. Het is de bedoeling dat de godsdienst zich centreert om het Woord van God.

Diepgaand lezen

Het is daarmee een zorgelijke ontwikkeling als de beeldcultuur ook ons in de greep krijgt en we ons daaruit niet weten te ontworstelen. De tijd waarin wij leven stimuleert niet tot lezen. Maar toch leidt de Heere ons ook nu door Zijn Woord, het Boek. Christenen zijn kinderen van het Boek. Steeds weer horen we in de kerk en houden we elkaar ook voor om naar Gods Woord te luisteren. Maar door de invloed van de beeldcultuur op onze leesvaardigheden, is het gevaar niet denkbeeldig dat we diepgaande kennis van Gods Woord kwijt raken. De invloed van de beeldcultuur is dat we onze leesvaardigheden steeds minder onderhouden en steeds minder trainen. Natuurlijk, de techniek van het lezen zullen we wel blijven beheersen, maar kunnen we ook nog geconcentreerd lezen? Blijven we bij het lezen aan de oppervlakte en vliegen we over de tekst heen? Of kunnen we ook nog de diepte in, om de nodige diepgang aan te brengen in ons lezen van Gods Woord? Een zwemmer blijft aan de oppervlakte en ziet alleen het water. Een duiker gaat dieper en ziet ook de dingen onder het water. Lezen met diepgang is als een duiker, je blijft niet aan de oppervlakte van een boek, maar je gaat dieper en je ziet meer.

 

Natuurlijk, mensen zijn verschillend. Dat willen we niet naar de achtergrond schuiven. De ene heeft meer interesse en handigheid om iets met de handen te doen dan de ander. De ene heeft nu eenmaal wat minder moeite met lezen dan de ander. De één zegt 'ik ben geen lezer' terwijl de ander boeken verslindt. Alle mensen zijn uniek en daarom onderling ook verschillend. Dit verschil tussen mensen ontslaat echter niemand van de opdracht om de Heere God naar waarheid te leren kennen. We moeten lezen in Gods Woord.

Trainen

Om de nodige diepgang in het lezen van Gods Woord te krijgen en te houden, moeten we onze leesvaardigheid trainen en onderhouden. Zoals een soldaat ook moet trainen om z'n wapens te gebruiken, zo moet een soldaat in het leger van Christus ook trainen met het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord. Hoe we dat kunnen doen? Een paar handvatten geven we door.

Begin met het lezen van goede boeken. Vraag bijvoor-beeld eens aan bekenden, je vrienden, medebroeders of -zusters naar een goed boek. Met elkaar over boeken praten is heel belangrijk. Enthousiasme over een boek trekt anderen over de streep om ook te lezen. Als een boek je interesseert, dan kan een boek je grijpen en zo de aandacht vasthouden. Het lezen van veel boeken is daarbij geen doel op zichzelf. Het doel is niet om het boek zo snel mogelijk uit te hebben, maar om plezier te beleven aan het boek. Om gevormd te worden door een boek.

Blijf je ook afvragen waarom je dit boek leest, zodat je ook tussentijds kunt nagaan of het boek je brengt wat je ervan verwachtte. Weet wanneer je een boek weg moet leggen. Wees niet bang om een boek dat je niet grijpt, weg te leggen en een andere te pakken. Omdat er honderdduizenden boeken zijn en je ze nooit allemaal kunt lezen, is het ook goed om prioriteiten te stellen. Wat zijn de onderwerpen waarover je wil lezen in volgorde van belangrijkheid? Zet het eens op een rijtje en zoek daar heel gericht goede boeken bij.

Bovenaan zou bijvoorbeeld kunnen staan 'Bijbellezen' en vervolgens bijvoorbeeld boeken over de Persoon en het werk van onze Heere Jezus Christus. Ook boeken over onderwerpen die je interesseren kunnen hier opgenomen worden.

Het doel van gericht lezen is het trainen van leesvaardig-heden in het algemeen. Hierdoor kunnen we ook onze leesvaardigheden in het lezen van de Bijbel oefenen.

Weerstand

Een sportman of soldaat moet bij de training door-zettingsvermogen tonen. Verwacht daarom niet dat de oefening makkelijk zal zijn. Lezen vraagt discipline en zelfbeheersing; heel concreet is dit een strijd tegen het eigen vlees. Door de beeld- en internetcultuur zijn we gewend om korte berichten te lezen. Hap-snap koppen snellen. Het is oppervlakkiger. En, waarom zouden we ons inspannen om te lezen of iets te onthouden? We kunnen het toch zo weer terugvinden op het internet...

 

Daarnaast heeft iedereen het druk. Er zijn altijd andere dingen te doen. Er zijn altijd wel weer dingen die we moeten doen. En door de drukte zijn we moe, hebben we geen fut meer om te lezen, hebben we geen ... en vul maar in. Maar, ondanks alle drukte, vinden we meestal wel tijd voor wat we willen doen. Is de achterliggende reden van het excuus 'geen tijd om te lezen' toch niet meestal 'geen verlangen hebben om te lezen'? We worden werkelijk bestookt en aangevallen door prikkels en beelden: door televisiekanalen, computerspellen, smartphones, Youtube, nieuwssites en media, overal en nergens toegang tot muziek (Spotify), sportkanalen, Facebook.

 

Lezen vraagt inspanning en doorzettingsvermogen. Maak geen excuses, maak tijd!

Stimuleren

We begonnen met de vraag: wat gebeurt er, als we allemaal minder gaan lezen? Wat winnen we als we onze leesvaardigheden trainen en onderhouden? We hebben gezien dat het een oefening is, waarbij ook doorzettingsvermogen en inspanning worden vereist. Voor onszelf. Maar, laten we ook onze kinderen stimuleren om te lezen. Dat kan in het klein beginnen (voorlezen en blijven voorlezen), dat kan ook door een voorbeeld te geven (lezen van een boek of tijdschrift). Dat gaat verder door zelf thuis boeken beschikbaar te hebben die uw kinderen ook kunnen lezen. Leesboeken, literatuur, boeken met een meer theologische insteek. Hebt u boeken thuis die uw kinderen interesseren? Hebt u er wel eens over nagedacht hoe u hiermee uw kinderen kunt stimuleren?

 

De vader van Pieter Jongeling, de vroege hoofdredacteur van het ND en schrijver van jeugdboeken onder de naam Piet Prins, vertelde in een interview eens over zijn vader. Vader Jongeling had een grote bibliotheek, want hij zei: als een onderwijzer niet voor duizend gulden per jaar aan boeken koopt, schiet hij te kort. We hebben het dan over begin jaren 1900 en een gulden was in die tijd heel veel geld! Door die bibliotheek is Pieter Jongeling van jongsaf aan gestimuleerd om te lezen en hij verslond werkelijk de boeken. Het heeft hem gestimuleerd en gevormd om later ook zelf de pen ter hand te nemen en boeken te schrijven, die de meeste van ons wel kennen.

De eeuw van het Woord

We zijn ervoor gemaakt om de Heere Jezus te zien. Maar, Hij is nu niet zichtbaar. Vandaag zien we Christus' heerlijkheid door Zijn Woord te geloven. Maar, er komt een dag waarop we Hem zullen zien. Ons geloof zal dan veranderen in aanschouwen. Nu echter leven we nog niet in de eeuw van het oog. We leven in de eeuw van het Woord, van de belofte en van boeken.