De deputaten die door de synode van Mariënberg zijn benoemd om te onderzoeken of de Herziene Statenvertaling een betrouwbare vertaling is hebben aan de synode van Zwolle uitvoerig verslag gedaan van hun werk.
In het eerste artikel over deze zaak hebben we uiteengezet waarom een nieuw vertaling nodig is. Nu nog meer informatie uit het rapport.
De werkwijze van de deputaten
Laat ik eerst even de deputaten aan u voorstellen. Het zijn de broeders T.L. Bruinius, Dr. P. van Gurp, Drs. A.J. Koekkoek – onder leiding van hun voorzitter Dr. W.J. Heeringa. Als secundus werd Dr. S. de Marie benoemd.
Zij hebben een begin kunnen maken met een omvangrijk werk. Immers, iedereen kan begrijpen dat het niet mogelijk is om een vertaling van de hele Bijbel, waaraan veel medewerkers heel veel tijd en inspanning aan besteed hebben, door enkele deputaten in een paar jaar in zijn geheel te doen beoordelen. Het moet blijven bij steekproeven.
Deputaten zijn begonnen het werk onder elkaar te verdelen en ieder een bepaald deel toe te wijzen. Elke deputaat stuurt dan het resultaat van zijn onderzoek aan zijn mededeputaten en van tijd tot tijd komen zij dan bijeen om over dat werk een gezamenlijk eindoordeel te vormen.
De werkwijze daarbij is deze, dat de deputaten de Herziene Statenvertaling vergelijken met de Statenvertaling en de NBG-vertaling, waarbij zij als uitgangspunt nemen dat de Statenvertaling de meest betrouwbare is. De Herziene Statenvertaling is daar een herziening van.
Tot nu toe hebben zij de volgende gedeelten van de Herziene Statenvertaling onderzocht:
Exodus 20:1-17; Psalm 1–5; Mat. 21:1-17; Rom. 9:30 – 10:4; 1 Kor. 13:1-13.
Het zou te veel plaatsruimte vragen om uit hun rapport het hele verslag van die beoordeling van deze stukken hier te plaatsen. We kiezen enkele heel bekende Schriftgedeelten uit.De wet van de tien geboden
De wet van de HEERE is ons zó bekend – van kindsbeen aan hebben wij die elke zondag horen voorlezen, vroeger in de Statenvertaling en later in de NBG-vertaling – dat we die langzamerhand wel uit het hoofd kennen, zodat u gemakkelijk in het volgende de verschillen met de Statenvertaling en de NBG-vertaling kunt zien.
Hier dan de versie van de Herziene Statenvertaling:1 Toen sprak God al deze woorden:
2 Ik ben de HEERE uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis,
geleid heb.
3 U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.
4 U zult geen gesneden beeld voor u maken, geen enkele afbeelding van wat
boven in de hemel, of beneden op de aarde, of in het water onder de aarde is.
5 U zult u voor hen niet neerbuigen, en hen niet dienen, want Ik, de
HEERE uw God, ben een ijverend God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt
aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten;
6 maar Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben
en Mijn geboden houden.
7 U zult de Naam van de HEERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de
HEERE zal niet onschuldig houden, die Zijn naam ijdellijk gebruikt.
8 Gedenk de sabbatdag door die te heiligen.
9 Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen,
10 maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen
enkel werk doen, u niet, uw zoon niet en uw dochter niet, uw slaaf niet,
uw slavin niet, uw vee niet, en ook niet uw vreemdeling, die binnen uw
poorten is.
11 Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee
en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de HEERE
de sabbatdag, en heiligde die.
12 Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land
dat de HEERE, uw God, u geeft.
13 U zult niet doodslaan.
14 U zult niet echtbreken.
15 U zult niet stelen.
16 U zult geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste.
17 U zult niet begeren het huis van uw naaste; u zult niet begeren de
vrouw van uw naaste, zijn slaaf niet, zijn slavin niet, zijn rund niet,
zijn ezel niet, en niets wat van uw naaste is.
Opmerkingen
* ‘Die’ in vs.2, ‘mijn’ in vs.3, ‘die’ in vs.6 en ‘zijn’ in vs.7 zijn in de SV, de KV en de NBG1951 weergegeven met een kleine letter, maar in de HSV met een hoofdletter.
* Het ‘gij zult’ is telkens vervangen door ‘u zult’. Het ‘zullen’ is hier niet bedoeld als toekomende tijd, maar vergelijkbaar met het Duitse ‘sollen’. Het is een sterke vorm van ‘moeten’. Het is daarom
wellicht verstandig dat ‘gij zult niet’ niet is vervangen door ‘u mag niet’, en ‘gij zult’ door ‘u moet’.
* ‘Diensthuis’ in vs.2 is in de HSV – evenals in de KV - vertaald als ‘slavenhuis’. Dit is een goede vertaling van het Hebreeuws waar letterlijk staat: ‘huis der dienstknechten’.
* In vs.4 is ‘gestalte’ gemoderniseerd (en verduidelijkt) in 'afbeelding’. De SV en de KV hebben ‘gelijkenis’.
* ‘Wateren’ in vs.4 is gewijzigd in ‘water’, net als in de KV.
* In vs.4 zijn de drie ‘noch’'s verdwenen. Ook op andere plaatsen zijn ze verdwenen (vs.5, vs.10, vs.17). Dat maakt de weergave enerzijds hedendaagser, maar zou kunnen leiden tot een verzwakking in zeggingskracht. De drie ‘noch’'s in vs.4 maken het immers heel duidelijk: er is echt helemaal niets dat afgebeeld mag worden. De HSV vangt dit op door ‘geen enkele afbeelding’.
* ‘Buigen’ (SV, KV, NBG1951) is in vs.5 ‘neerbuigen’ geworden. Is misschien iets duidelijker.
* De SV spreekt van een ‘ijverig God’, de KV van een ‘ijverzuchtig God’, de NBG1951 van een ‘naijverig God’ en de HSV van een ‘ijverend’ God. Zowel in de kanttekeningen van de SV als de uitleg in de KV wordt ‘naijverig’ in verband gebracht met ‘jaloers’. Het woord ‘jaloers’ is gelukkig niet in de HSV gebruikt. Terecht is er wel op gewezen dat ‘jaloers’ een negatieve eigenschap van de zondig mens is die we niet aan God mogen toekennen. De HSV vertaalt ‘ijverend’ en heeft daar een
voetnoot bij gegeven: ‘d.w.z. God laat zich gelden; Hij zal het niet ongestraft laten blijven.’ De keuze van de HSV lijkt ons zowel juist als duidelijk.
* ‘Ongerechtigheid’ (NBG1951) is in zowel de SV als de HSV vertaald als ‘misdaad’. In de KV is het vertaald als ‘schuld’, maar in de uitleg worden ook de woorden ‘misdaad’ en ‘verkeerdheid’ genoemd.
* ‘Bezoek’ (SV, KV, NBG1951) is vertaald als ‘vergeldt’ in de HSV. In de uitleg van de KV wordt verwezen naar Gen. 50:25 (‘omzien naar’), Ex. 3:16 (‘acht geslagen op’), Ex. 4:31 (‘acht geslagen op’), Ex. 13:19 (‘omzien naar’). Volgens de KV betekent het zoveel als: bezoeken, opzoeken, onderzoeken, er naar zien, zich met een zaak inlaten. In al deze teksten zien we dat de HERE niet alleen onderzoekt, maar vervolgens ook handelend optreedt. Dat laatste komt wat duidelijker uit de verf in het werkwoord ‘vergelden’ dat in de HSV wordt gebruikt.
* ‘Bezoek (zonder ‘t’) hoort bij ‘Ik’, ‘vergeldt’ (met ‘t’) hoort bij ‘Die’. Dat verschil loopt door in vs.6: ‘doe’ (SV, NBG1951) versus ‘doet’ (HSV).
* In vs.6 is ‘onderhouden’ (SV, NBG1951) vertaald als ‘bewaren’ in de KV, en als ‘houden’ in de HSV. Het ‘houden’ van geboden heeft meer de betekenis van: leven in overeenstemming met de geboden, geen dingen doen die daarmee in strijd zijn.’ ‘Onderhouden’ impliceert ook het aspect van ‘bewaren’, de geboden niet veranderen of buiten werking stellen, maar ze onverkort handhaven.
‘Onderhouden’ impliceert zowel het in praktijk brengen als het bewaren van de geboden en heeft dus een bredere betekenis dan ‘houden’.
* Bij ‘ijdel gebruiken’ in vs.7 geeft de HSV een voetnoot: ‘d.w.z. onnodig gebruiken, misbruiken.’ De KV vertaalt ‘misbruiken’. De HSV had dit woord ook kunnen overnemen, zodat de voetnoot weggelaten kon worden.
* De SV, de NBG1951 en de HSV vertalen het begin van vs.8 op dezelfde manier: ‘Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt’. De KV heeft: ‘Denk aan de sabbatdag, om hem te heiligen.’ Het ‘gedenken’ betekent hier dus: ‘denken aan’. In Deut. 5:12 (SV, NBG1951, HSV) vinden we een ander woord: ‘Onderhoud de sabbatdag...’ Dat ‘onderhouden’ heeft de betekenis van: ‘bewaren, in acht nemen, waarnemen, in stand houden’ (hetzelfde woord als in vs.6?).
* De KV heeft ‘...om die te heiligen’ en de HSV ‘...door die te heiligen’. De vertaling van de KV zou geïnterpreteerd kunnen worden als: ‘Denk aan de sabbatdag met het doel om die dag te heiligen.’
Bij de HSV denkt men eerder aan deze interpretatie: ‘Denk aan de sabbatdag, en dat moet u doen door die dag te heiligen.’ In de vertaling van de SV en NBG1951 wordt geen ‘om’ of ‘door’ maar ‘dat’ gebruikt. De interpretatie wordt dan: ‘Denk er om dat u de sabbatdag heiligt.’
* In vs.10 heeft de HSV ‘geen enkel werk doen’. De SV en de NBG1951 hebben het woord ‘enkel’ niet, maar de KV wel.
* De zes ‘noch’'s in vs.10 geven het effect dat de spanning in het vers oploopt. In de HSV zijn de ‘noch’'s verdwenen. Wel is aan het eind het woordje ‘ook’ toegevoegd wat de zeggingskracht weer wat vergroot.
* In de NBG1951 woont de vreemdeling in de ‘steden’, in de SV, de KV en de HSV woont de vreemdeling in de ‘poorten’. Is dit verschil misschien te verklaren uit het feit dat de NBG1951 een andere grondtekst gebruikt?
* In de NBG1951 eindigt vs.12 met: ‘u geven zal’. In de SV, de KV en de HSV eindigt dit vers met ‘(u) geeft’. De vertaling van de NBG1951 is het meest begrijpelijk: het zou nog veertig jaren duren voordat de HERE het beloofde land zou geven, dus klinkt het gebruik van de toekomende tijd hier wel logisch. Hoewel de HEERE ook vaak lang van te voren aan Israel zegt dat Hij het land gegeven , namelijk in de belofte
* De SV en de NBG1951 hebben ‘valse’, de HSV heeft ‘vals’, wat beter overeenstemt met wat nu gangbaar is. De KV is hier wat afwijkend: ‘Gij zult tegen uw naasten niet antwoorden als een valse getuige’. ‘Spreken’ is hier dus ‘antwoorden’, en ‘getuigenis’ is ‘getuige’.
* De vijf ‘noch’'s in vs.17 zijn in de HSV weer verdwenen wat toch een verzwakking betekent, al is het misschien niet echt fout.
Conclusie
De HSV is iets hedendaagser dan de NBG1951. Hier en daar zijn woorden gebruikt die qua betekenis bijna hetzelfde zijn als in de NBG1951, maar toch net iets anders. Wellicht is de oorzaak dat de woorden in de grondtekst een brede betekenis hebben en daardoor niet één-op-één vertaald kunnen worden naar het Nederlands. Daardoor is het gebruik van een ander woord niet altijd beter of slechter. De gemaakte keuzes lijken ons in alle gevallen verantwoord. De zeggingskracht is soms weer een beetje zwakker.1 Korinthiërs 13:1-13
1 Al zou ik de talen van de mensen en van de engelen spreken, maar ik had de liefde niet, dan zou ik klinkend koper of een schallende cimbaal zijn geworden.
2 Al zou ik de gave van de profetie hebben en alle geheimenissen weten en alle kennis bezitten, al zou ik al het geloof hebben om bergen te verzetten, maar ik had de liefde niet, dan was ik niets.
3 Al zou ik al mijn bezittingen uitdelen tot levensonderhoud van arme mensen, en al zou ik mijn lichaam overgeven om verbrand te worden, maar ik had de liefde niet, het baatte mij niets.
De liefde is geduldig, zij is vriendelijk, de liefde is niet jaloers, de liefde pronkt niet, zij doet niet gewichtig,
5 zij handelt niet ongepast, zij zoekt niet haar eigen belang, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwaad niet toe,
6 zij verblijdt zich niet over de ongerechtigheid, zij verheugt zich echter over de waarheid,
7 alle dingen bedekt zij, alle dingen gelooft zij, alle dingen hoopt zij, alle dingen verdraagt zij.
8 De liefde vergaat nooit. Wat dan profetieën betreft, zij zullen tenietgedaan worden, wat talen betreft, zij zullen ophouden, wat kennis betreft, zij zal teniet gedaan worden.
9 Want wij kennen ten dele en wij profeteren ten dele,
10 maar wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, zal wat ten dele is, tenietgedaan worden.
11 Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, overlegde ik als een kind, maar nu ik een man geworden ben, heb ik het kinderlijke tenietgedaan.
12 Nu immers kijken wij door middel van een spiegel in een raadsel, maar dan zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen, zoals ook ik gekend ben.
13 En nu blijft geloof, hoop, liefde, deze drie. De meeste van deze echter is de liefde.
Opmerkingen
* Het Grieks heeft hier steeds de tegenwoordige tijd: “Indien ik spreek ... maar heb ik de liefde niet...”
Traditioneel wordt, zoals hier, in de vertaling toegevend geformuleerd, en in de verleden tijd, inclusief de zogenaamde irrealis: Ook al sprak ik, of: zou ik spreken enz.
* Belangrijkste verschil is de vervanging van ‘al ware het, dat ...’ enz. door ‘al zou ik ...”. Daardoor spreken de zinnen directer aan.
* Het ‘geworden’ van de SV in vs.1c had hier, met alle andere vertalingen, beter weggelaten kunnen worden.
* ‘ik’ toegevoegd in vs.1b en 3b; ‘al zou ik’ in vs.2a.
* De HSV heeft het voordeel van een moderner en begrijpelijker taalgebruik, met name in de verzen 4 en 5; vs.5a blijft ook dichter bij de grondtekst;
* Jammer wel dat ‘verblijden/verheugen’ is gebruikt; het klinkt toch wat ouderwets; de afwisseling doet wel recht aan een nuance in de tekst;
* De kanttekenaren bieden in vs.6b als alternatief: ‘met de waarheid’; dat doet m.i. meer recht aan de Griekse tekst. Jammer dat het ‘maar’ aan het begin van vs.6b is vervangen door ‘echter’ verderop in de zin; is onnodig en maakt de zin ondoorzichtiger;
* Het Grieks panta, kan in vs.7 toch gewoon met ‘alles’ worden vertaald?
Conclusie
Voorkeur voor HSV, maar de verbeteringen zijn wel halverwege blijven steken. Voorstel voor vs.6: “Zij
verheugt zich niet over de ongerechtigheid, maar zij is blij met de waarheid.”Algemene conclusie
Letten we op de vertaalmethode, de vertalers en de gebruikte grondtekst, dan is eigenlijk alleen de SV betrouwbaar. Zelfs de NBG1951, die binnen de Gereformeerde Kerken in de eredienst gebruikt wordt, is minder goed wat betreft de vertalers en de keuze van de grondtekst.
De SV heeft dus de voorkeur, maar is in de loop van de tijd steeds minder leesbaar geworden. Daarom is het initiatief van de stichting HSV toe te juichen. De vertaalmethode en de grondtekst zijn hetzelfde gebleven. De hertalers bevinden zich weliswaar niet binnen Jeruzalems muren maar worden wel gedreven door een diepe eerbied voor het door God gegeven en geschreven Woord. Zij willen aan de boodschap niets veranderen noch iets daarvan afdoen.
Wij hebben twaalf gedeelten uit de HSV vergeleken met de SV en de NBG1951. Soms is de vertaling van de HSV iets beter, soms iets minder, maar we tekenen hierbij aan dat het gaat om minimale semantische verschillen. In z'n algemeenheid blijkt de HSV zonder meer betrouwbaar. De HSV is meestal ook duidelijker. Ten opzichte van de SV is sprake van een reusachtig verschil, maar ook ten opzichte van de NBG1951 is de leesbaarheid verbeterd.
Onze slotconclusie is dat de HSV een alleszins bruikbare en betrouwbare herziene vertaling is!
De stichting HSV werkt gestaag door aan de completering van de HSV.
Voorstel
Wij adviseren de generale synode opnieuw een deputaatschap in te stellen die het werk van de stichting HSV blijft volgen en toetsen. Graag zien we dat de instructie van dat deputaatschap wordt uitgebreid als volgt:De Generale Synode van De Gereformeerde Kerken in Nederland, op 17 november 2007 bijeen te Zwolle, besluit aan de instructie voor Deputaten Onderzoek Herziene Statenvertaling toe te voegen:
.. (nr. invoegen) Zij zullen de uit hun onderzoek naar voren gekomen kritische opmerkingen met betrekking tot de HSV richten aan de Stichting Herziening Statenvertaling.
.. (nr. invoegen) Zij zullen ingaan op de uitnodiging van de Stichting Herziening Statenvertaling om eens een werkbijeenkomst bij te wonen, en ook zo mogelijk en wanneer dat dienstig is voor hun onderzoek aanwezig zijn bij andere gelegenheden waartoe ze door de Stichting worden uitgenodigd, zulks met inachtneming van de overige artikelen van de instructie.
Eind 2009 wordt een complete uitgave van de Herziene Statenvertaling verwacht. Op dat moment kan de vraag waarover het eventuele deputaatschap zich moet buigen, concreter worden, namelijk of de HSV al dan niet ingevoerd moet worden als kerkelijk aanvaarde Bijbelvertaling, in plaats van of naast andere vertalingen (SV
en NBG1951). Daarbij zal ook een rol spelen grond 4 van besluit a. in artikel 15 van de GS Mariënberg 2005/2006 waarin de verwachting wordt uitgesproken dat de NBG1951 over enige tijd niet meer gemakkelijk
verkrijgbaar zal zijn.
Tot zover iets uit het rapport over het werk van de deputaten inzake de Herziene Statenvertaling. Ik raad de broeders en zusters aan om in hun Bijbellezen aan tafel deze nieuwe vertaling te vergelijken met de NBG-vertaling. Ook op de verenigingen kan dat een vruchtbare verdieping zijn van ons verstaan van de Schriften.