Psalm 65:6


Psalm 65 is een psalm vol van diepe vreugde. En de oorzaak van deze blijdschap wordt al dadelijk genoemd in de eerste twee verzen. Het is de vreugde die van de Here  komt, Hij geeft die vreugde in het hart van David.

 

IsraĆ«l heeft gezondigd (een stroom van ongerechtigheden) en God bestraft de zonde met droogte. Toch bidt het volk dan niet allereerst om regen, maar de schulden worden beleden. En na deze schuldbelijdenis verzoent de Here de zonden, Hij vergeeft ze. Zo is de Here “de Hoorder van het gebed”. En dat feit is de oorzaak van de blijdschap !

 

Het volk gaat naar de tempel, dat wordt bedoeld met “Sions zalen”. Ongetwijfeld zullen de priesters hebben geofferd. We lezen over het offeren in Lev. 4 en 5. Telkens lezen we daar: ---zo zal de priester over hem verzoening doen en het zal hem vergeven worden.

 

En wanneer de zonden verzoend zijn, dan gaat de Here weer zegenen: er komt regen. In vers 5 staat dat de Here overvloed geeft, waardoor het zaad ontkiemt en kan gaan groeien. En dan sluit vers 6 af met een geweldige jubel. De hele natuur “juicht”, alles wat groeit en bloeit laat Gods almacht zien! Wij belijden Gods almacht ook in Zondag 9 en 10, en in N.G.B art. 13. Nog steeds is het de Here die alles regeert: alle volken, maar ook de natuur, heel de schepping!

 

En nog steeds geldt ook voor ons dat we onze zonden oprecht aan God moeten belijden. We hoeven niet meer te offeren, maar wij bidden “om Jezus wil “. Hij is het grote Zoenoffer voor ons. En vanwege Zijn offer wil God ons vergeven. En dan zal Hij ons ook zegenen met alles waarvan Hij weet dat wij het nodig hebben.

 

Dan komt God ook in ons wonen met Zijn Heilige Geest. En dan kunnen we ook altijd blij zijn (lees maar in Filipp. 4). Nee, we lachen niet altijd, we hebben ook weleens verdriet, we zijn wel eens bang en eenzaam en zo. Maar ondanks dat mogen we vast en zeker weten: de Here is er altijd, Hij laat ons nooit los! Hij is de God van ons heil, ons vast vertrouwen!