Nog een paar dagen en dan vieren we het Pinksterfeest. Vorige week leerden we gezang 23:1 en toen hadden we het daar eigenlijk al over. Want toen de Here Jezus naar de hemel ging heeft Hij ons niet alleen gelaten. Zeker niet!
De discipelen moesten na de Hemelvaart van de Here Jezus in Jeruzalem blijven wachten. De Heilige Geest, de Trooster zou komen. Hij was de Beloofde op wie nu moesten wachten.
Je kunt er over lezen in Handelingen 2. Het was nu tien dagen na de Hemelvaart van de Here Jezus. En het was Pinksterfeest! Ja, het Pinksterfeest bestond toen al. Het was toen een oogstfeest. Een feest van dankbaarheid. De oogst was binnengehaald en er werd geofferd in de tempel.
Het was daardoor ook heel druk in Jeruzalem. Vanuit verre landstreken waren de mensen naar Jeruzalem gekomen om het Pinksterfeest mee te vieren.
Maar in één van de zalen dichtbij de Tempel waren nog steeds de discipelen en andere vrienden van de Here Jezus samen. Ook zij wilden het Pinksterfeest mee vieren en God danken voor het voedsel dat Hij deed groeien. Tien dagen waren ze daar al bij elkaar en steeds waren ze vurig aan het bidden. En … ze wachtten geduldig! En juist op die morgen van het Pinksterfeest gebeurde het grote wonder! De Heilige Geest kwam wonen in de harten van de mensen! En als teken daarvan was daar plotseling het geluid als van een geweldige wind. Maar er wás geen wind. Alleen het geluid. En ieder die het hoorde drong naar binnen, naar de discipelen om te horen wat daar toch aan de hand was. En daar waren vlammen als van vuur te zien. Nee, het was geen vuur. Ook dit was een teken dat de Heilige Geest nu was gekomen. Op de hoofden van de mensen bleven die vlammetjes rusten. En toen hoorden al die mensen de discipelen spreken. Alweer een teken dat de Heilige Geest gekomen was. Al die mensen uit al die vreemde landen met al die verschillende talen konden hen verstaan! Sommigen begonnen te spotten dat de discipelen te veel wijn gehad zouden hebben. Dat hoorde Petrus en toen begon Petrus tegen de mensen te spreken. Hij kon dat! De Heilige Geest was komen wonen in zijn hart. En Petrus vertelde dat ze niet dronken waren, maar dat ze de Heilige Geest ontvangen hadden. Petrus vertelde over de Here Jezus die ze gekend hadden. Over de wonderen die Hij gedaan had en die de mensen ook gezien hadden. De mensen hadden Hem gekruisigd. Maar… Hij heeft de dood overwonnen, Hij leeft! Hij is opgestaan en naar de hemel gevaren. En nu, nu heeft Hij de Heilige Geest uitgestort. Jezus Christus is de Zoon van God. Hij is de beloofde Verlosser die komen zou. De mensen die het hoorden luisterden goed. Hoe hadden zij gezondigd door Jezus te kruisigen. Wat hebben ze gedaan!? De angst slaat hen om ’t hart. En ze vroegen Petrus wat ze moesten doen. En Petrus zei: “Bekeer u en laat u dopen in de naam van Jezus Christus. En de Heilige Geest zal ook komen wonen in uw hart”. Die dag zijn er wel 3000 mensen gedoopt. Wat een wonder.
Ook jij bent gedoopt. In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
De Heilige Geest helpt de kinderen van God om… te geloven. Om steeds weer aan de Here te denken. Weet je wat zo mooi en bijzonder is? God vraagt van de mensen geloof. En Hij geeft hen dat door de Heilige Geest. Zie je dat God zijn kinderen wil troosten door de Heilige Geest?
We leren gezang 26b:2. Over de Geest die van de Vader en de Zoon is uitgegaan. Die Geest woont en werkt ook in ons. Blijf God daar om bidden en dank Hem daar voor. Zingt Hem Psalmen!