Rubriek: Psalm van de Week
Schrijver: J.F. Hoving-Bos
Jaargang: 7
Nummer: 45
Datum: 2013-12-18
TerugNog één week en dan vieren we weer kerstfeest. We zingen dan vast wel een keer: Hoe zal ik U ontvangen? Het antwoord op deze vraag vinden we in de Bijbel. Door het Bijbel-lezen leert de Heilige Geest ons hoe wij de Here Jezus moeten ontvangen.
Kerstfeest is een blij feest. Er worden veel lofzangen gezongen. Laten we maar beginnen met Luc. 1. De eerste lofzang die we horen is van Elisabet. Zij gelooft wat Zacharias opschrijft. Zij gelooft wat de HERE belooft. En daarom looft zij Hem (Luc. 1:24,25). We lezen verder, en in Luc. 1:42 horen we weer een lofzang van Elisabet. Zij zingt over 'de vrucht van Maria's schoot'. Het kindje dat Maria verwacht, de Verlosser, laat Elisabet zingen van blijdschap.
In Luc. 1:44 lezen we: het kind (= Johannes) sprong van vreugde op in mijn schoot. Johannes, vervuld met de Heilige Geest (Luc. 1:15), begroet zijn Heer (= het Kind dat Maria verwacht). Een onhoorbare en onzichtbare lofzang.
De volgende lofzang, heel bekend, staat in Luc. 1:47-55. Hier zingt Maria haar loflied. Lees dit gedeelte maar eens in de Herziene Statenvertaling. Hier staan de tekstverwijzingen bij naar het Oude Testament. Maria zingt niet zomaar iets. Zij zingt Bijbelse geschiedenis (= heilshistorie).
In vers 50 noemt zij de HERE: heilig. Heilig is: verheven, afgezonderd van het zondige (= zonder zonde). De Heilige is onze Vader. Door Hem heten wij ook: heiligen.
In vers 51-53 zingt Maria over de HERE als Rechter. Alles wat in deze verzen staat is het dagelijks werk van de HERE; God redt zijn kinderen en veroordeelt de goddelozen.
Dan volgt het woord: barmhartig (vers 54). Barmhartig-heid is: trouwe liefde. Maria gaat helemaal terug naar Abraham. De beloften die God aan hem deed, worden nu vervuld, zegt Maria. Zo zingt Maria over de Verbondsgod.
In Luc. 1:68-79 horen we pas de lofzang van Zacharias. Hij kon niet praten en dus ook niet zingen. Dat was de straf van God omdat hij niet geloofde wat de engel vertelde. Maar nu maakt de HERE zijn mond weer open. Zacharias zingt ook weer over het verbond (Luc. 1:71-73). Ook hij zingt over de redding die er is voor iedereen die bij het verbond mag horen. In het laatste stukje van zijn lied zingt Zacharias over Johannes' werk. Hij profeteert (= spreekt over de toekomst): hij prijst Johannes om het werk wat hij later zal doen. Johannes moet de mensen voorbereiden op de ontmoeting met de Here Jezus. Hij moet ze leren zien hoe schuldig ze allemaal zijn. En hij mag de vergeving van de zonden (= het heil) aankondigen.
In Luc. 2:1-13 lezen we nog over de lofzang van de engelen. Een groot leger van engelen zingt tot lof van hun Heer, die op aarde is geboren. Op de aarde staat bij de geboorte van de Here Jezus geen groot volk te juichen. Daarom laat God de engelen naar de aarde gaan om hem te loven.
Wat hebben wij hier nu allemaal van geleerd? Begrijpen wij nu dat er niet zomaar een kind geboren is? Hebben we geleerd dat we onze REDDER ontvangen? Simeon wist het wel (Luc. 2:29-31). Door de Heilige Geest mocht hij weten dat hij niet zou sterven voordat hij de Here Jezus zou hebben gezien (Luc. 2:26). Simeon heeft gelovig gewacht en het Kind gezien. Nu kan hij rustig sterven. En samen met hem zingt Anna (Luc. 2:38). Oude mensen, die na heel lang wachten hun Verlosser ontvangen.
Zo wil de Here Jezus ook door ons worden ontvangen. Door Hem zijn wij Gods kinderen nu!