Gezang 17:4


Ja, amen, ja: het is vast en zeker dat op Golgotha de Here Jezus is gestorven voor onze zonden. We zingen dit gezang heel gemakkelijk, soms haast gedachteloos. Maar begrijpen we wel goed waar het over gaat?

 

De Here Jezus, Zoon van God, is zondeloos; toch draagt Hij de straf die wij hebben verdiend. En dat heeft Hij niet zomaar even gedaan. In Luc. 22:44 lezen we dat Hij doodsbang was! Hij wist wat Hem te wachten stond. En Hij heeft er vreselijk tegenop gezien. Hij is de Zoon van God, maar ook echt mens. Zoals wij bang zijn voor pijn en lijden, zo is Hij dat ook geweest. En omdat Hij zonder zonde was, voelde Hij de toorn van God des te sterker. Bedenk maar hoe jij je voelt als je straf krijgt terwijl je het niet verdiend hebt. Het zwaarste voor Hem was het weten dat zijn Vader Hem zou verlaten. Hij moest Gods straf helemaal dragen. God zou Hem alleen laten in de hel! Hij moet het helse leven ervaren, opdat wij door God nooit meer alleen gelaten zouden worden!

 

De Here Jezus, onze Heiland, hield zich zijn hele leven lang aan Gods Woord. Hij bleef trouw, wat satan ook deed (Matt. 4:1-17; Hij bleef trouw in Getsemane (Luc. 22:39-46); Hij bleef trouw zelfs aan het kruis (Luc. 23:33-49). Hij heeft gedaan wat wij hadden moeten doen: trouw blijven aan de wil, de wet, het Woord van de HERE. Dàt is God liefhebben boven alles!

 

Hij heeft onze straf betaald (Jes. 53:5), onze zonden verzoend. En zonde is niet: oeps --- foutje, sorry ---! De HERE heeft ons zo geschapen dat wij ook in gehoor-zaamheid aan Hem konden leven. Maar de mens was ongehoorzaam en luisterde naar de duivel (Gen. 3). Zo verbrak de mens de verbinding, het Verbond met God. En dat is zonde! Maar de HERE verbrak zijn Verbond met ons niet. Hij beloofde toen al de Verlosser. En zijn dood aan het kruis was meer dan genoeg om de zonden van de hele wereld te verzoenen. Maar dat wil niet zeggen dat alle mensen ook behouden worden (Matt. 22:14). In Marc. 16:16 lezen we: wie geloofd heeft en zich laat dopen, zal behouden worden. Maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden.

 

Het geloof krijgen we van de HERE. Maar geloven gaat niet vanzelf. De HERE heeft ons zijn Woord, de Bijbel, gegeven. Daarin staat alles wat wij nodig hebben om zalig te worden. En door dat Woord werkt de Heilige Geest in ons, zodat wij gaan geloven (Rom. 10:13-15). Daarom moeten we trouw Bijbellezen. Dan bidden wij ook: wil U ter eer, steeds meer en meer het geloof in ons versterken. Dan zullen wij, gereed en blij, uit liefde het goede werken.