Psalm 129:4 begint met de zin: Haters van Sion, dit zij uw lot.
Je vraagt vast wie dat zijn? Met haters van Sion worden de vijanden van Gods volk Israƫl bedoelt. Dat kunnen de buitenlandse volken zijn, maar ook Israƫlieten die gelovigen binnen het volk haten. Sion is namelijk een andere naam voor Jeruzalem. Dat was de plaats waar de eredienst voor de Here plaatsvond.
Nu vraag je vast welk lot deze haters van Sion moest treffen? In de oude berijmde versie van deze psalm staat dat iets duidelijker. Zo hebben je vader en moeder of opa en oma het misschien geleerd. Daar staat dat de Here hen niet zegent met de oogst. Dat hun oogst mislukt.
In de laatste twee regels van de psalm staat dat tegen deze mensen niet gezegd wordt: De Here zegene u. Dit was wat mensen van toen tegen elkaar zeiden wanneer er geoogst werd. Lees bijvoorbeeld maar eens Ruth 2:4. Dit doen wij tegenwoordig niet meer. Wat wij doen is dat wij elk jaar Biddag hebben. Zoals drie weken geleden. Dan bidden wij de Here of Hij de oogst, ons werk of ons werk op school wil zegenen.
Misschien klinkt dit hard om mensen geen goede oogst toe te wensen zoals in deze psalm. Maar op andere plekken in de Bijbel staat dat de Here mensen die gehoorzaam zijn aan Hem, wil zegenen met een goed leven. Dat staat bijvoorbeeld in Deut. 28. En dat Hij de mensen die ongehoorzaam waren zou straffen. Deze psalm zegt dus dat goddeloze mensen niet de zegen van de Here toegewenst mogen krijgen. Nu doen wij dat niet meer. Wij zeggen nu tegen de goddeloze mensen dat zij de Here moeten gaan dienen. Als ze dat niet doen zullen ze verloren gaan.
Maar nu vraag jij je misschien het volgende af: Hoe kan het dat goddeloze mensen nu soms heel gelukkig zijn en welvaart hebben? En dat sommige gelovige mensen ongelukkig zijn en soms arm zijn? Lees Zondag 10 van de Catechismus maar eens. Daarin staat dat wij goede en slechte dingen uit Gods Vaderhand ontvangen. Hierover heeft Juf Oosterhuis een tijdje geleden al geschreven. Hij zorgt voor ons, maar dat houdt niet in dat wij het hier op aarde altijd maar goed hebben. Maar de Here geeft ons wel wat goed voor ons is. Dit staat heel mooi beschreven in Zondag 9 van de Catechismus.
Weet je wat dan heel mooi is? Als ons verdrietige dingen overkomen of als wij ongelukkig zijn, mogen wij naar de Here gaan. Dan is het fijn om bij de Kerk te horen, Gods volk. Want daar zijn wij altijd veilig in zijn Vaderhanden. Hij vraagt van ons alleen geloof. En dat wij dan gehoor-zaam zijn aan wat Hij van ons vraagt.
Bid jij de Here als je het moeilijk hebt? Dat wil Hij graag. Maar Hij wil ook graag dat wij Hem danken als wij gelukkig zijn en leuke dingen meemaken!