We lezen samen de onberijmde psalm in onze Bijbel. Het is een kleine psalm vol geklaag. David vraagt wel vier keer: hoe lang nog, HERE? Hij zegt: HERE, er komt maar geen einde aan mijn nood. Hij klaagt dat God hem vergeet; dat God zijn aangezicht voor hem verbergt. Dat zijn twee uitdrukkingen die betekenen: God doet niets voor mij; ik ervaar geen hulp van God. David voelt zich zo alleen staan tegenover de vijand.
In vers vier lezen we dat David smeekt om Gods aandacht. Hij wil de band met God weer voelen, ervaren. Hij vraagt om 'verlichte ogen'. Je kunt ook zeggen: stralende ogen. Als je ogen stralen, ben je blij en heb je energie. Daar vraagt David om, zodat de vijand niet zal denken dat hij gewonnen heeft. Dat is voor David heel belangrijk. Want Davids vijanden zijn bovenal Gods vijanden.
En dan opeens vers zes! In alle nood en ellende blijft David toch op de goedertierenheid van de HERE vertrouwen. Dat vertrouwen komt toch weer boven in zijn hart. Wat er ook gebeurt in zijn leven, altijd is daar de Verbondstrouw (goedertierenheid) van de HERE.
Deze psalm wijst ook weer naar de Here Jezus. God heeft zich voor Hem wèl verborgen! De Here Jezus is door God echt verlaten. En dat heeft God gedaan zodat wij (zijn kinderen) nooit meer door Hem verlaten zullen worden. Maar ook na Golgotha kan het soms nog heel angstig worden voor Gods kinderen. Daarvan lezen we in Openb. 6:9-11. De zielen, de overleden mensen, die zelf heel erg vervolgd zijn, zij bidden: hoelang nog, HERE? Hoe lang duurt het nog voordat de complete verlossing komt? Ze moeten nog wachten, maar krijgen wel de witte kleren van de overwinning. En hun wordt beloofd dat de complete verlossing echt gaat komen. Die belofte geldt ook voor ons.
We gaan nog even terug naar vers 1 (onber.). Zoek in je Bijbel eens Num. 6:24-26 op. Daar staat: De HERE doe zijn aangezicht over u lichten. Dat is het tegenovergestelde van Psalm 13:1. Dit is de zegen van de HERE die Aäron al aan de Israëlieten mocht zeggen. En zo zegt de HERE dat, d.m.v. de dominee, ook tegen ons. Elke zondag legt de HERE zijn zegen op ons. Zijn handen blijven over ons uitgestrekt. Zijn vriendelijk aangezicht gaat met ons mee; Hij verlaat ons niet. Soms worden ook wel eens andere woorden gebruikt. Je leest ze in 2 Kor. 13:13. De genade van de Here Jezus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest gaan altijd met ons mee. Omdat God dat zegt. Daarom kunnen wij met Psalm 13:1 ook vers 4 zingen, vanwege de goedertierenheid van God!