Psalm 37:1


In de Bijbel staat dat in deze psalm een oude man aan het woord is (vers 25). Hij schrijft over dingen die hij heeft ervaren in zijn leven. Uiteindelijk heeft hij geleerd zijn leven in de handen van de HERE te leggen. Dat lezen we heel duidelijk in vers 34 t/m 40. David (hij is die oude man) heeft rust gevonden bij de HERE, ondanks alles wat er om hem heen gebeurd is.

 

Psalm 73 is gemaakt door Asaf. Hij is boos op de dwazen. Zij leven zonder God, maar toch gaat het hen voor de wind. De vromen, Gods kinderen, hebben veel tegenspoed en moeite. Asaf vraagt zich af hoe de HERE dat kan rijmen met Zijn Verbond. De HERE heeft immers Zijn kinderen de zegen beloofd. De vloek is voor de goddelozen. Maar de HERE heeft Asaf in de tempel (de kerk) les gegeven. Daar heeft Asaf geleerd dat de goddelozen zullen vergaan (Ps. 73:18). In de tempel hoort hij Gods kinderen zingen hoe goed het is om dicht bij de HERE te zijn. Zo is Asaf tot rust gekomen bij God.

 

Dat heeft David in zijn leven ook van God geleerd. In deze psalm zegt hij heel duidelijk: wees er maar zeker van dat de goddeloze het niet gaat redden. Nog eventjes en dan is hij er helemaal niet meer (vers 10). Maar de mensen die op de HERE vertrouwen, zij zullen voor altijd bij de HERE mogen wonen.

 

In Hand. 14:22 staat dat wij 'door veel verdrukkingen het koninkrijk van God moeten ingaan'. De rollen lijken ook tegenwoordig zo vaak omgedraaid. Christenen lijken niet meer mee te doen in deze wereld. Nee, dan de goddelozen--! Zij hebben een hele grote mond, het zijn geweldenaars (vers 35 en 36). Ze spotten op vreselijke manieren met God en Zijn Kerk. Ze vertrappen Gods kinderen en maken het geloof belachelijk. Veel mensen denken nu ook: wij zijn sterk; wij leven ons leven zoals wij dat willen en hierna is er niets meer. Dat zijn de geweldenaars van nu. Maar, zegt David: opeens was de geweldenaar weg! De HERE heeft een streep door zijn leven gezet; God heeft dat leven weggeveegd.

 

Alle goddelozen zullen worden vernietigd; maar wie de HERE verwachten, zullen alles krijgen wat ze nodig hebben (vers 9). Alles wat we nodig hebben om te leven als Gods kinderen dat zal Hij ons geven als we Hem daar gelovig om vragen. En eens zullen ook wij geen goddelozen meer zien. Dan zullen wij voor eeuwig bij de HERE mogen leven, zonder goddeloosheid en zonde om ons heen. Dan is het hele leven volmaakt.