Isaäk wordt geboren
Wat de Here belooft gebeurt ook. Een jaar nadat de drie mannen bij Abraham op bezoek zijn geweest krijgen Sara en Abraham een zoon. Hij heet Isaäk. Abraham en Sara zijn er erg blij mee! Ze zijn al 100 en 90 jaar oud, toch krijgen zij een kind. De Here heeft een wonder gedaan. Als de kleine Isaäk 8 dagen oud is wordt hij besneden. Precies zoals de Here heeft gezegd. Isaäk hoort nu ook bij de Here. Hij is ook een verbondskind.Hagar en Ismaël vertrekken
Abraham heeft nu twee zoons. Ismaël en Isaäk. Ismaël heeft als moeder Hagar. En Isaäks moeder is Sara. Ismaël was tot de geboorte van Isaäk de enige zoon van Abraham, maar nu moet hij de aandacht en de spullen delen met Isaäk. Ismaël vindt dat niet leuk en plaagt Isaäk. Sara ziet dat en zegt tegen Abraham dat Ismaël weg moet. Abraham wil dat eigenlijk niet, want Ismaël is ook zijn zoon. Maar de Here God zegt dat het goed is om Ismaël met zijn moeder Hagar weg te sturen. Isaäk is de beloofde zoon van Abraham en door Isaäk zal de Here voor een groot volk zorgen. Het volk van de Here. God beloofd voor Hagar en Ismaël te zorgen. En dus gaan Hagar en Ismaël de volgende morgen op reis.In de woestijn
Hagar en Ismaël krijgen water en brood mee voor onderweg maar het is niet genoeg. Als ze verdwaald zijn in de woestijn, is het water en het brood op. Ismaël en Hagar krijgen honger en dorst. Ze kunnen op den duur niet meer verder. Hagar legt haar zoon Ismaël onder een struik in de woestijn. Ze denkt dat hij dood gaat. Hagar gaat verderop zitten, ze wil niet zien dat haar zoon sterft. Ze huilt, want ze vindt het heel erg dat haar zoon dood gaat. Een engel van God zegt tegen Hagar; ‘Neem je zoon mee en maak je reis verder af. De Here zal voor je zoon zorgen. Je zoon zal een vader van een groot volk worden’. En plotseling ziet Hagar een waterput. De Here heeft haar ogen geopend. Gelukkig ze kunnen weer water drinken. De Here zorgt ervoor dat ze veilig door de woestijn komen en Hij blijft voor ze zorgen ook al wonen ze niet meer bij Abraham en Sara.
Opdracht: Zoek het goede antwoord. De letter voor het antwoord moet je in de hokjes hieronder schrijven. Welke naam komt daar te staan? (Wie was dit nog maar, en waarom is dit een belangrijke naam?)
1 Hoe heet de man van Saraï?
j Adam, m Abram, o Noach
2 Hoe heet de knecht van Abram?
n Naäman, a Ismaël, e Eliëzer
3 Wie is de neef van Abram?
l Lot, t Terach, h Abimelech
4 Hoe heet het bijbelboek waar de verhalen van Abraham in staan?
a Exodus, n Abraham, c Genesis
5 Hoe heet de slavin van Saraï?
e Eva, h Hagar, l Rebekka
6 Hoe heet de zoon van Abram?
i Isaäk, s Noach, j Eliëzer
7 In welke stad woonde Lot?
i Ur, z Hebron, s Sodom
8 Hoe oud is Abraham als Isaäk geboren wordt?
a 90 jaar, e 100 jaar, i 110 jaar
9 De Here sloot met Abram een .......
d verbond, e belofte, i eis
10 Eén zoon van Isaäk heet
j Juda, k Levi, e Ezau
11 De andere zoon van Isaäk heet.
k Jakob, m Kaïn, s Abel
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11Een moeilijke opdracht voor Abraham
De Here God ziet dat Abraham en Sara heel veel van Isaäk houden. Ze zorgen goed voor hun zoon. De Here wil kijken of ze meer van hun zoon houden dan van de Here God. Op een nacht zegt Hij tegen Abraham dat hij met Isaäk op reis moet gaan naar het land Moria. Daar moet hij zijn zoon offeren. Abraham schrikt heel erg! Zijn zoon doden? Zijn enige zoon? Dat is erg! Toch weet Abraham dat hij naar de Here moet luisteren. Hij gaat op reis, maar het is wel een moeilijke reis. Isaäk is blij dat hij met zijn vader mee mag. Ze gaan een offer brengen aan de Here God. Isaäk vraagt aan zijn vader waarom er geen offerdier meegaat. Maar Abraham zegt dat de Here zelf hen wel iets geven zal om te offeren. Als ze op de plek zijn die de Here heeft gezegd, maken ze een altaar van stenen. Daarop leggen ze takken en daarop moet het offer. Abraham legt zijn eigen zoon erop! Het kan niet anders, God vraagt dat van Hem. Abraham laat zien dat hij de Here wil gehoorzamen. Hij weet dat wat God zegt ook moet gebeuren. Abraham pakt zijn mes en wil Isaäk doden. Maar vlak voordat het mes Isaäk raakt zegt de Engel van de Here: ‘Abraham, Abraham, Ik zie dat je van Mij houdt. Dat je wilt doen wat Ik zeg. Dat je zelfs je zoon wilt offeren voor Mij. Stop maar met het offeren van je zoon Isaäk.’ En dan ziet Abraham een ram die met zijn horens vast zit in de struiken. Hij maakt de ram los en offert het voor de Here. Wat is Abraham blij dat het zo afgelopen is. Hij heeft zijn zoon nog! Gelukkig heeft de Here op tijd gezegd dat het niet meer hoefde. De Here heeft gezien dat Abraham doet wat God zegt. Abraham, de man die veel van God houdt en waarmee God een verbond heeft gesloten, die man zal de vader worden van een groot volk. Gods verbondsvolk. Het volk Israël. Uit dit volk zal eens de Zoon van God geboren worden. Deze Zoon zal Gods verbondskinderen redden. Hij zal ze bevrijden van de zonden.
Is het gelukt om alle bijbelboeken te leren? Hieronder zijn een paar boeken vergeten. Kun jij ze invullen?
Genesis
1 Koningen
Obadja
2 Koningen
Hooglied
Jona
Leviticus
1 Kronieken
Jesaja
Numeri
2 Kronieken
Jeremia
Nahum
Jozua
Nehemia
Ezechiël
Sefanja
Richteren
Ester
Daniël
Hosea
Zacharia
1 Samuël
Psalmen
Joël
Maleachi
2 Samuël
Spreuken