Psalm 56:1


Psalm 56 is door David geschreven. Voordat we verder gaan met de uitleg van vers 1 is het goed om eerst te kijken wanneer David deze psalm heeft geschreven. Dat kunnen we lezen in 1 Samuël 21:10-15. Lees het maar eens.

 

David is op de vlucht voor koning Saul en zwerft door het Filistijnse land. Hij komt in de stad Gath bij koning Achis. Elke dag opnieuw leeft David in angst dat de vijanden hem te pakken krijgen. Dat lezen we ook in dit Psalmvers: ze maken op mij jacht en bestrijders jagen op mij dag en nacht.

 

Als David bij koning Achis komt, herkennen ze David. Hij wordt hier erg bang van. De vijanden benauwen hem. David komt in de problemen. Daarom gedraagt hij zich daar als een waanzinnige. Hij krabt aan de poort en laat speeksel in zijn baard lopen. Koning Achis denkt dat David ziek is in zijn hoofd. Daarom wordt David weggestuurd.

 

Dat moment, het moment dat ze David herkennen, was David heel erg bang. Je zou kunnen zeggen dat het zijn bangste uur was. En dan staat er in ons psalmvers dat David in dat bangste uur op de Heere bouwt. Hoe bang hij ook is, hij weet dat God bij hem is. Het Woord van God prijst hij elke dag. Op die beloften vertrouwt hij!

 

In de laatste regel van ons vers staat een vraag: wat baat dan mensenkracht? Nu moet je je indenken dat de mensen die bij koning Achis waren, met elkaar veel kracht en macht bezitten. Hoe kan David daar nu tegenop? Nou... met de Heere natuurlijk! Als we de mensenkracht naast de kracht van de Heere zetten, dan is mensenkracht helemaal niets. De kracht van de Heere overtreft alles.

 

En daar mogen wij ook aan vasthouden. Misschien ben jij ook wel eens erg bang geweest. Of misschien hoor je wel dat er machtige mensen zijn die de kerk van de Heere tegenwerken of kapot willen maken. Daar kun je bang van worden. Op dat moment, als je op Hem vertrouwt, zijn Woord gelooft, dan is de Heere bij je. Dan sta je sterk! Wat baat dan mensenkracht...?