Psalm 50:1


De psalm die we gaan leren, heeft Asaf gemaakt. David koos Asaf uit om de koren in de tempel te dirigeren toen de ark weer in Jeruzalem was geplaatst.

 

Je weet vast wel wat een dirigent is. Als je op een kinderkoor zit bijv., moet je goed op de dirigent letten wanneer je mag gaan zingen. Soms is het allemaal samen, soms zing je om de beurt. Goed opletten dus! Wij hebben op zondag geen dirigent in de kerk, maar luisteren naar het orgel en dan geeft de organist aan wanneer we mogen zingen. De dominee gaf de psalm op.

 

Psalm 50 is vol van bestraffing voor de Joden. Ze zijn goddeloos en dienen de Here niet zoals het hoort. De HEERE dienen, aanbidden op een heel eerbiedige manier, dat is wat Hij wil en zeker ook vraagt van Zijn kinderen, die Hij heeft uitgekozen. God zegt: Luister, mijn volk, luister goed, want IK ga spreken, de God der goden spreekt! God roept alle mensen bij elkaar van de hele aarde, vanwaar de zon opgaat tot waar zij ondergaat ... maar in het bijzonder Zijn eigen volk Israël. Daarover wil de HERE recht spreken, 'Hij houdt raad', zingen we.

 

Willen we Hem prijzen en offers brengen zoals Hij dat wil? Willen wij er wat mee verdienen misschien? Dat kan nooit, want alles is al van Hem. Hij schiep de hemel en de aarde.

Hij is God, ja Hij alleen!

 

De zin 'Uit Sion, hoog in heerlijkheid verheven is best moeilijk om te snappen.

Uit Sion, is: uit Jeruzalem, waar de tempel stond. Daar is een stralend licht om Hem heen en dat wil zeggen dat de aandacht gericht is op Gods eigen volk, op Israël dus.

Ook zij hebben niets verdiend, maar de HERE sloot een verbond met hen. Ze moeten weten dat het de HERE ernst is. Hij wil nooit dat we andere goden achterna lopen.

 

Wat zijn dan andere goden zul je zeggen? Nou dat is bijv.als je nooit tevreden bent met wat je hebt, maar altijd meer - meer wilt. Altijd een mooier mobieltje willen bijv. Helemaal opgaan in je sport! Ook dat kan een afgod worden.

 

Leren om tevreden te zijn met wat de HERE je geeft. Dat geldt voor jullie, maar evengoed je ouders. We moeten Hem kennen én eren. Hij wil dat we Hem liefhebben met ons hart en de zonden, de afgoden, wegdoen. Daarover zingen we in de andere verzen uit deze psalm en die behandelen we nu niet.