Spreuken maken de man (27)
In dit artikel staan we stil bij het laatste gebod van de Tien Geboden, zoals wij die elke zondag opnieuw horen, het tiende gebod: 'U zult niet begeren het huis van uw naaste. U zult niet begeren de vrouw van uw naaste, noch zijn slaaf, nog zijn slavin, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets wat van uw naaste is.' Misschien is het je weleens opgevallen dat in dit gebod een aantal voorbeelden staan, van wat je dan niet mag begeren. Maar wat is begeren? En die voorbeelden, hoe zien wij die vandaag? Lees maar verder!
Begeren
De definitie van begeren is volgens de Dikke van Dale een sterk verlangen of een sterk wensen naar iets of iemand. Dus je verlangt of je wenst om iets te hebben of te zijn. Dus als je het woord begeren in het tiende gebod vervangt door verlangen, krijg je dat je niet mag verlangen naar de vrouw van je naaste, de slaaf van je naaste etc....
Heidelbergse Catechismus
In de Heidelbergse Catechismus gaat het ook over het tiende gebod. Zondag 44 spreekt hierover. Pak die Zondag er maar eens bij. Daar wordt in antwoord 113 gezegd dat de kleinste gedachte of neiging die tegen enig gebod van God ingaat in ons hart nooit meer zal komen. Dus hier gaat het weer om alle geboden: tegen enig gebod. Dus bij het tiende gebod gaat het ook weer om het stelen, liegen, de echtbreuk en maak zelf het rijtje maar compleet.
Door de tien geboden behoren wij onze eigen zonden steeds beter te leren kennen, veel van deze geboden zijn publiekelijk zichtbaar.
Dat is anders met het begeren. Dat is heel gemakkelijk voor de buitenwereld te verbergen. Daarom is dit gebod een erg goed gebod om je eigen zonden te leren kennen, want deze zonden ziet de buitenwereld niet maar jijzelf kent ze erg goed.
En wat daarbij bijzonder is: Gods genade te kunnen zien en beter te leren kennen! En door je eigen zonden te kennen en te weten dat Gods zoon voor jou gestorven is, ga je steeds meer naar alle geboden van God leven. Dit staat ook in antwoord 114.
Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen, die niet staat op de weg van de zondaars, die niet zit op de zetel van de spotters, maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE en Zijn wet dag en nacht overdenkt. Psalm 1:1,2.
Het goede begeren
Dit tiende gebod betekent natuurlijk niet dat je helemaal niks mag begeren! Het belangrijkste in het leven is om het goede te begeren; God te vrezen en ons aan Zijn geboden te houden. ( Pred. 12:13) Daarnaast ken je vast het boek Hooglied wel, waarin het gaat over het begeren van een bruid en een bruidegom naar elkaar toe. Liefhebben en van elkaar houden in een relatie mag, maar dit moet dan wel het goede begeren zijn.
Spreuken
In Spreuken wordt ook over begeren gesproken in de vorm van wijsheden. Zie hieronder enkele voorbeelden.
Spreuken 5 ? Dit gebod gaat over overspel en daarmee het begeren van een andere vrouw. Vers 3&4: De lippen van een vreemde vrouw druipen van honingzeem, haar gehemelte is gladder dan olie, maar het laatste van haar is bitter als alsem, scherp als een tweesnijdend zwaard.
Spreuken 11:24 ? Er zijn mensen die van hun overvloed delen, dat is goed. Er zijn ook mensen die dit niet doen: 'het is tot gebrek' van die mensen.
Spreuken 21:25,26 ? Het verlangen van een luiaard zal hem doden, want zijn handen weigeren te werken. De hele dag is hij belust op begerenswaardige zaken, maar een rechtvaardige geeft en houdt niets achter. De Studiebijbel zegt bij de uitleg van dit vers dat luiheid tot voortdurende begeerte en hebzucht leidt.
Hoe geldt dit gebod in onze tijd?
Het tiende gebod lijkt een beetje ouderwets: je mag niet iemand anders zijn slaaf of slavin begeren, je mag niet iemand zijn rund of ezel begeren... Dit lijkt alsof het niet meer voor ons geldt, maar dat is niet waar. Aan het einde van dit gebod wordt ook gezegd: noch iets wat van uw naaste is. Dus helemaal niets wat van je naaste is mag je begeren. Daarnaast kunnen de voorbeelden in dit gebod ook toegepast worden op vandaag: een ezel werd vroeger als vervoermiddel gebruikt. Tegenwoordig gebruiken wij een fiets, scooter of auto. Of je wordt jaloers op de nieuwste smartphone van een vriend.
Daarnaast is er natuurlijk social media. Veel van ons hebben Instagram, Facebook of iets dergelijks, maar wat dacht je van het begeren van zoveel mogelijk volgers? Of het 'follow for follow'? In feite is dit toch ook een soort van begeren, zodat je zo populair mogelijk lijkt? Daarnaast heb je op deze social media ook een grote kans dat je je eigen leven met het leven van iemand anders gaat vergelijken.
In de reclames zie je veel verleiding. Eigenlijk wordt de hele samenleving een bepaalde richting in geduwd door middel van reclames. Denk maar terug aan het begin van het jaar. Allerlei reclames over fit zijn, of alle reclames over de postcodeloterij. Net alsof de hele straat waar jij in woont ook meedoet, en dat jij dan ook mee wil doen.
In het paradijs, daar begon de verleiding. Daar werd Eva verleid door de slang. Daar is de zonde begonnen. Adam heeft gezondigd in Eva en wij in Adam. Wij zijn dus geen haar beter dan hen. Misschien kun je zelf ook is zo'n verleiding bedenken. Misschien op school, in je werk, in je hobby. Het gebeurt overal en overal sta je bloot aan de verleidingen. Let je daar op?