500 jaar Reformatie: Onderzoeken, doorzoeken, terugkeren (1)*


500 jaar Reformatie ... Heel dit jaar 2017 is door de gezamenlijke kerken, overheden en toeristische organisaties in Europa en ook in Amerika en Australië, in het teken van die 500 jaar gezet. Het is goed om daar aan het eind van dit herdenkingsjaar nog eens goed naar te kijken. Een week of zeven geleden was het weer Hervormingsdag. Toen was het precies 500 jaar geleden dat dr. Maarten Luther zijn 95 stellingen liet bevestigen op de deur van de Slotkapel te Wittenberg. Ik neem aan dat u allemaal die geschiedenis kent. Die gebeurtenis heeft heel wat in gang gezet. Het heeft uiteindelijk de hele wereld van die dagen grondig veranderd.

Eenzijdig

Dat was het werk van onze genadige God, door Luther èn vele andere reformatoren. Ja, want vandaag de dag wordt in heel Europa, in die massale herdenking, de aandacht heel sterk vooral gericht op de persoon van Maarten Luther. En wat hij als mens en wetenschapper betekende voor de samenleving. Naar mijn idee te veel en te eenzijdig. Zonder al die andere door de Heere geroepen voorgangers, zeg maar die tientallen andere reformatoren, was het gedachtengoed van Luther en van Calvijn niet zo verspreid geworden.

En dat waren er echt heel veel. Wie de moeite neemt om de eigen plaatselijke of regionale kerkgeschiedenis te bestuderen komt ze tegen: tientallen trouwe voorgangers die onder zeer moeilijke en vaak gevaarlijke omstandigheden in grote trouw en geloof de reformatie predikten. Veel van die mensen zijn vrijwel vergeten. Onlangs verscheen er een boek van dr. H. Veldman, misschien hebt u wel eens iets van hem gelezen, waarin hij zo'n 80 mannen en vrouwen bespreekt die een belangrijke rol speelden in de Reformatie.

Velen van hen trouwe voorgangers die, zoals de Bijbel zegt, in Hebreeën 13, in gedachtenis mogen worden gehouden. Niet om zichzelf maar de manier waarop de Heere hen in Zijn dienst nam.

Inhoud

De massale herdenking van de Reformatie is ook naar de 'inhoud' in grote mate zeer eenzijdig. En laat het belangrijkste liggen. Luther wordt geschetst als een belangrijke maatschappijhervormer. Als een man die het gewone volk inspireerde tot verzet en verandering vanuit de basis. En vanuit dat beeld is hij dan ook in onze tijd populair. Maar de echte inhoud van de Reformatie betreft het werk dat de Heere deed aan Zijn Kerk! (We hebben daar eerder over geschreven).

Daarom wil ik het in dit artikel niet alleen maar met u hebben over Maarten Luther en zijn strijd maar over de Reformatie als geheel. Over de vraag: Wat veranderde er door de Grote Reformatie echt? Wat betekende dat voor het geloofsleven en voor het kerkelijk leven? En ook: wat betekent de Reformatie voor ons? Hoe leren wij van die terugkeer naar Gods Woord? Daarbij hoop ik wel Luther zelf af en toe te citeren.

Verval in de Rooms-Katholieke Kerk

We kijken dan allereerst naar de toestand in de Rooms-Katholieke Kerk in de dagen van Luther. Niet alles kunnen we in één artikel bespreken, we hebben een viertal onderwerpen uitgekozen. Die hopen we op een compacte manier te bespreken.

We noemen dan de in de kerk ingeslopen scholastiek en mystiek.

In de tweede plaats de zaak van de goede werken en vrije genade.

In de derde plaats willen we iets zeggen over het priesterschap en daarmee verbonden de mis en de aflaat en het ambt van alle gelovigen.

En in de vierde plaats iets over hiërarchie, kerkregering en traditie.

 

In de Kerk van de Middeleeuwen was een heel aantal dwalingen binnengeslopen. Langzamerhand. Door de eeuwen heen. Die dwalingen leidden ertoe dat a.h.w. het Evangelie, het rijke alleen zaligmakende Evangelie, van de mensen was àfgenomen. Dat mogen we best even tot ons laten doordringen. De Kèrk had het Evangélie bij de mensen weggenomen! Het was de Grote Reformatie die het Evangelie aan de mensen teruggaf.

1. Scholastiek en mystiek

Een van die dwalingen was dus de manier waarop de theologie werd bedreven. Scholastiek en mystiek.

Theologie, dat is de wetenschap van de godgeleerdheid. Op wetenschappelijke manier bezig zijn met geloof, bronnen van het geloof en praktijk van het geloof.

In de Middeleeuwen ontwikkelde die theologie zich langs twee lijnen. Aan de ene kant was er de scholastiek. Dat is het verstandelijk en systematisch in kaart brengen van allerlei geloofszaken. Daarbij gaat het verstand voorop en wordt het eenvoudige geloof gemakkelijk verdrongen. Dat gebeurde dan ook. Rooms-katholieke theologen meenden dat zij door het opzetten en toepassen van verstandelijke redeneringen en schema's steeds meer zouden doordringen tot de ware godskennis.

Aan de andere kant was er de mystiek. De mystiek wil op een andere manier tot die kennis komen. Door aanhoudend gebed. Door meditatie. Door oefening van het innerlijk. Door zo de ziel te richten op het goddelijke. Met als einddoel één te worden met het goddelijke. In de mystiek gaat dan ook het gevoel voorop.

En soms kwamen scholastiek en mystiek samen.

Het gevolg was dat het eenvoudige geloven en het heel gewoon vasthouden aan wat de HEERE heeft geopen-baard, uit de theologie verdween. Dat was de kerk afgenomen. Daarin werden bijv. studenten niet meer getraind. Herkennen we dat?

 

En dan, daartegenover de Grote Reformatie: sola scriptura! De Schrift alleen! Terug naar de Bijbel, een-voudig geloven, ook, ja juist als verstand en gevoel het af laten weten. Verstand en gevoel bedriegen, maar eenvoudig geloven leidt tot de beloofde zaligheid. Sola fide, door het geloof alleen!

 

Luther schreef daarover, n.a.v. Psalm 51:

'Het is in veel opzichten noodzakelijk en nuttig deze psalm te kennen, want daarin is de leer van de [drie] voornaamste artikelen begrepen. Eerst van de boete en de zonde, daarna van de genade en de rechtvaardiging, en tenslotte van de godsdienst die wij voor God moeten beoefenen.'

"Dit zijn de drie Goddelijke en hemelse leerstukken die door de krachtige werking van de Heilige Geest geleerd moeten worden, anders is het onmogelijk dat deze tot in het hart doordringen.

Zo zien wij dat deze leer door onze tegenstanders met veel moeite en in omvangrijke folianten is behandeld en dat er onder hen allen toch niet één is die goed begrijpt wat boete, wat zonde en wat genade is. Voor hen zijn deze woorden immers als een vergeten droom, waarvan nog wel enige resten in het hart zijn overgebleven, maar het geheel daarvan is hen ontgaan.

Dit is dan ook de oorzaak van deze grote blindheid en onwetendheid, namelijk dat de juiste kennis van deze stukken niet van de kennis en wijsheid van het menselijk verstand afhangt, of ook niet - om het zo te zeggen - in ons huis of in ons hart geboren wordt, maar vanuit de hemel geopenbaard en gegeven wordt. Want welk mens zou zó kunnen spreken over boete en vergeving van zonden, zoals alleen de Heilige Geest in deze psalm spreekt?"

 

Dat kenmerkte dan ook wat we noemen Luthers theologie: aanvaard de Bijbel zoals de HEERE die gaf. Met daarin centraal het kruis: de verlossing door het bloed van Christus. Zie op het kruis. Leef uit de beloften van het kruis. Probeer het onbegrijpelijke niet te begrijpen maar gelóóf het!

 

Dat is één van de hoofdlijnen in de Reformatie: terug naar het eenvoudig geloven van het Woord van God. Dat kreeg de kerk door Gods genade terug.

2. Goede werken en vrije genade

Een andere heel belangrijke dwaling was hoe de Kerk sprak over genade en verlossing. Jazeker, verlossing was er in Christus, máár ... En dat 'maar' werd bepalend. Van de kant van de gelovige mens werd ook iets verwacht. De zaligheid was niet onvoorwaardelijk. Integendeel. Goede werken van de kant van de gelovige waren essentieel. Tegenover de zonde moesten goede werken staan. En daar begon de grote moeite. Dat was ook de grote worsteling van Luther. En hij was niet de enige. Luthers grote zielsvraag was: hoe krijg ik een genadig God? En het antwoord was: die krijg ik niet! Ik niet! Wat ik ook doe, ik blijf een zondig en verloren mens. Al mijn beste werken betekenen voor God niets. Maar wat dan? Ben ik dan voor eeuwig verloren?

De leer van de goede werken, die er bij de gewone gelovigen ook ingegoten werd, leidde tot grote geloofs-onzekerheid. De vastheid van Gods beloften werd gekoppeld aan het doen van de mens zelf. De zekerheid van de verlossing was weggenomen.

 

En dan Luther ... Ja, Luther wòrstelde met die leer, die zijn jonge leven beheerste. Hij stelde dat God, als Die rechtvaardig was, hem wel móest straffen met de dood. Hij schreef eens dat hij God háátte, die strenge en alleen maar rechtvaardige God. Luther leed, geestelijk en lichamelijk. Toch kwam hij op het goede spoor. O.a. door mensen in zijn omgeving. Maar ook door eigen studie. Toen hij professor werd in Wittenberg, richtte hij zich met zijn studenten vooral op de uitleg van de Psalmen, van Romeinen, Galaten en Hebreeën. Bijbelboeken, passend bij zijn diepe worsteling. Hij bestudeerde ook met name de geschriften van kerkvader Augustinus. En toen schonk de Heilige Geest hem gelovig inzicht. Toen ontdekte hij de diepe betekenis van Romeinen 1:17: 'Want de gerechtigheid van God wordt daarin geopen-baard uit geloof tot geloof, zoals geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.' En van Romeinen 3:21 en 22.

Er ìs verlossing. Er ìs een genadig God. Door geloof alleen. En dat geloof, dat is Gods vrijmachtige gave. Dat is de genade van God. Zijn vrije genade. Sola fide en sola gratia. Door het geloof alleen, uit genade alleen.

Luther vond rust en vrede. Hij ging uitdragen wat hij door de genade van de Heere had leren begrijpen. Gelóóf! Vertrouw op Gods beloften! Leef uit de genade van de Heere.

 

Luther heeft hierover o.a. gezegd:

(...) "Alleen door het geloof in Christus verkrijgen wij genade en zaligheid bij God - dit artikel omvat alle andere artikelen: wie dit heeft, die heeft alles. Dit is immers ook alleen het artikel dat altijd moet worden gehaat en vervolgd door de duivel en de wereld. Zoals reeds spoedig vanaf het begin is voorzegd in de eerste Goddelijke prediking die de mens na de zondeval heeft gehoord: 'Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar Zaad: Dat zal u de kop vertreden, en u zult Het in de hiel steken' (vgl. Genesis 3:15). Dit is precies dezelfde vijandschap waarover Christus hier (Johannes 16, TLB) spreekt: dat Zijn christenen, vanwege de kennis [of belijdenis] en prediking van Hem, zowel moeten uitgeworpen als gedood worden.

Andere artikelen zijn ook aangevochten geweest, maar niet één daarvan heeft zoveel bloed gekost en zoveel martelaren gemaakt als dit van de rechtvaardiging. Zoals het ook spoedig na de zondeval begonnen is met de eerste twee broers, Kaïn en Abel, zodat de ene daarom heeft moeten sterven door de hand van de andere - dit zal niet ophouden zolang de wereld bestaat. Waar deze leer opkomt, daar wordt de duivel woedend en razend, en zet hij de hele wereld in vuur en vlam."

En even verder in het zelfde boekje:

"Kort gezegd: dwaalt men in het artikel van de recht-vaardiging, dan dwaalt men in alle artikelen - zoals de kerkgeschiedenis bewijst."

 

Zo mocht Luther beginnen, zo mocht de Reformatie dat voortzetten, met aan de Kerk de inhoud van het Evangelie terug te geven.

 

(* Eerder als lezing en inleiding in een wat andere vorm uitgesproken in verschillende gemeenten.)