Rubriek: Voor de Jeugd
Schrijver: E. de Marie-de Ruig
Jaargang: 11
Nummer: 22
Datum: 2017-11-15
TerugDe hemelvaart
De vorige keer hebben we gelezen over de tijd tussen opstanding en hemelvaart. Weten jullie het nog? Jezus verscheen aan de discipelen en andere volgelingen, zoals de Emmaüsgangers. Hij bleef hen onderwijzen en op die manier voorbereiden op de taak die ze na Zijn hemelvaart zouden hebben. We lezen nu verder uit Johannes 21:1-25 en Handelingen 1:4-14. Lezen jullie weer mee?
De verschijning van Jezus aan de zee van Tiberias
Jezus verschijnt opnieuw aan Zijn discipelen en deze keer is dat aan de zee van Tiberias. Deze zee wordt ook wel meer van Galilea of meer van Gennesaret genoemd in de Bijbel en ligt in het noorden van Israël.
Hier waren Simon Petrus, Thomas, Nathanaël, Johannes en Jakobus bij elkaar. Simon Petrus stelt voor om te gaan vissen en ze gaan 's nachts aan boord van een schip het meer op. Maar..., ze vangen niets!
Tegen de ochtend zien ze een man op het strand staan. Wij lezen dat het Jezus is, maar de discipelen herkennen Hem niet. Hij vraagt aan de vissende discipelen of ze iets te eten voor Hem hebben. Ze hebben niets gevangen, dus kunnen ze Hem helaas ook niets aanbieden. En dan geeft Hij hen het advies om het net aan de andere kant van de boot, aan de rechterkant, uit te werpen.
Als de discipelen dit doen, vangen ze zoveel vissen in de netten, dat ze de netten niet meer op kunnen trekken. Opnieuw een wonder! Johannes weet nu ook wie die man op het strand is en zegt dan ook tegen Petrus dat het de Heere is.
Petrus bedenkt zich geen moment, trekt zijn bovenkleed aan, stapt in het water en gaat naar Jezus toe. De andere discipelen slepen het net met de vissen mee en komen ook op het strand waar Jezus is.
Maar wat zien ze daar? Jezus heeft al een vuurtje gemaakt en daarop ligt vis en brood. Toch vraagt Hij om wat van de vis die ze gevangen hebben. Petrus doet wat de Heere hem vraagt en sleept het net op het strand. In het net zitten maar liefst 153 grote vissen, maar ondanks het gewicht van deze vissen, scheurt het net niet.
Jezus en Petrus
Als ze klaar zijn met eten, zegt Jezus tegen Simon Petrus: 'Simon, zoon van Jona, hebt u Mij meer lief dan dezen?' Petrus antwoordt met de woorden: 'Ja, Heere, U weet dat ik van U houd.' En dan geeft Jezus Hem een hele mooie opdracht mee: 'Weid Mijn lammeren.' Maar de Here Jezus is nog niet klaar. Opnieuw vraagt Hij aan Petrus of deze Hem liefheeft en opnieuw antwoordt Petrus dat hij van de Here Jezus houdt. Ook deze keer krijgt Petrus weer dezelfde opdracht om de lammeren van de Here Jezus te weiden. Is Jezus nu klaar met Zijn vragen? Nee. Opnieuw stelt Hij Petrus dezelfde vraag. Petrus wordt er verdrietig van, maar geeft opnieuw hetzelfde antwoord. Voor de derde keer krijgt hij dezelfde mooie opdracht.
Weten jullie nog wat Petrus had geantwoord in de nacht dat Jezus gevangen genomen was? Toen de omstanders hem vroegen of hij een discipel van Jezus was, heeft hij drie keer geantwoord dat hij Jezus niet kende. En nu heeft hij drie keer het tegenovergesteld beleden. Door deze belijdenis wordt Petrus als het ware weer aangenomen als discipel. De Here Jezus vertelt aan Petrus nog meer. Hij vertelt hem dat Hij gebracht zal worden op plaatsen waarheen hijzelf niet wil gaan. Jezus spreekt hier over het werk van Petrus als apostel, maar ook over zijn dood. Ook Petrus zal aan het kruis sterven.
De hemelvaart
We lezen nu verder in het boek Handelingen. Of beter gezegd: Handelingen van de apostelen. Dit boek is geschreven aan Theofilus. Theofilus zijn we al eerder tegengekomen in het boek Lukas. Zoek het maar eens op in het eerste hoofdstuk van Lukas.
De discipelen zijn weer bij elkaar in Jeruzalem. Met Jezus zijn ze op de Olijfberg, de berg die iets buiten Jeruzalem ligt.
Jezus geeft hen voor de laatste keer instructies. Ze moeten in Jeruzalem blijven en wachten op de doop door de Heilige Geest. De discpelen vragen Hem dan toch weer naar aardse zaken en vragen Hem of het koninkrijk van Israël op dat moment hersteld zal worden. Maar Jezus legt hen opnieuw uit dat ze niet alles hoeven te weten, maar dat de Vader alles in Zijn hand heeft. Wel geeft Hij hen een hele mooie opdracht. Ze zullen de Heilige Geest ontvangen en Zijn getuigen zijn. Niet alleen in Jeruzalem, maar ook in de rest van het land, in Judea en Samaria. En zelfs nog verder: tot aan het uiterste van de aarde! De discipelen zijn door Jezus helemaal voorbereid op het mooie werk dat ze mogen gaan doen: evangeliseren. De blijde boodschap (want dat is de betekenis van evangelie) vertellen aan alle mensen!
En dan, als Jezus is uitgesproken, gebeurt er opnieuw iets bijzonders. Hij wordt voor de ogen van Zijn discipelen opgenomen en als ze ernaar staan te kijken, onttrekt een wolk Hem aan hun ogen. De discipelen blijven kijken, maar als er niets meer te zien valt in de lucht, zien ze twee mannen bij hen staan. Ze zijn gekleed in witte kleren. Deze mannen spreken de discipelen aan: 'Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan.'
Opnieuw zijn er dus boodschappers uit de hemel die aan de discipelen uitleggen wat ze hebben gezien.
De discipelen keren terug naar Jeruzalem, zoals Jezus tegen hen heeft gezegd. Ze gaan met z'n allen naar de bovenzaal. Welke zaal dat precies is, weten we niet, maar we horen er vaker over in de Bijbel. In ieder geval is het een grote zaal, waar ze allemaal bij elkaar kunnen zijn.
Met elkaar blijven ze bidden. Bidden om de vervulling van de beloften die Jezus hen heeft gegeven. In Handelingen lezen we alle namen van de discipelen die daar bij elkaar zijn: Petrus en Jakobus en Johannes en Andreas, Filippus en Thomas, Bartholomeüs en Mattheüs, Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Simon Zelotes, en Judas, de broer van Jakobus. Ook zijn er een aantal vrouwen bij hen, waaronder Maria, de moeder van Jezus en verder ook de broers van Jezus. Wat een wonder! Ook de broers van Jezus, die eerst niet in Hem geloofden, zijn nu Zijn volgelingen! Lees maar eens in Johannes 7:5 over het ongeloof van de broers.
De betekenis van de hemelvaart
Maar wat is voor ons nu de betekenis van hemelvaart? Christus zit nu aan de rechterhand van Zijn Vader om voor ons te pleiten. Net als een advocaat. Hij heeft de straf voor onze zonden gedragen en daarom worden ook wij, door Christus, vrijgesproken! Zijn hemelvaart geeft ons de zekerheid dat we na ons sterven bij Hem mogen zijn. En op de jongste dag, als Hij nog een keer terugkomt naar de aarde, mogen wij allemaal met Hem leven. En tenslotte heeft Hij ons Zijn Geest gestuurd, die het geloof in ons werkt.
In de Heidelbergse Catechismus kan je dit teruglezen in vraag en antwoord 49. In het boekje 'Ook voor jou' kunnen jullie in hoofdstuk 51 meer lezen over hemelvaart. Pak dat er maar eens bij en lees het samen met je ouders door.