Over bijna twee weken is het weer Hervormingsdag. Op 31 oktober. We gaan ervan uit dat dit voor u, lezer, geen nieuws is. Daarom willen we opnieuw iets laten zien van het werk van Luther. Luther heeft naast allerlei theologische geschriften, brieven en preken ook geschreven over onderwijs en opvoeding. En dat lijkt veel minder bekend. Maar de manier waarop Luther schrijft over christelijk onderwijs is ook voor ons heel interessant en buitengewoon leerzaam. Waarom zouden ouders christelijk onderwijs nodig vinden? Nodig móeten vinden? Waarom zouden predikanten en ouderlingen daarop moeten aandringen? Ook het christelijk onderwijs was vrucht van de reformatie.
We denken dat het goed is om Luther zelf te laten spreken. (De citaten komen uit 'Luther verzameld', onder red. van prof. H.J. Selderhuis, hoofdstuk 6, over christelijk leven, 'Een preek dat we de kinderen naar school moeten sturen'.)
Preek
De preek is, zoals ook de vertaalster aangeeft, geen echte preek maar een verzameling van brieven en korte publicaties. Luther richt de 'preek' aan de raadssecretaris van de stad Neurenberg, een zekere Lazarus Spengler. Zelf zegt hij dat hij een preek gemaakt heeft voor de predikanten in alle plaatsen maar dat het onder zijn handen een boek geworden is! Om de mensen te vermanen hun kinderen naar school te sturen. Dat was in Luthers tijd (1530) zeker geen gewoonte. Maar Luther dringt erop aan dat de mensen dat toch gaan doen. We nemen er een paar passages uit. Het is een vertaling van Duits uit de zestiende eeuw. Luther gebruikt ook woorden en begrippen uit zijn tijd, die ons misschien wat vreemd, of zelfs wat 'rooms' voorkomen. Maar we denken dat het met wat inspanning zeker te lezen is.
Erfgenamen van het hemelrijk
In het Voorwoord schrijft Luther dan het volgende.
"Onze lieve Here Jezus zegt in Mattheüs: 'Laat de kinderen ongemoeid, belet ze niet bij mij te komen, want het koninkrijk van de hemel behoort toe aan wie is zoals zij etc.' Dat zou al genoeg gepreekt zijn als voorwoord voor een boekje over de school, als er ogen en oren zouden zijn die zien en horen konden of wilden. Want hier horen we immers duidelijk dat de kinderen, die men naar Christus laat komen of brengt, kinderen en erfgenamen van het hemelrijk zijn, dat wil zeggen rechters en heren over de duivel, de wereld en haar afgoden. Hoe zalig zouden we dan een arm mens vinden, als hij voor God waardig bevonden wordt een kind te helpen zodat dat bij Christus komt. Zo iemand zou moeten weten wat een voortreffelijk, prachtig en christelijk werk hij daarmee doet."
Prachtig werk, zegt Luther: een kind helpen zodat het bij Christus komt. Voortreffelijk en christelijk. Dat is kinderen christelijk onderwijs laten volgen.
Ja, dat is waar het om gaat in christelijk opvoeden en laten onderwijzen: kinderen, erfgenamen van het hemelrijk, brengen bij Christus. Een diepe en Bijbelse gedachte.
En, vervolgt Luther, dat is maar geen praatje. Dat is werkelijkheid!
"Het is zeker zo: als we bevorderen dat kinderen naar school gaan, ze opvoeden, ze laten studeren en er ook geld en advies voor geven zodat dit kan gebeuren, dan betekent dit werkelijk dat we kinderen naar Christus brengen en dat steunen. Ik spreek nu niet over kwa-jongensscholen of ontuchtige huizen, maar over scholen waar ze kinderen opleiden in de wetenschappen, tot een eerbaar leven en de dienst aan God, waar kinderen God en zijn Woord leren kennen en daarna mensen worden die bekwaam zijn de kerken, het land en de mensen, de huizen, kinderen en knechten te besturen."
Bekwaam
In bovenstaande citaten lezen we dus waar het Luther om gaat. Hij stoot als het ware meteen door naar de diepte. Het gaat er niet allereerst om eigen gaven te ontwikkelen, om een goede baan te kunnen krijgen, of iets dergelijks. Nee, het gaat erom de kinderen bekwaam te maken. Toe te rusten.
En dat niet om die kinderen zelf, om zich zelf te kunnen ontwikkelen. Nee, allereerst met het oog op hun ambt. Om de invulling van het ambt van alle gelovigen. Om de kerken te besturen, dat noemt Luther als eerste, en om het land, de mensen, hun bedrijf en hun gezin te besturen als gelovige christenen. Dat is de roeping van de jeugd van de kerk. En daarvoor allereerst moeten ze bekwaam gemaakt worden. In heel het leven als gelovig christen optreden.
Zien we hoe actueel dat nu nog is? Tegen de trend in van vandaag, in onze maatschappij, om kinderen te zien allereerst als bijdragers aan de economie van de toekomst? En vervolgens als deelnemers aan de liberalistische mensgerichte maatschappij?
Luther zegt in feite: nee, kinderen moeten getraind worden voor het koninkrijk van God.
Naar Christus brengen
En hoe doe je dat?
Door de kinderen in het onderwijs naar Christus te brengen... Zo schrijft Luther aan meneer Spengler.
Daar mogen we best nog even wat langer bij stilstaan.
Ja, willen we dat onze kinderen straks hun ambt kunnen vervullen in kerk en maatschappij, dan moeten we ze naar Christus brengen. Dan moeten we ze leren en voorhouden en voorleven wie Christus is en wat Christus deed en doet. Dat is ook de opdracht voor vandaag. Voor ouders om hun kind zulk onderwijs te laten geven. Onderwijs dat brengt naar Christus. Voor ambtsdragers om daarop in de gemeente de ouders te bevragen.
Een zin uit een 'preek' van Luther. Een paar woorden maar. En tegelijk ontzaglijk diep. En ernstig. Het gaat om Christus! Ook in het onderwijs.
Lot en Daniël
In het vervolg van dat voorwoord legt Luther uit dat het niet zo eenvoudig zal zijn. Velen vinden onderwijs niet nodig. De roomsen zijn er fel op tegen. En de duivel zal alles doen om het te verhinderen. Maar dat moet de ouders niet weerhouden.
En dan schrijft hij aan het eind van het voorwoord de volgende prachtige woorden. Alsof ze geschreven zijn voor onze anti-christelijke tijd.
"Laten wij, christenen, bedenken en doen alsof we Lot in Sodom en Daniël in Babel waren, dat we toch zouden helpen waar we maar konden, omdat we weten dat we niet tevergeefs werken maar een trouwe, rijke, liefdevolle HERE en God dienen, zowel met ons doen als met ons lijden, die ons niet wil vergeten maar een groot welgevallen in ons heeft en ook op de juiste tijd het plezier en de vreugde van ons hart aan de duivel en zijn trawanten wil tonen, als Hij zal komen (God geve dat spoedig) om te oordelen de levenden en de doden. Hem zij lof en eer in eeuwigheid. Amen."
Wees als Lot. Wees als Daniël. Omgeven door vijandschap tegen God en Zijn volk. En toch hun ambt vervullend. Niet voor niets: de tijd komt dat Gods volk grote vreugde zal beleven. En de duivel en zijn knechten zullen het zien. Als Christus weerkomt.
Geestelijk ambt
Luther trekt in een ander deel van zijn 'boek' de lijn verder door. Het is niet alleen zo dat de kinderen christelijk onderwijs moeten hebben om hun eigen ambt te vervullen. Nee, de kerk heeft de 'geestelijke stand' nodig. Voorgangers en ambtsdragers. Dat is de wil van Christus. En hoe kun je die krijgen als de kinderen geen christelijk onderwijs krijgen? Hoe moet de ambtelijke dienst dan in stand blijven?
"Als nu zeker en waar is, dat God de geestelijke stand zelf heeft ingesteld en gesticht, met zijn eigen bloed en dood, is de conclusie eenvoudig dat Hij wil dat deze stand hoog geëerd wordt en dat Hij niet wil hebben dat die verloren gaat of ophoudt te bestaan, maar dat die blijft bestaan tot op de jongste dag. Want het evangelie en de christenheid moeten immers blijven tot op de jongste dag, zoals Christus zegt in het laatste hoofdstuk van Mattheüs [28:20]: 'En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.' Maar door wie kan deze stand blijven bestaan?"
Dat is de vraag. Hoe houden we predikers en zielzorgers? Hoe houden we ambtsdragers? Waar halen we ze vandaan? Waar zal de kerk mannen vinden om de bijzondere ambten te vervullen? Totdat Christus weerkomt? Die kerkleden komen er niet vanzelf.
"Koeien en paarden, honden en varkens zullen dat niet doen, hout en steen ook niet. Wij mensen moeten dit doen, want dit ambt is immers niet bevolen aan koeien of paarden, maar aan ons mensen. Maar waar zullen we mensen vinden voor dit werk, behalve onder hen die kinderen hebben? Als je je kind daarvoor niet wilt opleiden en anderen doen dat ook niet, als geen enkele vader of moeder zijn of haar kind hiervoor aan onze God wil geven, waar zullen dan het geestelijke ambt en de geestelijke stand blijven?"
Tot Gods dienst
Ouders, stuur je kinderen naar christelijk onderwijs. Geef ze ook op die manier aan de Heere. Zodat hij later mensen vindt om de ambten te vervullen. Om de kerk te besturen tot Gods eer. Kinderen zijn een zegen van de Heere, leert de Bijbel. Je mag en moet van je kinderen geníeten. Maar niet in de eerste plaats daarvoor gaf God ze aan de ouders.
Luther legt uit: "Hij heeft kinderen gegeven en voedsel, niet voor jouw eigen plezier of om ze voor wereldlijke glorie op te voeden. Het is jou serieus geboden om ze op te voeden tot Gods dienst, anders zul jij met kinderen en al uitgeroeid worden, zodat alles wat je aan hen besteed hebt verloren is. Want het eerste gebod zegt: Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer zij mij haten. Maar hoe wil je ze opvoeden tot Gods dienst als het predikambt en de geestelijke stand verdwenen zijn? En het is jouw schuld: want jij had hier iets aan kunnen doen en het in stand houden als je je kind had laten leren."
Jouw schuld
Luther gebruikt stevige taal. Scherp. Wij zouden sommige dingen nu anders zeggen. Maar als we daar doorheen kijken, dan lezen we echt waar het ten diepste om gaat. Kinderen opvoeden en onderwijzen tot Gods dienst. Omdat ze geroepen zijn hun ambt te vervullen. Omdat de Heere predikanten en zielzorgers nodig heeft voor Zijn gemeente. Ja, we kunnen de lijn zo doortrekken naar de Opleiding tot de Dienst des Woords. Maar toch ook naar het opleiden van leraren en leraressen?
Kinderen opvoeden en onderwijzen... Niet allereerst voor eigen genoegen. Niet allereerst voor die kinderen zelf. Maar voor de dienst aan de Heere.
Horen we hier niet de taal van het doopformulier?
Voordeel en nadeel
Verderop gaat Luther alle nadruk leggen op christelijk onderwijs voor het predikambt. In onze ogen misschien wat eenzijdig. En streng. Maar in Luthers tijd begrijpelijk: er was een grote oogst maar slechts weinig arbeiders. Trouwens, ook die aandacht voor het predikambt mag ons iets te zeggen hebben.
We willen dan ook nog één keer Luther aan het woord laten. Als je kind later tot de 'geestelijke stand' mag behoren, dat is als je kind predikant, ambtsdrager of leraar mag worden, die in trouw anderen voorgaat naar Christus, dan is dat een zegen. Een kostbare schat.
"Ik wil niet dat je denkt dat ik te streng tegen je spreek. Daarom wil ik je gedeeltelijk zowel het voordeel als het nadeel voorleggen van wat jij doet, zodat je zelf kunt zeggen of je rechtens het eigendom van de duivel bent en de eeuwige hel verdiend hebt, als je ziet dat je hier schuldig bent en je niet bekeert. Aan de andere kant kun je je met je hele hart verheugen en vrolijk zijn, als je ziet dat God jou heeft uitgekozen om met je bezit en je werk een zoon op te voeden, die een vrome, christelijke predikant, prediker of schoolmeester wordt en dat je met Gods hulp daarmee een bijzondere dienaar hebt grootgebracht, ja, zoals boven gezegd is, een engel van God, een echte bisschop voor God, een heiland voor veel mensen, een koning en prins in Christus' rijk en in Gods volk een leraar, een licht van de wereld. En wie zal of kan alle eer en deugden noemen die een werkelijk trouwe predikant voor God heeft? Er is geen kostbaarder schat of een edeler zaak hier op aarde en in dit leven dan een werkelijk trouwe predikant of prediker."
Diepe ernst
Nogmaals, misschien vinden we de manier waarop Luther spreekt wel wat bombastisch en ouderwets. Maar tegelijk moeten we dan bedenken dat dit niet zomaar praatjes zijn. Luther wilde in zijn tijd de mensen doen begrijpen dat christelijke opvoeding en christelijk onderwijs de wil van de Heere is. Niet vrijblijvend. Diep ernstig. Niet voor niets spreekt hij over schuld.
Maar... Ook over grote vreugde!
Want tenslotte geeft het leven naar Gods wil, ook in het opvoeden en laten onderwijzen, diepe vreugde. Eeuwige vreugde.
Zo was Maarten Luther reformator, ook van het onderwijs. Ook van het denken over de verantwoordelijkheid van ouders en ambtsdragers daarin. Kinderen voeren tot Christus. Met het oog op de toekomst van de kerk. Jeugd in de kerk, jeugd die echt christelijk onderwijs krijgt? Een grote verantwoordelijkheid. Dat leerde Luther de gelovigen opnieuw.
Ook dat mogen we gedenken op 31 oktober.