Gaat u met uw tijd mee? Ben jij modern? Een vraag die ons onbewust best bezig kan houden, want u wilt toch niet voor ouderwets bekend staan? Jij wilt toch niet doorgaan voor iemand die leeft in vroeger tijden? Ouderwetse mensen, dat zijn toch de verliezers in de maatschappij? We moeten vooruit. We moeten met onze tijd mee, want stilstand is achteruitgang! Zijn we als kerk eigentijds? Laten we ons daardoor leiden? Het is een vraag die de aandacht krijgt in diverse kerkelijke media. Het is een vraag waar ook wij onszelf op mogen bevragen. Twee mensen of partijen zijn in debat. Een van de partijen voert in zijn pleidooi het argument aan dat hetgeen de andere partij betoogt 'niet meer van deze tijd is'. Voorbeelden? Even zoeken op Google levert diverse voorbeelden op: vijftien jaar bij dezelfde baas werken? Niet meer van deze tijd. Christelijk onderwijs? Dat is iets van vroeger. Het Wilhelmus? Uit de tijd. Sterker nog, het koningshuis is überhaupt niet meer van deze tijd. En ga zo maar door. Ook de discussie met betrekking tot het vrijwillig levenseinde wordt gevoerd met het argument van het vooruitgangsgeloof: onze beschaving is zo ver ontwikkeld dat het nu de hoogste tijd is om het vrijwillige levenseinde op een 'beschaafde' manier te willen regelen. Het oude is voorbijgegaan, het nieuwe wordt beter. Vroeger was er armoede, vandaag hebben we sociale zekerheid. Vroeger waren er godsdienstoorlogen, met de mensenrechten zijn we op weg naar de wereldvrede. Ook in de kerk werd en wordt het argument gebruikt. Een beamer, liedboekliederen, de zondagsrust: we moeten met onze tijd mee, wat impliceert dat we kennelijk iets moeten doen wat we voorheen niet deden en wat 'de tijd' nu wel van ons eist. Gereformeerd 2.0 vraagt een andere visie op de positie van de vrouw met betrekking tot het regeerambt in de kerk. Iedereen die niet meegaat, zit vast aan het oude, voert een 'herme-neutisch conflict' en legt Bijbelteksten eenzijdig uit. Het tijdsargument is in bovenstaande voorbeelden een zwaarwegend argument. Je kunt argumenten aanwijzen gebaseerd op feiten of omstandigheden, maar het argument 'de tijd' is van een andere orde. De tijd wordt een maatstaf. Zoals God Woord als maatstaf, als norm wordt gebruikt, zo wordt ook 'de tijd' gebruikt als een maatstaf. Het eigen beleven, de eigen ervaring van 'de tijd', hetgeen we zelf merken van de wereld om ons heen, dát wordt de norm en maatstaf waarop wij ons persoonlijk, kerkelijk en maatschappelijk leven beoordelen. Maar, wat is 'de tijd'? Wie bepaalt wat wel of niet van deze tijd is? Wie kan aanwijzen wat wel of niet eigentijds is? Hoe we onze tijd interpreteren, met welke norm we de geest van deze tijd ervaren, maakt hoe we als mensen tegen onze omgeving aankijken en hoe we haar beoordelen. Een argument dat we mee moeten met de tijd, is daarom een bijzonder argument, omdat iedereen iets anders als wel of niet 'eigentijds' kan beoordelen. De tijd wordt de maatstaf, in plaats van Gods Woord. Daarmee leveren we ons over aan de grillen van de huidige tijd, aan de grillen van de mens, die doet wat goed is in eigen ogen. Dan beland je in een cultuur waar de meerderheid het voor het zeggen heeft, de schreeuwer, de nieuwste hype. Vanuit deze beoordeling kan de conclusie dan zijn dat de islam een achterlijke cultuur is, zoals ook Pim Fortuyn destijds zei. Hij vond dat de cultuur die werd gestempeld door de islam, bleef steken in een barbarij, waaraan onze beschaving gelukkig is ontgroeid. Het is een beangstigend argument, want waarom zou ook het christelijk geloof niet als 'achterlijk' worden getypeerd? De maatstaf 'tijd' wordt gebruikt om veranderingen te verdedigen: we gaan iets doen wat we vroeger niet deden en vice versa. Iets doen wat we vroeger niet deden, iets gebruiken wat we vroeger niet hadden of gebruikten hoeft op zichzelf genomen niet afgewezen te worden. Gelukkig hoeven de artikelen voor Gelukkig gaat de tijd verder. De dag van gisteren komt in de eeuwigheid nooit meer terug. De Heere werkt zelfs met haast naar het einde van de tijd. De tijd is door God gemaakt bij het scheppen van deze kosmos. In de voortgang van de tijd kunnen vragen naar voren komen. Catechismussen uit het hoofd leren door onze jongeren, is dat nog eigentijds? Alles kan toch worden opgezocht op het internet? Op zondag naar de kerk, is dat nog in te passen in de 24-uurs economie van vandaag de dag? De dienst van het Woord, een 'one-man-show', is dat nog van deze tijd? Zouden we niet de prediking in de kerk van een update moeten voorzien en er een meer eigentijds evenement van maken? Eigentijds, dat wil dan zeggen: meer dialoog, alle aanwezigen mogen hun (ongezouten) mening kenbaar maken, meer participatie van gemeenteleden in de verschillende onderdelen van de liturgie. Juist in deze vragen moeten we ons niet laten leiden door de geest van de tijd. Veranderen vanuit het argument 'we móeten met onze tijd mee' is niet goed. De vraag moet zijn of het een goede zaak is om dingen te veranderen. Behouden we door te veranderen wat Bijbels gefundeerd is? Immers, de HERE heeft het behaagd door de dwaasheid van de prediking zalig te maken hen die geloven. De kerk is zo werkelijk de werkplaats van de Heilige Geest, waar Hij door prediking van Gods Woord het geloof in ons wil werken. De vraag moet ook zijn of we behouden wat we waardevol en wenselijk vinden. Immers, juiste de parate kennis van catechismus en (kerk)geschiedenis zijn heel belangrijke instrumenten voor onze opgroeiende kinderen om zelfstandige burgers te worden van Gods koninkrijk en daarin ook op eigen benen te staan. Juist een christen, een kind van de Vader, zal erkennen dat veranderen op zichzelf genomen niet verkeerd is. Ons leven moet van dag tot dag veranderen. We moeten veranderd worden naar het beeld van God, in ware gerechtigheid en heiligheid. Het afleggen van de oude mens en het aandoen van de nieuwe mens is een proces wat van dag tot dag verstrijkt. Ons hele wezen moet veranderd worden. Ons harde en onwillige hart moet veranderd worden naar een gewillig hart. Die verandering, die ons hele leven doortrekt, is juist een goede zaak. Een verandering waar we ook naar mogen verlangen, om zo veel vruchten te dragen tot Gods eer. De Heere wil Zijn volk, de door Hem geheiligden, als nieuwe mensheid laten leven, om daarmee het licht van het Evangelie te verspreiden. Dat we wandelen in goede werken en zo door onze levenswandel ook onze naasten trekken tot Zijn dienst. In het voortschrijden van de geschiedenis en alle veranderingen die dat met zich meebrengt, is er één constante factor: Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde, en tot in eeuwigheid (Hebr. 13:8 De Hebreeënschrijver roept zijn lezers in het vervolg van hoofdstuk 13 op om zich niet te laten meeslepen. Hij wijst daarbij ook de oorzaak aan van waarom we meegesleept kunnen worden. Namelijk, ons boze en zondige hart. De beslissing om ons over te geven aan vreemde leringen en dwalingen komt op uit ons hart. Wanneer ons hart zwak is voor het Evangelie, wanneer we als soldaten in Gods koninkrijk de geestelijke wapenrusting afleggen en onbeschermd de strijd in gaan, dan zijn we vatbaar voor iets nieuws. Onze eigen hang naar de wereld en de wens om 'mee te gaan' met die tijdsgeest, kan zomaar leiden tot een koerswijziging. Er is dan geen sprake van een onschuldige verandering, maar van een verleggen van de koers. Een koerswijziging die uit een andere koker voortkomt dan het zuivere, klare woord van God. Daarom moet telkens weer onze innerlijke gezindheid, ons denken, vernieuwd worden. Laten wij vasthouden aan de maatstaf van Gods Woord. Deze maatstaf is tijdbepaald, maar niet tijdgebonden. Dat wil zeggen dat de Bijbel is geschreven in een tijd en onder omstandigheden die anders waren dan de onze. Mozes, de Psalmendichters, de Kroniekenschrijver, de profeten, ze leefden onmiskenbaar in een andere tijd en hun geschriften worden gestempeld door die tijd. Maar, dat wil niet zeggen dat ze alleen maar voor die tijd of dat moment zeggingskracht hadden. De Heere heeft Zijn Woord gegeven ook met het oog op ons. De zeggingskracht is niet gebonden aan eeuwen geleden, maar geldt ook voor vandaag, voor ons, voor het hier en nu. Wanneer we vasthouden aan die maatstaf en van dag tot dag vernieuwd worden, dan toetsen we ook ons eigen leven en ons gemeenschappelijk leven. Hoever zijn wij al met de geest van deze tijd meegegaan? Hoe houden wij de controle over onze beeldschermen? Hangen wij ook avond aan avond voor de buis? Wat is voor ons belangrijk in de opvoeding van de kinderen en het onderwijs dat ze krijgen? Hoe leven wij in ons huwelijk? Hoe gaan we met elkaar om in de kerk? Hoe opereren wij op kerkelijke vergaderingen? Is ons ja dan ja, en ons nee nee? Wat is ons voor belangrijk in ons werk, carrière en een mooie auto? Wat is voor ons belangrijk bij studiekeuze? Houden we daarin rekening met Gods geboden? Onderscheiden we ons van 'deze tijd' doordat we in leer en leven uit één stuk zijn of doen we mee met een wereldse, eigentijdse levensstijl? We zien de ontwikkelingen in maatschappij en kerkelijke gemeenschappen met lede ogen aan en worden verdrietig als we zien hoeveel mensen zich laten meeslepen door 'de tijd' en daarmee de maatstaf van Gods Woord buitenspel zetten. We hoeven dan niet allen te wijzen en ons hoofd te schudden over zoveel afval en eigenwilligheid, maar laten we het gebruiken als een baken in de zee. Een baken in de zee die het kerkschip waarschuwt om koers te blijven houden, tegen alle vijandschap en tegenstand in. Laten wij steeds volharden in het gebed en het lezen in Gods Woord om, gewaarschuwd door de bakens in de zee, niet meegesleept te worden. Bent u eigentijds? Ben jij modern? Zijn we als kerk ouderwets met een boodschap die uit de tijd is? Laten we ons niet schamen om juist niet mee te gaan met de tijd, wanneer het nieuwe niet beter is dan het oude. Juist in alle ontwikkelingen en veranderingen van tijd en tijdsgeest, mag en moet de kerk een rots in de branding zijn. Juist in deze tijd biedt het kerkschip een behouden vaart. In het woeden van de satan tegen Gods kerk en Zijn volk, mogen wij juist blijven bouwen op de rots die van Eeuwigheid is en tot in Eeuwigheid blijft, Jezus Christus, het hoofd van Zijn kerk. Zo kunnen we doorgaan in deze wereld, in alle vrijmoedigheid en koersvast naar de komst van Gods koninkrijk in volmaaktheid.Vooruitgang!
Aard van het argument
Veranderen
De voortdurende verandering
Constante factor
De juiste maatstaf