Het getuigenis over God als Schepper


Hand. 17:18,30:

18 Want hij verkondigde hun Jezus en de opstanding. (...)30 God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden van de onwetendheid, nu overal aan de mensen dat zij zich moeten bekeren.

God heeft omgezien naar de mens die Hem niet wilde kennen. Hij heeft Abraham Zijn beloften gegeven. Hij heeft Jakob uitverkoren om naar Zijn heilig Woord te horen. Aan Israël heeft Hij ten leven Zijn rechten en Zijn wet gegeven. Maar zo deed Hij dit toen aan geen andere volken. Zo gold dit voor het Oude Testament.

Maar nu is de Here Christus geboren om de zonde van de wereld weg te nemen. De zonde waarmee de mens Zijn God niet wilde dienen en eren naar Zijn Woord. De Heere Christus heeft geleden, is opgestaan, en naar de hemel gevaren en heeft Zijn Geest uitgestort en Zijn apostelen uitgezonden, daarom gaat nu gaat het evangelie de wereld rond.

Vervulling

In het boek Handelingen worden de beloften aan Abraham vervuld. Het heil in Christus wordt nu verkondigd aan de heidenen. Daarom is Paulus nu in Athene en verkondigt hij het evangelie van Jezus en Zijn opstanding. Het evangelie van Christus als de levende Heer.

Nu komt in vervulling wat de profeet Jesaja schrijft in hfdst. 42:1-4:

1 Zie, Mijn Knecht, Die Ik ondersteun, Mijn Uitverkorene, in Wie Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik heb Mijn Geest op Hem gelegd. Hij zal tot de heidenvolken het recht doen uitgaan.

2 Hij zal niet schreeuwen, Hij zal Zijn stem niet verheffen, Hij zal Zijn stem op straat niet laten horen.

3 Het geknakte riet zal Hij niet verbreken, de uitdovende vlaspit zal Hij niet uitblussen; naar waarheid zal Hij het recht doen uitgaan.

4 Hij zal niet uitdoven, Hij zal niet geknakt worden, totdat Hij het recht op aarde zal hebben gevestigd. De kustlanden zullen uitzien naar Zijn onderricht.

God stelt Zijn knecht, de Heere Jezus Christus tot een licht voor de heidenvolken, om blinde ogen te openen, om gevangenen uit de kerker te leiden, uit de gevangenis wie in duisternis zitten.

Deze landen mogen nu de Heere Jezus leren kennen en in Hem de Vader om zo tot geloof te komen. Het heil in Christus is er ook voor de heidenen, voor hen die in duisternis gezeten zijn. Ze zaten in de gevangenis van onwetendheid en zonde; in de kerker van ongeloof en verderf (Jes. 42:6,7). Waar ze met blinde ogen naar God tasten maar Hem niet vinden (Hand. 17:27).

Bekeer u

Paulus heeft op de markt het evangelie gepredikt van het licht van de levende Heere Jezus, die voor de zonden is gestorven, maar ook is opgestaan uit het graf. Hij predikte de genade van vergeving van zonde en eeuwig leven voor allen die geloven. Nu hij zich moet verantwoorden voor het college van de Areopagus, vat hij dit evangeliewoord van de Christus samen in 'bekeer u dan' (vs 30).

Bekeer u. Dit is geen woord van Paulus zelf, maar woord van God. God wil hen verlossen. Hij wil voorbij zien aan hun onwetendheid van zo'n lange tijd. Hij roept hen nu tot Zich. De Heere Zelf zegt zo: u moet zich bekeren.

Paulus zegt niet: ik heb een boodschap voor u waar u eens goed over na moet denken. Of: u kunt er uw winst mee doen, als u deze boodschap aanneemt.

Hij zegt niet: er is ook een andere manier om met de dingen om te gaan, en dat is het geloof in God door Christus. Maar hij zegt: God zegt u dat u zich moet bekeren!

Dat geldt zelfs overal voor àlle mensen, die deze boodschap horen: bekeert u.

Bekeert u van uw zondige wegen, dat u Mij niet gediend hebt. Bekeert u van het dienen van uw afgoden. Bekeert u van uw eigen denken, uw eigenwilligheid, uw eigen verlangens.

Het grondtekstwoord voor bekeren betekent: keer je geest om, verander je gezindheid. Het gaat om een radicale ommekeer van je innerlijk, van je hart.

Bekeren is niet je aanpassen aan andere gewoonten, het is niet een uiterlijke verandering in je doen en laten. Een andere keuze die je maakt in je voorkeuren.

Nee het is een radicale omwenteling in je denken, je willen, je verlangens.

De Heere wil dat je je in alles nu op Hèm richt als de God van je leven.

Zo verdedigt Paulus zijn boodschap over Jezus en de opstanding voor de Areopagus.

Overal aan alle mensen

Met deze indringende verkondiging wil God beslag leggen op ieder mens.

Niemand mag zich meer aan Hem onttrekken. De dagen van onwetendheid zijn voorbij. God ziet nu in Zijn Zoon als Verlosser om naar de mensen.

Hij heeft daarvoor Zijn Zoon gegeven. Om aan het kruis door Zijn dood de zonden van de wereld weg te nemen.

Nu God Hem heeft opgewekt, zendt Christus Zijn predikers erop uit. Met dezelfde boodschap als Hij en Johannes de doper op aarde deed horen: 'Bekeer u want het Koninkrijk van God is nabijgekomen.' (Matt. 3:2; 4:17; Marc. 1:15) Zo zoekt God de mens op, om Zich te laten vinden. God toont zich hier als de Verlosser. Hij wil dat de mensen zich nu bekeren tot Hem. Zodat ze Hem gaan dienen.

Paulus zegt dat God nú verkondigt dat je je moet bekeren. Dat nu, geldt voor elke keer als het evangelie klinkt. 'Heden, als u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet' (Hebr. 3:7,15).

Het is een groot voorrecht om dat bevel van God te mogen horen. Laten we daarbij vooral niet denken dat bekering voor ons niet meer nodig is. Dat wij het nu wel weten. Dat zou een ernstige misvatting zijn. Ook wij doen nog werken van de duisternis. ook al worden we er niet door beheerst. Ook wij moeten ons steeds bekeren van de afgoden als producten van onze oude mens.

In onze postmoderne tijd wil men niet weten van een evangelie dat zo absoluut is, dat geen alternatief toelaat, als de ene waarheid die er bestaat. Ook wil men niet weten van een waarheid die opgelegd wordt, laat staan dat die een radicale bekering vraagt.

Toch is dat precies wat de Heere blijft eisen van alle mensen.

Hij wil ook dat je je steeds meer en steeds verder bekeert. Zodat je werkelijk beeld van Hem wordt, gelijk-vormig aan het beeld van Zijn Zoon om Hem te eren en te dienen met heel je leven.