Prioriteit in het alledaagse leven *


In onze maatschappij is veel gericht op aardse bevrediging: geld, consumptie, seks, vermaak. Een carrière is gericht om - als het even kan - luxe te kunnen leven, om mooie vakanties te hebben, om veel vrije tijd te kunnen besteden. Bij veel mensen draait het om persoonlijke ontplooiing, welvaart, eten, vrije tijd en vermaak. Ze werken om te eten en te genieten, in plaats van dat ze eten en genieten om te kunnen werken tot eer van God en tot dienst aan de naaste. Hoe vinden wij als christenen nu onze weg in deze consumptiemaatschappij? Juist hier geldt voor ons: U geheel anders, u hebt Christus leren kennen (Ef. 4:20, NBG51)!

Als je ernst wil maken met het leven als christen moet je voortdurend keuzes maken. Dat geldt voor ouders om te zien naar welke school ze hun kind moeten sturen. Dat geldt voor kinderen en ouders om te zien welke vervolgopleiding er gemaakt moet worden, ook in verband met het toekomstige werk.

Niet alleen praktische zaken spelen daarbij een rol, zoals de vraag: wat kan ik aan, heb ik daar wel de capaciteit voor, welk vakkenpakket is zinvol en nuttig? En t.a.v. een baan: krijg ik op dat werk voldoende inkomsten, heb ik er zekerheid voor de nabije toekomst, of kan ik doorstromen?

Steeds is minstens zo belangrijk m.b.t. school en opleiding de vraag: draagt deze bij tot vorming van mij als christen? En m.b.t. een baan: betekent deze een roeping voor mij als christen, kan ik daarmee de Heere dienen en eren?

Het kan dan zijn dat je tot de conclusie komt: deze school is totaal ongeschikt of zelfs gevaarlijk voor de geloofsopvoeding van mijn kind; of deze baan moet ik als christen vermijden of is zelfs beslist verboden!

Wat is bij dit alles de maatstaf, waaraan toets ik dit alles? Wat is het belangrijkste? Wie helpt mij daarbij?

Om hierin de weg te vinden, wil ik vijf kaders aangeven, die onderling in verband met elkaar staan.

KADER 1: Het grote doel van je leven

Het eerste kader is het doel van je leven: beeld van God zijn. Als mens ben je door God geschapen met het doel om Hem als Zijn beeld te vertegenwoordigen op aarde, om Hem te verheerlijken in je leven en met je werk. Dit gaat terug op Gen. 1:27.

De zondeval heeft dit aangetast. Maar in Christus is dit toch weer mogelijk geworden.

Als je in Hem gelooft, mag je weten dat Hij voor je zonden heeft betaald, maar ook dat Hij in jouw plaats volmaakt beeld van God is geweest. Bovendien schenkt Hij je als gelovige nu Zijn Geest om weer als beeld van God te kunnen leven en werken, en je zo aan de Heere te geven als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk (Rom. 12:1,2).

Beeld van God zijn is dus echt het hoogste doel en de grote zin van heel je leven op aarde.

Als het goed is, is 'christen zijn' hetzelfde als 'beeld van God' zijn.

Maar wat houdt dit in? Het is op alle terreinen van het leven het ambt aller gelovigen tonen: profeet, priester, koning zijn in dienst van Christus. Hem in àlles navolgen.

Daarbij hoort je geloof, je oefening in de godsvrucht, je kerkgang, je deelname aan de gemeenschap der heiligen, je keuze van je levensgezel, je barmhartigheidsbetoon.

Maar beslist ook je studie, je opleiding, je werk!

Adam kreeg de opdracht de aarde tot ontwikkeling te brengen. Tot eer van God. In dat kader moet nu ook je opleiding, je loopbaan, je carrière staan.

KADER 2:Het grote geheel

Het gaat met de keuzes in je leven als christen om heel je persoon, om heel je leven.

Je kunt voor de Heere je leven niet opdelen in verschil-lende stukjes, om daar keuzes uit te maken. Alsof je je alleen op je carrière zou kunnen richten. Nee, alles valt onder Gods roeping in deze volgorde:

1. Als eerste geldt: je bent er door God Zelf toe bestemd om op Hem gericht te zijn. Want je bent Zijn beeld. Dat betreft vooral je geloof, je godsdienst, je geloofsvorming, je plaats in de kerk en het meebouwen daaraan.

2. Als tweede daaraan verbonden, vraagt God ook dat je als christen op het heil van je naaste bent gericht: de gemeenschap der heiligen in de eerste plaats, je (toekomstige) gezin, maar ook de samenleving.

3. Als derde aan bovenstaande verbonden, richt je je op jezelf: Je zult jezelf mogen en moeten ontplooien, maar nooit los van de eer van God, nooit los van het heil van de naaste, en ook niet los van het onderhoud van je gezin.

Met je inkomen zul je kunnen geven aan de kerk, maar ook om anderen die dat nodig hebben te laten delen in je overvloed.

Bedenk daarbij: het leven is één! Omdat God je één leven geeft in Zijn dienst, tot Zijn eer.

En omdat Hij over alle terreinen van het leven gaat. Omdat Hij ook heel je leven voor Zich opvraagt. Hij rust je daarvoor toe met alle nodige gaven en krachten. Maar Hij vraagt je ook ter verantwoording voor wat je ermee hebt gedaan. In de dienst aan Hem en Zijn Koninkrijk.

Zo moet alles in je leven in elkaar grijpen, op elkaar afgestemd worden, in de juiste balans gebracht worden.

Je kunt dus niet denken: eerst ga ik nu een groot aantal jaren al mijn krachten geven aan studeren, een opleiding volgen en daarna nog alles geven voor de opbouw van een carrière, dan komt daarna zo rond mijn 35ste jaar nog wel eens tijd voor gezinsvorming, geloof en kerk.

Met zo'n instelling denk je puur aan jezelf. Aan je eigen ontplooiing en niet aan de grote opdracht die je van God gekregen hebt als christen en kerklid. Zo ben je niet beeld van God en volg je Christus niet, maar jezelf en deze consumptiewereld.

KADER 3:Onderscheiden gaven en krachten

Van persoon tot persoon zal de één meer, de ander minder gaven van de Heere ontvangen, ook verschillend per gebied. Op de gebieden van denken en doen kan dat heel sterk uiteenlopen. De één kan en doet veel meer met zijn handen, terwijl de ander meer denkvermogen heeft. De één heeft veel grotere sociale vaardigheden ontvangen en ontwikkeld dan de ander, die liever op zichzelf werkt. Die verschillen zie je in de gemeenschap der heiligen (zie 1 Kor. 12), maar zo is dat ook in de maatschappij.

De vraag is daarbij wel: gebruik je nu ook de talenten die de Heere je heeft gegeven?

Benut je de van Hem ontvangen gaven, of ga je daar slordig of zelfs onverschillig mee om?

Vergelijk de gelijkenis van de talenten, Matt. 25:14-30.

God heeft ook onderscheid gemaakt bij de schepping tussen man en vrouw. Hij schonk hen als man en vrouw verschillende gaven, fysiek, maar ook psychisch. Gericht op de door God bepaalde onderscheiden taken voor man en vrouw. Zodat de vrouw zich richt op man en gezin en de man hoofd van zijn gezin kan zijn.

In het huwelijksformulier staat voor de man:

Wees trouw in de uitoefening van uw beroep, zodat u in staat bent uw gezin te onderhouden en andere mensen te helpen.

Voor de vrouw:

Wees uw man tot hulp en zorg ook goed voor uw gezin.

In onze tijd wil men van dit onderscheid niet meer weten. Man en vrouw hebben compleet gelijke rechten en moeten compleet gelijke kansen hebben op welk gebied ook.

Het vrouw-zijn is voor onze maatschappij niet op man, gezin, en kinderen gericht.

Deze emancipatiegedachte wordt sterk onder de aan-dacht gebracht en gepromoot.

Met name ook door de overheid. Denk aan belasting-maatregelen die gezinnen met éénverdieners in het nadeel brengen!

KADER 4:Leidraad

Ook voor keuzes m.b.t. school en werk is Gods Woord onze gids, onze norm, onze leidraad.

De wereld heeft heel andere normen en waarden, en een heel ander perspectief dan Gods Woord geeft. Als christen sta je daarom vaak alleen. Dat brengt ook met zich mee dat je studie en met name je beroep je in situaties brengen die in conflict staan met Gods Woord.

Bij de planning van je carrière en de invulling ervan zul je je als christen steeds laten leiden door Gods Woord en Wet.

Zo geven Gods geboden antwoord op veel voorkomende vragen, zoals:

Eerste gebod: Heeft de Mammon, de geldzucht, een plaats bij mijn planning? Waar streef ik financieel en materieel naar? Wat zijn mijn idealen: zoveel mogelijk te verdienen? Desnoods met opofferen van mijn gezin en de kerkelijke activiteiten?

Tweede gebod: Heb ik de Heere lief ook tijdens mijn werk? Bid ik op mijn werk voor mijn eten? Gedraag ik mij als christen op mijn werk, tijdens werktijd en daarbuiten? Dien ik de Heere als vrouw en moeder, als ik fulltime buitenshuis ga werken?

Derde gebod: Wat doe ik als er op school of werk gevloekt wordt? Welk voorbeeld geef ik zelf?

Vierde gebod: Kan ik een baan aannemen als ik op zondag naar een congres moet of op een beurs moet staan, of ander beroepswerk moet doen, dat niet noodzakelijk is?

Vijfde gebod: Doe ik mee met stakingsacties? Gehoorzaam ik mijn leraar of baas?

Zesde gebod: Werk ik mee aan euthanasie in de gezond-heidszorg? Hoe ga ik om met alcohol op een bedrijfs-feestje? Werk ik mij ten koste van anderen hogerop?

Zevende gebod: Doe ik mee met dansen op het werkuitje of schoolfeestje?

Achtste gebod: Ben ik eerlijk in de handel? Werk ik zwart? Hoe geef ik mijn belastingen op? Verzin ik geen aftrekposten bij belastingaangifte? Is de VVB bij mij een restpost van mijn salaris? Geef ik ook van mijn verdiende geld aan mijn behoeftige naaste?

Negende gebod: Doe ik mee met roddelen over mijn baas, leidinggevende of collega?

Tiende gebod: Ben ik tevreden met mijn werk of juist jaloers op een collega die toch maar beter betaald wordt?

KADER 5:Prioriteiten

Veel komt op ons af rond school, opleiding, werk, samen-leving, gezin, vrije tijd en kerk!

Hoe vinden we als christen daarin onze weg op zo'n manier dat we de Heere aangenaam zijn. Wat gaat vóór? Wat moeten we soms laten schieten?

Hoe vinden we onze weg bij het afwegen van prioriteiten: zaken die op de eerste plaats moeten komen? Wat is het belangrijk in onze hectische samenleving, dat onze jeugd hierover goed leert nadenken!

Je kunt zó door je studie of werk in beslag worden genomen dat je nauwelijks meer toekomt aan Bijbel-lezen, Bijbelstudie en gebed. Je bezoekt dan maar niet de Bijbelstudievereniging of gemeenteavonden.

Of je doet zoveel voor de kerk naast je werk, dat je geen aandacht meer hebt voor je vrouw en kinderen. De opvoeding van de kinderen laat je maar aan je vrouw over, want die kan het ook het beste.

In beide gevallen zijn de prioriteiten niet goed gelegd en worden de verantwoordelijkheden niet goed vervuld. Het gaat er in dit leven niet om, dat je op elk gebied alles wat erin zit eruit haalt. Je zult prioriteiten moeten stellen, want je zult je moeten verantwoorden aan de Heere, voor alle taken die Hij je gegeven heeft.

Wat het zwaarste is, moet het zwaarste wegen. Ook als het nadelig uitpakt voor je tentamen, voor je geldbeurs of je vrije tijd.

Zo is het beslist nodig dat onze jeugd thuis van hun ouders geleerd hebben dat het voorbereiden en bezoeken van de catechisatie voor de Heere belangrijker is dan het halen van een hoog cijfer op school. Zondags ga je niet studeren, zelfs als je anders niet klaar kunt komen voor een tentamen. Zondags ga je ook niet stiekem maar wat werken, omdat je baas anders niet tevreden is. Nee, het is 'echt zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE uw God. Dan zult u geen enkel werk doen'.

Je bent toch Gods beeld op àlle terreinen van het leven?

Voor het stellen van prioriteiten is ook heel belangrijk dat je je beloftes nakomt.

Te denken is aan de belofte die je bij je geloofsbelijdenis hebt gegeven aan de Heere.

De belofte die gehuwden hebben gegeven bij hun huwelijk om naar het evangelie te willen leven. De belofte die ouders bij de doop van hun kinderen hebben gegeven m.b.t. het onderwijs in de leer van de kerk. En de belofte die ambtsdragers bij hun bevestiging in het ambt hebben gegeven. Dit zijn allemaal duur gezworen beloften aan de Heere, waaraan je je niet zult mogen onttrekken.

Je kunt je ook niet terugtrekken uit de gemeenschap der heiligen, omdat je zo nodig promotie op je werk moet maken. Als je verkozen bent tot ambtsdrager, mag je om die reden ook niet om ontheffing vragen. Natuurlijk zijn er wel eens heel bijzondere omstandigheden, die je dan ook moet verantwoorden. Maar de algemene regel is, dat de hoogste prioriteit dit is, waartoe God je roept!

Als vrouw mag je de zorg voor je gezin niet grotendeels aan je man overlaten, omdat jij nu eenmaal een beter betaalde baan kunt bemachtigen. Ook zul je niet samen zoveel tijd aan het werk besteden, dat je de opvoeding van je kinderen in belangrijke mate maar uitbesteedt aan kinderopvang of welwillende oma's. Wat je de Heere beloofd hebt, moet je nakomen.

Een valkuil is dat de maatschappij om ons heen de prioriteiten zo heel anders stelt. Die stelt carrière, vrije tijd en uitgaansleven op numero 1. Maar voor ons geldt toch déze regel die de Heere ons leert in Matt. 6:33:

Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden.

Conclusie

Hoe kun je nu zo plannen, dat je recht doet aan alles wat de Heere geeft en vraagt? Waarbij je als christen je carrière goed hebt gekozen en goed invult?

Door rekening te houden met alle 5 genoemde kaders.

1. Door het grote doel steeds voor ogen te houden: namelijk beeld van God zijn, als christen leven en werken tot Gods eer.

2. Door grote geheel te blijven dienen: het leven zien als één samenhangend geheel als bedoeld voor de dienst aan God.

3. Door je persoonlijke onderscheiden gaven en plichten in rekening te brengen.

4. Door de leidraad en norm te gebruiken die voor alles geldt: Gods Woord en Wet.

5. En bij dit alles steeds de prioriteiten af te wegen, die je daarbij moet stellen.

Gemakkelijk is het allemaal niet als je voor belangrijke keuzes staat.

Je zult adviezen van anderen zoals je ouders of misschien ambtsdragers nodig hebben. Maar vooral ook kennis van Gods Woord en Wijsheid van Boven. Dat laatste vraagt dagelijks gebed om de Heilige Geest om bij Gods Woord de prioriteiten goed te stellen en de juiste keuzes te maken.

Vaak zal je dan bij je planning nog wel eens een aanpassing moeten maken.

Maar als je zo de Heere wil dienen in liefde tot Hem en tot de naaste, dan mag je Zijn zegen over je leven verwachten.

* Dit artikel is een bewerking van een toespraak voor "Goed begin" op 14 januari 2017 (onder de titel 'christen en carrière').