Rubriek: Voor de Jongeren
Schrijver: Annie Snippe-van der Linden
Jaargang: 10
Nummer: 21
Datum: 2016-11-02
Terug
Laodicea of Laodikeia zoals het vandaag de dag heet. Ook wel Laodicea aan de Lycus genoemd. De plaats ligt in het huidige Turkije. Laodicea beschikte niet over een eigen waterbron. Het water in de plaats was afkomstig uit Hierapolis. Hierapolis (nu: Pamukkale) stond en staat bekend om zijn enorme kalksteenterrassen. Toen ik het bezocht, waande ik me in een sneeuwlandschap. Ongelooflijk mooi. Google de foto's maar eens. Hieropolis was vroeger een kuuroord. Vanuit haar warmwaterbronnen stroomde het water naar Laodicea. Daar aangekomen was het water lauw. Heb je weleens uit een flesje gedronken dat te lang in de zon had gelegen? Bah! Met een vies gezicht slik je het door of spuug je het uit. Nu precies dat was er ook aan de hand met het water in Laodicea. Het was te koud om nog genezing te kunnen brengen. En het was te warm om je dorst mee te kunnen lessen. Tegen deze achtergrond moeten we de tekst uit Openbaringen 3:15 en 16 lezen. Daar worden de christenen in Laodicea vergeleken met dat water. Niet koud, niet heet, maar lauw. En in dit geval betekent dat: nutteloos. En zoals jij dat lauwe water uit je mond spuugt, zo zal de Here ieder die lauw is uit zijn mond spugen. Indringende woorden! Het gedeelte dat ik vandaag met jullie wil bespreken, staat in de brief aan de gemeente te Laodicea. Laodicea was een van de zeven gemeenten aan wie Johannes een brief moest schrijven. Wat is er aan de hand in de gemeente van Laodicea? De gemeente heeft de Heere buitengesloten. Lees maar in vers 20. De Heere staat aan de deur en hij klopt. En de gemeente? Die is binnen. Letterlijk en figuurlijk. Het kerkgebouw staat er goed onderhouden bij. De rekening van de gemeente is goed gevuld. En de mensen komen trouw elke week naar de kerk. Alles loopt op rolletjes. De mensen zijn dik tevreden. En de Heere? Hij walgt ervan. Want Hij ziet een zelf-voldane gemeente. Een gemeente die denkt alles zelf wel goed voor elkaar te hebben. Maar waar is het vuur in de gebeden? Waar is het enthousiasme in het zingen? Wie ligt er wakker om zijn onbekeerde buurman? Wie kijkt uit naar Zijn komst? Lauw zijn, is onverschillig zijn. Ik las ergens heel treffend: lauwe christenen weten van Christus, van Zijn dure offer, Zijn verzoenend werk. Maar ze accepteren deze heerlijke waarheden heel nonchalant. Lauw zijn, betekent ook: vlak zijn. Trouw naar de kerk gaan, je VVB betalen, maar verder ontbreekt de liefde en het vuur. Hoe is dat met jou? Heb je een levende relatie met God? Is Hij echt je God en Vader aan wie je alles toevertrouwt? Of zijn je gebeden vlak en gewoontegetrouw? Bouw je op God? Of vertrouw je liever op je goede diploma? En hoe lees je de Bijbel? Als een willekeurig boek? Of schudt de Bijbel je wakker en zet het je in beweging? De wereld kijkt naar ons. Belangrijker nog: de Here kijkt naar ons. En wat zien ze/ziet Hij dan bij jou? Bij jullie in de gemeente? Een mooie buitenkant, een lauwe binnenkant? Of leeft er wel vuur in je hart, wat ook zichtbaar is aan de buitenkant? Laten we God daarvoor oprecht bidden, voor onszelf, voor elkaar. En laten we ernaar verlangen en eraan werken om God echt lief te hebben. Zodat we door onze liefde, voor God en de naaste, een lichtend licht en een zoutend zout zijn in deze wereld. Ook voor ons, voor jou en mij, geldt deze oproep tot bekering. Doe de deur van je hart open! Koop van Mij gelouterd goud, dat is het ware geloof en oprechte liefde. Doe de zalf van het evangelie op je ogen. Trek kleren van vergeving aan. Want Ik hou van je. Daarom straf ik je. Daarom spreek Ik je streng toe. Ik wil dat je leeft. Leeft voor Mij. En Ik wil en zal je daarvoor alles geven wat je nodig hebt. Mijn Geest, Mijn Woord. Gebruik het! Dan geldt de mooie belofte uit vers 20,21 ook voor jou! Achtergrondinformatie
Bijbelstudie