De apostel Johannes schrijft nu de leden van de kerk heel direct en persoonlijk aan op hun concrete levenswandel. Lieve kinderen. Johannes spreekt tot het hart van de lezers van de brief. Jongeren en vaders, jeugd en ouders. Hij bepaalt hen bij twee soorten liefde die onderling niet verenigbaar zijn. Hij wijst in zijn appel op hun geloof op de genadegaven van God. Vers 12: Als kinderen van God hebben jullie toch allemaal de vergeving van de zonden om de naam van Christus´ wil? Vers 13: Vaders, ouders, u hebt de Heere God toch leren kennen uit Zijn Woord? Jongelui, jullie hebben toch ook Gods Woord, zo hebben jullie toch kracht gekregen om uit dat Woord te leven? Daarin kreeg je toch de wapenrusting van God aangereikt om te strijden. Zo kon je toch in Gods kracht en met Jezus´ bloed de boze overwinnen? De satan heeft nu toch geen macht meer over jullie? Want je bent toch in Mij overwinnaars? Laat die overwinning jullie nu niet alsnog ontgaan! Behoud wat je hebt en wat je door de strijd heen hebt mogen bewaren. Pas toch op de satan, ga door met de strijd! Vers 14: Vaders, ouders, ouderen, u kent de Here God toch, die uw Vader is in Christus? In Hem rust toch uw geloof? Op Hem stelt u toch uw hoop? U weet toch hoe machtig en trouw Hij is, Die van het begin is. Ik ben, die Ik ben. Jongelui: Met Gods wapenrusting en Zijn hulp ben je toch sterk en in Christus heb je de boze toch overwonnen? Na dit zoekende en liefdevolle appel, vermaant Johannes de lezers in vers 15: De liefde tot de wereld verdraagt zich toch niet met de liefde van God in je. De liefde voor de wereld sluit de liefde van de Vader uit! Waarom? Omdat de wereld vijandig staat tegenover God de Vader. Als je als kind van God toch de wereld liefhebt, verspeel je de liefde van Vader! Omdat we nog steeds in de wereld zijn, moeten er steeds geloofskeuzen worden gemaakt. Daarop worden ook wij aangesproken. Het vraagt een groot onderscheidings-vermogen om te onderscheiden wat de wereld is en wat in de wereld is, dat niet past bij God en Zijn liefde. Daarvoor is ook kennis van Gods Woord nodig! Wat bedoelt Johannes met `de wereld´? Aan de wereld verbindt hij in vers 16 begeerten en hoogmoed. Die komen uit de wereld op en vormen een bedreiging voor Gods kinderen. De wereld is de samenleving, die niet bij God wil horen: alles van onze maatschappij, waarin geen plaats is voor God en Zijn dienst. Alles wat niet gekenmerkt wordt door de vreze van de Heere, maar in plaats daarvan door zelfzucht, eigen lusten en verlangens. Dit `al wat in de wereld is´ probeert wel de liefde van Gods kinderen te winnen! Het hoeft niet per se zaken te betreffen die op zichzelf zondig zijn. Denk aan handel, auto´s, luxe, rijkdom, kunst, cultuur. Maar als je daar je hart op zet, los van de dienst aan God, behoren die zaken tot de wereld en haar begeren. Door dat verlangen wordt de Heere niet verheerlijkt. Ook je buurman, collega of klasgenoot die niet in God gelooft, hoort tot de wereld, wanneer hij zijn leven en werken niet op God richt; wanneer hij niet Gods eer nastreeft, niet uit liefde tot God leeft. Maar misschien nog wel erg vriendelijk is en fatsoenlijk leeft. Ook dwaalleer, ontbreken van broederliefde, haat en laster behoren tot de wereld waar de duivel regeert (Ef. 6:12). Zelfs in ons eigen hart zijn die genoemde begeerten, in onze oude mens. Deze hoort daarom ook tot de wereld, zie Jak. 1:14,15. Als gelovigen kunnen we ons niet uit de invloedssfeer van de wereld onttrekken. Er zal altijd zondige verlokking op ons afkomen, die aansluit bij de zondige begeerten van ons eigen hart. De satan kan zich daarbij zelfs voordoen als een engel van het licht. Dat is: hij bedient zich dan van vrome woorden, zelfs met Bijbelteksten om zijn destructieve werk voort te zetten. Steeds maar weer blijven onze drie doodsvijanden, de duivel, de wereld en ons eigen vlees, listig en verleidelijk op ons afkomen (HC Zondag 51). We hebben ze zelfs van nature lief! (HC Zondag 2). Ook al weten we dat ze steeds uit zijn op onze dood. Die dood volgt op het verlies van Vaders liefde door onze ontrouw (vers 16). Wat is de wereld De liefde tot de wereld is veel wijder dan meedoen met puur goddeloze zaken als criminaliteit, disco, porno, overspel, bezoek aan nachtclubs of shoppen op zondag. Het betreft hier àlles wat buiten het liefdesverbond met God om gedacht en gedaan wordt. Daarbij horen zelfs zaken die heel onschuldig lijken, zoals alsmaar bezig zijn om meer te verdienen. Kleding, eten en wonen kunnen zo´n beslag op je hele denken leggen dat ze bezit van je nemen. De Heere zegt daarvan in Matt. 6:32: Vers 16 spreekt apart van Johannes noemt nog een derde soort liefde tot de wereld. En dat is dat je groter en machtiger wilt worden. Een hoogmoedig leven, waarin je haakt naar meer invloed, meer waardering en bewondering van mensen. Je zet je zinnen op een goede status en naam. Je wilt indruk maken. Lof van mensen oogsten. Je pronkt met je prestaties. Laten we ons op al deze zaken beproeven. De liefde van God en onze Zaligmaker staat daarbij op het spel! Beroep op ontvangen genadegaven
Keuze uit twee soorten liefde
Wat is de wereld?
De wereld liefhebben