Meten is (z)weten


Een bekend spreekwoord of gezegde luidt meten is weten. Dat zul je zelf ook wel eens hebben gehoord of zijn tegengekomen op school of op ’t werk. De moderne mens wil alles meetbaar hebben. Daar ligt een schijnbaar stuk zekerheid en beheersbaarheid in. Je weet toch pas iets ECHT zeker als je het gemeten hebt? Dan staat het vast en heb je toch bewijs? Deze hang naar bewijs en zekerheid komen we ook tegen in het moderne geloofs-(leven). Ja, misschien ook wel in óns geloofsleven. Immers, wij willen vandaag toch geloofszekerheid temidden van alle postmoderne onzekerheden die er op ons afkomen? De onstuimige maatschappij, zoveel leed en ellende als er is; we hebben zoveel vragen. We willen antwoorden, oplossingen. Een vast meetpunt... En Gods leiding, ja, ook in jouw en mijn leven, we zién er zo weinig van. Eigenlijk willen we die leiding toch ook beheersen, meten. Of geloven?

Meten en feiten


En zo staan we midden in het leven van elke dag. Wat komt er veel op ons af. Via allerlei media, via school of op ´t werk. Wat dan vooral opvalt, zijn alle gegevens, de ´datastroom´, die de moderne mens heeft veroorzaakt door zijn drang naar rapporteren en rapporten. Door zijn hang naar het meetbaar en ten diepste beheersbaar maken van het (maatschappelijke) leven. Alles moet worden vastgelegd of worden verklaard in rapporten. Bureaucratie! Administratie! Formulier, enveloppe hier en de postzegel moet daar. Mappen vol formulieren e.d. in de kast. Misschien heb jij dat ook wel, we hebben er allemaal mee te maken. Maar, levert het meer veiligheid of zekerheid op? We weten veel doordat we zoveel meten, maar brengt die weten-schap ons dichter bij de oorzaken van deze almaar groeiende papierwinkel? Komt het niet voor een groot deel voort uit onzekerheid in het hart van de mensen, ook van ons? Beheersbaarheid, organisaties etc., alles moet er aan bijdragen dat de mens en de maatschappij op een beter of hoger plan komt. Want we hebben de FEITEN. Feiten zijn dingen die meetbaar zijn en te onderzoeken. Van Dale noemt het: gebeurtenis of omstandigheid waarvan de werkelijkheid vaststaat. Men is tegenwoordig helemaal weg van wat men noemt: empirisch onderzoek. Wat gebeurd is, de feiten dus, kunnen we meten. Nu, die feiten en gegevens hebben ons als mens niet veel positiefs opgeleverd, stelt men dan. Oorlogen, (kerkelijke) verdeeldheid, ziekte en rampen. En er wordt gezegd: “er moet wel ‘Iets’ zijn”, of ook: “God is dood en de oude God van de gereformeerden bestaat niet meer. Daarom gaan we ’t nu beter doen. We gaan oorlogen voorkomen door een Europese Unie, door de Verenigde Naties die ook direct maar voor de rechten van ons mensen moet opkomen en ze moet waarborgen.“ Men is door al die dingen, ook onder invloed van allerlei valse ‘profeten’, God anders gaan zien. Ook het geloof is veranderd van een vertrouwend weten naar een meetbaar ervaren. Vervolgens bepaalt men ZELF wel, wat van de feiten en alle gegevens die gemeten zijn, geloofd moet worden, of wat daarvan waar is. Van Gods leiding wil men liever niet meer spreken. Want de feiten hebben toch maar duidelijk gemaakt dat God zich niet met de wereld bemoeit (zie ook Deïsme en de Dialectische theologie). Door die feiten groeit ook het Atheïsme: men wil niet meer aan God ‘doen’, want Hij is er toch niet en is er dus ook nooit geweest. “We moeten ons dan ook zelf redden en zorgen dat we alles in de hand kunnen houden”, zegt men. Beheersbaarheid door meetbaarheid en samenwerking zijn de (be)toverwoorden uit de hoge hoed van de groeiende antichristelijke macht.
Maar wij, jij en ik, wat doen wij hiermee?

God meten of ervaren


We zingen ‘s zondags uit volle borst mee: “alleen Gods weg kan tot het doel geleiden” en “Hij is een schild, een schuilplaats in de strijd” (Psalm 18:9 ber.). En ook: “Zoals een vader liefdevol zijn armen slaat om zijn kind, omringt ons met erbarmen God onze Vader, want wij zijn van Hem” (Psalm 103:5 ber.). BELIJD jij dit nog? GELOOF jij dit woord, ja, Gods Woord? Ook in deze tijd van onzekerheid? Want in een persoonlijke God, laat staan Vader, willen steeds meer mensen niet geloven. Leidt mijn weg ook tot een doel, ja, tot Gods doel? Is Hij inderdaad een schild, een schuilplaats? Dit zijn wezenlijke vragen, die een gelovig kind van God tot in het diepst van zijn gelovig belijden raken. Áls de zaken er echt zo voor staan, dan... Ja, zo denken en vrezen velen. Ook jongens en meisjes die zeggen óók te geloven. Maar velen geloven niet meer in de drie-enige God zoals Hij zich openbaart in Zijn Woord. “Nee”, zeggen ze, “persoonlijk is Hij niet, maar Hij kan het wél worden, als ik het zo ervaar, voel. Hij kan mij een boodschap geven in een droom, of door een openbaring van Zijn Geest. Hij bemoeit zich eigenlijk niet met ons, daarvoor is Hij te groot, daarvoor is Hij God, de Grote Onbekende”, aldus Karl Barth en de dialectische theologie. De gevolgen van deze leer zijn vreselijk. Als God niet onze Vader is in de Here Jezus Christus, ja, dan zijn we arme, beklagenswaardige mensen. Dan is er een onoverbrugbaar verschil tussen de eeuwigheid (waar God is) en de tijd (waar wij zijn). Zo scheiden zij vandaag nog steeds tijd en eeuwigheid, aarde en hemel, door deze leer van Barth, die God alleen als de vérre grote God ziet. God zou dus niets met ons te maken willen hebben. We moeten zelf maar kijken wat goed is. Zie jij ook wat de gevolgen zijn voor jouw leven? De Here God heeft dan niets te zeggen over jouw leven en het doel van jouw leven. Zijn wet, Zijn heil, al Zijn beloften daar heb je niets aan... Tenzij God ons even aanraakt, even tot ons komt, zoals een bliksem de aarde even raakt. Dán, op dat moment, voel je God, ervaar je Hem. Zo smachten vele mensen naar een godservaring of een meten van God in hun leven. En wat zij dan meten of ervaren bij zichzelf, dat is voor hen Gods Woord. Die boodschap, ervaring of ingeving zegt hun wel wat ze moeten doen. Die is dan voor hen ook belangrijker dan de Bijbel. Hun geloofszekerheid is puur menselijk geworden (zie ook de evangelische en charismatische stroming). Wat zij kunnen meten of ervaren, dat bepaalt hun geloof in God en dat is richtsnoer voor hun leven. Ook in het maken van keuzes. Maar de rots van Psalm 18:9 (berijmd) is er niet in hun ogen. De betrouwbaarheid van het Woord van God en het geloof in Hem ook niet. Wat is dan de troost voor ons, voor jou en mij van Zondag 1 van de H.C.?

Meten wordt Zweten


Die troost is er dan niet meer. Want als God niet onze Vader is in Christus, zijn wij ook niet van Hem, in leven én in sterven. Dan kan Hij mij ook niet bewaren en ook niet zorgen dat er, ook in deze vakantie, geen haar van mijn hoofd valt. Wie God wil ervaren en meten op boven uitgelegde manier, die poetst God als Vader weg uit ‘t leven en komt aan het zweten. Men scheidt dan tijd en eeuwigheid, hemel en aarde. Ja, God wordt van Zijn maaksel, de mens, gescheiden. Ons leven heeft dan niets meer met God te maken. De mensen die niet meer in God geloven (atheïsten) denken de eeuwigheid, hemel en God weg, die bestaan immers niet. De mensen van o.a. de dialectische theologie denken een dikke muur, een grote afstand tussen eeuwigheid, God en hemel enerzijds en tijd, aarde en mensen anderzijds. Beide scheiden dan ook wat God heeft samengevoegd, waar Hij de Schepper EN Onderhouder van is. Beide stellen eigen ervaring en maatstaf boven Gods geschreven Woord. Als wij behoefte hebben aan God, dan moet Hij maar een seintje of een boodschap geven.
Een voorbeeld: een jongen wil met vakantie. Hij heeft ook een vriendin. Samen hebben ze God gevraagd of het goed is dat ze samen op vakantie gaan en het bed delen, want anders wordt het zo duur. God heeft, volgens die jongen, hem een droom of ingeving gegeven, waarin Hij zei dat ze gerust sámen met vakantie konden gaan. Dat zou hen gelukkiger maken. Voel jij al waar de schoen wringt? Dit is niet de weg van psalm 119:40 berijmd, niet in overeenstemming met de geopenbaarde wil en wet van God, het 7e gebod, zondag 41 H.C. Dit is ook niet de manier waarop de Heilige Geest werkt. Hij wordt het middel van persoonlijke bemoeienis van ‘God met ons’ (immanentie). Men eist de Geest op om boodschappen te doen in de winkel van Gods immanentie (nabijheid en liefde), voor zijn persoonlijke geloofsartikelen. Maar God zegt: je hebt genoeg aan mijn Woord en de geloofsartikelen achter in je kerkboek, die het naspreken. Je ziet dat het verlaten van het geschreven Woord leidt van meten tot zweten. Alle vastheid is dan weg. Onze geloofszekerheid ligt dan in ons zelf. We zijn dan onszelf tot norm. De mens der wetteloosheid toont zich hier (lees ook: 2 Thess. 2:3 -12). Waarin ligt dan jouw en mijn zekerheid in dít leven? Waarop baseren we onze keuzen? In deze vakantie, in het komende seizoen? Wat voor (nieuwe) opleiding, of wat voor baan moet ik kiezen? Zweet je al?

Het leven is één


Deze problemen en vragen ontstaan wanneer op boven uitgelegde manier ‘geloofd’ wordt. Dus als wij God scheiden van Zijn schepping (zondag 9), voorzienigheid (zondag 10) en van onszelf als Zijn herschepping (zondag 11 e.v.). We maken dan ons leven los van Gods roeping, van onze taak, die Hij ons opgedragen heeft (Gen. 2 en 3). Maar onze troost, jouw en mijn heil ligt in dít leven hierin, dat het leven één is. Omdat God één is en Zijn werken van verlossing één zijn en tot één doel leiden, dáárom is het leven ook één. Dus de geschiedenis van Gods heil in Christus is één, omdat Christus God én mens is. In Hem zijn tijd en eeuwigheid ÉÉN. In Hem regeert en leidt God ook jouw leven. God is immers de Schepper én Onderhouder van alle dingen! Hij heeft ons toch tot Zijn kinderen aangenomen! Daarom ontfermt Hij zich over wie Hem vrezen.
Jij en ik, wij maken deel uit van die geschiedenis van Gods heil. Die geschiedenis begon immers bij de schepping, en God ging verder met ons na onze val. Hij zál het ook voleinden. We gaan toch van A naar Beter, naar de nieuwe hemel en aarde! Omdat God de Alpha EN de Omega is, ’t begin én het eind. En op die weg schakelt God de Vader nu ons, jou en mij in. Hij zet ons aan het werk, om Zijn medearbeiders te zijn in Zijn koninkrijk. Elke dag. Zoek dan éérst Zijn koninkrijk, en de overige dingen... die worden ons bovendien geschonken (Matth. 6:25-34, lezen!). Paulus schrijft dit ook: “
    Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here
” (Rom. 8:38, 39). In Christus kan niets ons scheiden van God, niets kan tijd en eeuwigheid scheiden, omdat Christus ze verbindt. Wat een rijkdom! Dáárin ligt dan ook jouw en mijn vastheid, onze zekerheid. Want wij geloven en weten ons onafscheidelijk kind van Vader, om Christus’ wil. God maakt ons juist vrij in Christus om in vrijheid ons (school)werk te doen voor Hem. We mogen zelf kiezen, God heeft ons toch echt mens gemaakt met ook onze verantwoordelijkheid. Die mogen en moeten we dan ook gebruiken bij de keuzes in ons leven, maar dan moet Gods Woord wel het richtsnoer zijn. Dat Woord, dat jij bewaart, waar jij voor strijdt, is dan meteen ook de begrenzing van de loopgraaf, waarin we oorlog voeren, onze geloofsstrijd. Leef dan, ook in deze vakantie en komend seizoen, naar en vanuit dat Woord.

Gods leiding in ons leven


Ja, wat vraagt Hij van jou? We hebben al gezien dat we Zijn medearbeiders zijn. Dat we Zijn Woord moeten bewaren. En dat we zo samen op weg zijn naar Zijn wederkomst op de wolken. Maar je wilt meer praktische en concrete tips? Je weet niet wat je moet kiezen voor je toekomst? Welke opleiding? Welke baan? Waarom God jou nog geen meisje of jongen geeft? Houd dan dit goed vast: Gods leiding is NIET te METEN = we begrijpen ’t zo vaak niet = maar alleen te GELOVEN! Gelóóf dat Hij weet wat goed voor jou is. Of Gods weg (met ons) tot Zijn doel komt is (vooraf) NIET te meten, maar God laat het ons WETEN, in Zijn geopenbaarde Woord. En dat Woord (van Zijn belofte en eis) moeten wij, jij en ik, GELOVEN. Zie ook Rom. 8:28:
    “Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn
. God heeft jou, ons allen, geroepen tot Zijn dienst. Wat dan ook de toekomst brenge moge, mij en jou “geleidt des Heeren hand”. Niet om mee te pronken, maar om te gelóven. Dan kunnen er op een moment wél veel vragen zijn. Mogen we dit of dat. Wat vindt God nu van de keuzes die ik moet maken of al gemaakt heb deze zomer. Voor mijn nieuwe vervolgstudie. Moet ik dat meisje of die jongen verkering vragen? Ook als die van buiten ‘Israël’ is? Mag ik naar het café? Dan zegt de Here tegen jou en mij: ga terug naar het Woord, dáár staat ‘t. Meet Gods leiding niet, je kunt ’t niet, gelóóf het. Máár meet de dingen die van Gods handelen zichtbaar worden, van Zijn zich steeds verder afrollende heilsgeschiedenis. Méét de dingen van het leven die op jou afkomen, waaruit je een keuze moet maken, meet die, toets, onderzoek ze met Gods Woord en beproef de geesten. De Here God wil dat wij de feiten van de verder komende heilsgeschiedenis onderzoeken, ze in ´t juiste licht plaatsen. Ja, ook in jouw leven. God werkt immers in jouw leven! Overdenk dan ook de wegen van je Hemelse Vader met jou. Overdenk ook de zegeningen, de concrete feiten, die je Hemelse Vader al gegeven heeft in jouw leven tot nu toe. Als je niet die wegen van de Here overdenkt, afweegt, constateert, als je niet in die zin aan zelfonderzoek doet, dan maak je afstand tussen Gods Vaderhand en jouw leven. Dan kom je moeilijk tot erkenning van Gods Vaderzorg voor jouw leven. Dan maak je het je niet eigen, het blijft een droog dogma, een koel spreken. Maar, waar is dan het gelovig ontroerd hart om Gods werken? De feiten uit je eigen leven moeten gemeten worden met de Schrift. Niet om God te verklaren of te meten, maar om stil van te worden en te CONSTATEREN dat bij Hem jouw levenspad een heilsweg wordt. Ja, dat is onze Vader, onze God! Nu en voor eeuwig. Deze God zorgt ook dat jij met David kunt zingen:

    Alleen Gods weg kan tot het doel geleiden,
    zijn woord is waar en zuiver t' allen tijde.
    Hij is een schild, een schuilplaats in de strijd,
    voor al wie bij hem zoekt naar veiligheid.
    Want wie is God, dan deze onze HERE?
    Wie is de rots die alles kan trotseren?
    Alleen die God die mij met kracht omgordt,
    bij wie mijn levenspad een heilsweg wordt.