Wat betekent de gereformeerde eredienst voor u en jou? K. Schilder zei eens: `Het is een diepe weelde om gereformeerd te zijn´. Geldt dat ook voor u, en voor jou? ... Kent u deze diepe weelde óók t.a.v. onze gereformeerde eredienst? Ken jij die grote rijkdom ook? In twee artikelen willen we nadenken het onderwerp: eredienst en liturgie. Wat zijn nu de achtergronden en belangrijke Schriftuurlijke lijnen van onze gereformeerde eredienst en liturgie? Wat betekenen de Schrift, het verbond, ons gereformeerd-zijn, nu voor onze eredienst en liturgie?Wanneer we spreken over de wéélde van onze gereforméérde eredienst, is een belangrijke vraag of we nog wel wéten wat gereformeerd is - ... weet u dat eigenlijk nog wel? Als u weet wat het betekent om gereformeerd te zijn, dan kunt u vast ook iets begrijpen van de uitroep van verwondering en blijdschap bij Schilder, waarmee we begonnen. Maar... wanneer we dit niet meer weten, hoe moeten we dan enthousiast en verwonderd zijn over onze gereformeerde erediensten?
Is het gevaar dan niet groot dat er gewenning en sleur komt? Dat het gewoon wordt? Het gevaar dat we de rijkdom en troost van ons leven niet meer laten bepalen door gereformeerde uitgangspunten? Dat we steeds meer opschuiven naar een evangelische of postmoderne geloofsbeleving en zo ook onze erediensten gaan invullen? Met meer aandacht voor uw persoonlijke geloofsbeleving en úw heil in de kerkdienst. Waar we meer zélf mogen doen. Ja, waarom hebben we als gereformeerden eigenlijk geen beamers met plaatjes en filmpjes, en muziekgroepen in de eredienst? Waarom geen mime-teams? Waarom niet wat meer aandacht voor spiritualiteit, sfeer en flitsend beeldmateriaal? Voor emoties, mystiek en wat meer symboliek?
De Gereformeerde Kerken hebben dit altijd afgewezen. Maar waarom? Weet u dat nog? Na de jongste reformatie is het goed om samen weer te overdenken wat nu de diepe weelde van de gereformeerde eredienst en liturgie is. Waarom we het doen zoals we het doen: eenvoudig en eerbiedig...
Wat is gereformeerd?
Om te begrijpen wat de diepe weelde van de gerefor-meerde eredienst is, willen we eerst kijken wat we onder `gereformeerd´ verstaan. Laten we daarvoor beginnen met vijf kernwoorden van de grote reformatie van de 16e eeuw te gebruiken. Deze woorden blijken in hun samenhang ook veel te maken te hebben met de gereformeerde eredienst en liturgie. We noemen:
Sola gratia: alleen door genade. Onze redding is helemaal een genadegeschenk van God, onafhankelijk van bemiddeling door priesters of sacramenten. God schenkt het ons uit genade alleen.
Sola fide: alleen door geloof. Onze rechtvaardiging wordt alleen door het geloof ons deel en niet door goede werken. We mogen en moeten de beloften van God in Christus met een waar geloof aannemen.
Sola scriptura: alleen door de Schrift. De Bijbel is Gods eigen Woord en heeft volstrekt en uniek gezag, boven tradities en menselijke boeken. In de Bijbel heeft God zijn werken in Jezus Christus en zijn wil geopenbaard. Omdat het Gods Woord is, behoren wij ons geloof ernaar te richten, erop te gronden en te bevestigen (art. 5 NGB). De Schrift bevat Gods wil volkomen en leert ook alles wat we moeten geloven om behouden te worden. Omdat de Schrift volstrekt en uniek gezag heeft boven menselijke geschriften en tradities, mogen wij zulke geschriften niet op één lijn plaatsen met de Bijbel (vgl. art. 7 NGB).
Solus Christus: alleen Christus. Hij is ons door God geschonken tot: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en tot een volkomen verlossing (1 Kor. 1:30). Onze behoud is alleen in en door Hem (Joh. 3:16). God heeft onder de hemel geen andere naam gegeven waardoor wij moeten behouden worden, Hand. 4:12.
Soli Deo gloria: aan God alleen de eer. God komt de eer toe vanwege zijn werken in schepping en verlossing. God de eer geven: dat is het doel van ons leven (Jes. 43:7 en 21; Rom. 12:1-3).
Wat gereformeerd is, vinden we samengevat uitgedrukt in onze belijdenisgeschriften, de drie formulieren van enigheid. Daarin heeft de kerk uitgesproken wat zij gelooft. De kerk spreekt daarin eenvoudig de Schrift als Gods eigen Woord na. Gereformeerd is dus alles wat Bijbels is.
Gereformeerd is...
Ge-re-formeerd komt van reformeren. Het betekent de gelovige terugkeer naar het eenvoudige geloof in Gods Woord. Gereformeerd is gewoon wat de Schrift zegt. Het is Gods openbaring over Zichzelf en over deze wereld in schepping, zondeval, verlossing en verheerlijking. Gods openbaring over Zijn grote werken van begin tot eind; van Genesis tot Openbaring. Over zijn verbond in belofte en eis. Hoe Hij alles nieuw maakt en de zonde en duivel overwint. Hoe Hij zijn kinderen redt en bewaart bij de verlossing en straks de bruiloft van het Lam doet ingaan op de nieuwe hemel en aarde. Ja, de Schrift zegt ook hoe de Here wil dat wij leven en Hem dienen. Hoe we bij deze grote werken van Hem als zijn medearbeiders betrokken mogen zijn, in zijn gemeenschap mogen leven. Gereformeerd is daarom God geloven op zijn Woord en Hem dienen in je hele leven.
Beseft u hoe rijk dit gereformeerde is? Maar ook hoe verstrekkend en fundamenteel? Want het betekent ook dit: er is enorm veel aan de hand, als wij vandaag in deze postmoderne tijd moeite krijgen met het gereformeerd-zijn, met onze gereformeerde erediensten. Of als we niet meer weten wat gereformeerd is. Als gereformeerd géén diepe weelde voor ons is, dan gaat het maar niet over de vorm, een traditie, of een historisch document over hoe men vroeger geloofde... Nee, máár dan gaat het over het gelóóf in Gods eigen Woord zélf. En wat dat Woord zegt over God, over onszelf, deze wereld, de zondeval, de verlossing en heerlijkmaking. Over uw en jouw troost. Over hoe Gód wil dat we Hem dienen in de eredienst en in het leven.
Wat houden deze Schriftuurlijke en gereformeerde uitgangspunten nu in voor ons leven en de erediensten? Wat houdt nu die diepe weelde in?
Een diepe weelde: van schepping tot genadige herschepping
Doel van de schepping van de mens
Wij geloven en belijden dat God de mens heeft geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis. Dat is goed, rechtvaardig en heilig (art. 14 NGB). Calvijns catechismus van Genève (geschreven in 1541, 22 jaar voor onze Heidelbergse Catechismus) begint met de vraag: `wat is het doel of de zin van het menselijk leven en waarom is dat zo?´ Het antwoord luidt: `Wij moeten God kennen door wie we geschapen zijn. Hij heeft ons in deze wereld gezet om door ons verheerlijkt te worden. Daarom moeten we ons leven aan zijn verheerlijking wijden.´
De Grote Catechismus uit 1648 die bij de Westminster confessie hoort, opent met de vraag: `Wat is het voornaamste en hoogste doel van het leven van de mens?´ En dan volgt het antwoord: `...de verheerlijking van God en het zich in Hem ten volle en eeuwig verheugen.´
Zondag 3 van onze Heidelberger zegt dat God de mens in ware gerechtigheid en heiligheid heeft geschapen. Met het doel: dat de mens God, zijn Schepper, naar waarheid kennen, Hem van harte liefhebben en met Hem in de eeuwige heerlijkheid leven zou. Om Hem te loven en te prijzen. Om ons leven aan Gods verheerlijking te wijden. Dat betekent dat er sprake is van een verhouding, een verbondsrelatie tussen God en de mens. Binnen dit verbond mocht de mens delen in Gods liefde en gemeenschap. Dát is dus het doel van de schepping van de mens: het kennen, dienen en verheerlijken van God als Schepper binnen het verbond. Verheuging in Hem. De mens kón dat omdat hij goed en volmaakt was. Volkomen toegewijd aan God.
De zondeval en Gods her-scheppingswerk
Aan deze volmaaktheid en schoonheid kwam een einde door de val en ongehoorzaamheid van de mens in het paradijs. Hij keerde zich van zijn God en Schepper af. In plaats van Hem dienen, eren en kennen, ging hij God juist háten. De mens verbrak door zijn opstand en ongehoorzaamheid het verbond en de gemeenschap met God. Aan de eredienst en het loflied van de paradijsmens kwam abrupt een einde. Er zou geen eredienst meer zijn en geen loflied meer klinken op de Schepper en zijn grote werken. Betekende dit dan het einde van Gods werken? Stopt ons artikel hier?
Doel van de herschepping van de mens
Nee! We stoppen hier niet. Want God heeft genadig naar ons omgezien en gewerkt dat het loflied toch weer zou gaan klinken. God zoekt na de zondeval de mens weer op, Gen. 3:8vv. De Here bleef trouw aan zijn werken. Aan zijn verbond. Hij zette zijn werken voort! Hij maakt het zo dat zijn kinderen toch het einddoel zullen bereiken. Waarom deed de Here dit? Dat lag niet aan de mens. Hij had de mens om wie deze was geworden kunnen uitroeien - `ten dage dat u daar van eet, zult u voorzeker sterven.´ Nee, de grond daarvan lag in God zelf. Hij had de wereld, zijn schepping, het werk van zijn handen lief, Joh. 3:16. God zoekt de mens weer op, omdat hij zeer goed en naar Gods beeld was gemaakt. De mens was de moeite waard, omdat God van het begin af iets groots met hem voorhad. God had bij de schepping van de mens iets heel moois geschapen, om Zich erin te verlustigen. Hij wilde een mens die Hem antwoord kon geven. Die Hem uit liefde wilde dienen en lofzangen voor Hem kon zingen, waarbij de stem van de mens het antwoord op Gods stem was (vgl. K. Schilder, Heidelbergsche Catechismus 1, 296-298, 310-312).
De Here begon zijn her-scheppend werk. God handhaafde van zijn kant het verbond. Maar dit kon alleen als er aan Gods geschonden recht voldaan zou worden. Als er verzoening zou plaatsvinden tussen de partijen in het verbond. Daartoe beloofde God de Vader na de zondeval al zijn eigen Zoon te zenden (Gen. 3:15). De Messias. Hij zou de Middelaar zijn en ons met God verzoenen. Hij was het Lam dat onze zonden droeg. Met zijn dood en bloedstorting heeft Christus het nieuwe verbond van genade en verzoening voor eeuwig rechtskracht verleend (vgl. het avondmaalsformulier). Met zijn offer heeft Christus voor Zich een volk gekocht en Hij doet zijn volk delen in wat Hij heeft verdiend. Hij gaf zijn volk de gave van de Heilige Geest. Zo zijn wij christenen. Gezalfd met de Heilige Geest. We delen in de zalving van Christus (Zondag 12). Dat betekent dat Hij ons heeft gekocht én ook ons wil vernieuwen om weer in het verbond als beeld van God te leven. Als profeten, priesters en koningen. Zo hebben we door Christus weer toegang tot de Vader. In Hem is het weer God met ons, Immanuël! Wat een diepe weelde dat deze gemeenschap tussen God en mens er weer is dankzij Jezus Christus.
Verandering
Door Gods herscheppend werk in Christus is er voor de mens iets veranderd. Het scheppingsdoel van de mens was zoals we al zagen: het kennen, dienen en verheerlijken van God de Schepper. Na de zondeval veranderde dit doel met de herschepping van de mens. Er kwam iets bij. Namelijk dat hij zijn God zou kennen, dienen en eren óók als Her-schepper. En dat kan alleen via Christus. Daarvoor heeft de Here zijn Woord aan ons gegeven. Dat betekent dan ook dat er voor ons nieuwe werken van God bij zijn gekomen om Hem voor te loven en prijzen. Voor de zondeval waren dat Gods scheppingswerken. Maar nu zijn Gods herscheppingswerken in en door Jezus Christus erbij gekomen. Dat zijn Gods heilswerken zoals we die in de Schrift en onze belijdenisgeschriften kunnen lezen. De heilsfeiten. Het werk van Christus. Gods barmhartigheid en genade. Dat moet voor ons de allereerste reden zijn tot verheerlijking van God. En vervolgens dan ook de lof op zijn scheppend werk.
De diepe weelde van onze gereformeerde troost
Wanneer we dit alles overzien, dan is er sprake van echte HER-schepping, van HERSTEL: De Here brengt ons van onze afval terug tot hernieuwde dienst aan Hem. Hij geeft ons als zijn verbondsvolk weer ons oude levensdoel én eindbestemming terug. Alleen de inhoud is veranderd en rijker geworden, omdat Gods genade in Christus nu het uitgangspunt is.
Het is treffend mooi hoe Ursinus dit beschrijft. Hij zegt: echte troost is het herstel van ons leven tot verheerlijking van God. Omdat we zo weer mogen en kunnen leven in rijke gemeenschap met God!
En alleen zo hebben we weer uitzicht op de bruiloft van het Lam en het nieuwe Jeruzalem!
Dat is pas troost, omdat God de Vader ons in Christus en door zijn Geest bewaart bij deze redding en troost. Hij doet ons volharden tot het einde toe, tot de bruiloft van het Lam! Daarbij mogen ons bidden en onze lofzang zijn ingeschakeld.
Als u dit allemaal overdenkt, broeders en zusters, kunt u dan begrijpen dat Schilder zo blij en dankbaar uitriep dat het een diepe weelde is om gereformeerd te zijn? Om juist deze troost te hebben? Kent en ziet u dat persoonlijk ook? ja, het mag voor ons betekenen dat we ons levensdoel en levensperspectief weer terug hebben gekregen van de Here. Dat we weer mogen leven in de rijke verbondsgemeenschap met de Here. Dat heeft dan ook grote betekenis voor onze eredienst en liturgie vandaag in het nieuwe verbond. In het volgende artikel willen we dit bespreken.