Leven met Christus in het gezin (2) - De praktijk


In het vorige artikel van deze serie zagen we dat Christus het hoofd is van ons gezin. We hebben in alles Hem de eerste plek te geven en Hem te volgen. We zagen dat het verzorgen en grootbrengen van een gezin een verantwoordelijke en moeilijke taak is. Een goede voorbereiding d.m.v. Bijbelstudie en lezen van goede lectuur is erg belangrijk. Dit keer gaan we verder over de praktische uitvoering van onze taak in het gezin.

Het gebed

Het gebed in het gezin verdient grote aandacht. We verwachten immers alles van de Here Christus! We moeten uitkijken dat het een standaardgebed wordt en over de kinderen heengaat. De dingen die in het gezin leven, mogen aan de Here voorgelegd worden. De inzet van het gebed zal altijd de lof aan de Here moeten zijn. Paulus schrijft in 1 Timotheüs 2:1,2 dat we moeten bidden voor koningen en hooggeplaatsten, zodat wij een rustig en godvrezend leven kunnen leiden. Niet uit egoïsme maar met het oog op de dienst aan de Here. Verder moeten we bidden voor het kerkelijk leven. Bidden voor de ambtsdragers, voor de zuivere Woordverkondiging en de zending. Ook de vervolgde broeders en zusters mogen we niet vergeten. Ten slotte kan er aandacht zijn voor leden van de gemeente of familie en gezinsleden, vooral als daar een goede aanleiding voor is. Het is voor kinderen erg fijn om te merken dat vader en moeder ook aan hen denken. De grote en kleine zorgen kunnen aan de Here voorgelegd worden. Zo leren de kinderen al vroeg wat het is om `gemeenschap der heiligen´ te zijn.

Het is belangrijk dat ouders ook in hun persoonlijke gebeden de kinderen opdragen aan de Here. In onze geseculariseerde wereld is het erg belangrijk om de persoonlijke omgang met de Here te kennen en te benutten.

Schriftlezing

Laat de Schriftlezing ook echt Schriftlezing zijn. Dat is in onze drukke en gejaagde tijd schijnbaar onmogelijk. Laten we er werk van maken door bijvoorbeeld als gezin eerder op te staan of eerder te gaan eten ´s avonds, zodat er genoeg tijd is voordat er een gezinslid weer weg moet. Kinderen kunnen in hun eigen Bijbels meelezen en moeilijke dingen kunnen worden uitgelegd. Ouders moeten uitstralen dat ze het Bijbellezen erg belangrijk vinden en er tijd voor vrij maken.

Het gesprek

Het gesprek is een prachtig middel om de kinderen te laten groeien in het geloof. Vooral als de kinderen wat groter worden is er veel te praten. We praten over goede zaken niet snel té veel, helemaal in deze tijd met alle moderne media. Tijdens een gesprek kunnen allerlei moeilijke vragen op tafel komen. Vader en moeder zullen veel antwoorden weten, maar ook veel niet. Het is ook niet nodig dat ouders alles weten. Een kind leert er vaak meer van als ze merken dat ouders niet alles weten en iets op gaan zoeken in de Bijbel of in een encyclopedie. Binnen de huiselijke kring moet verder plaats zijn om stoom af te blazen, ook al worden ouders daar vaak niet erg blij van. Juist in dit soort situaties hebben ouders een grote rol en zijn ouders een voorbeeld. Ze geven een kind het vertrouwen dat ouders altijd van ze blijven houden en achter hen staan. Ook al moeten de kinderen soms de goede richting in geduwd worden.

Kinderen die studeren, voelen zich misschien wijzer dan hun lager geschoolde ouders. Dat is niet zo. Als ouders naar de zondagse preek goed luisteren, goede gereformeerde lectuur lezen, aan Bijbelstudie doen, weten ze genoeg. Jongeren denken veel dingen beter te weten en denken dat hun ouders ouderwets zijn. Maar ouders hebben de taak om steeds weer met Gods Woord te komen. En of je dan veel gestudeerd hebt op school of weinig, dat maakt niets uit. Studeren in, en leren van Gods Woord is belangrijker.

Gesprekken over de preek kunnen al vroeg beginnen. Kleine kinderen hebben vast al wat meegenomen van de preek. En zo niet, dan zullen ze door het gesprek leren dat ouders het wel belangrijk vinden dat ze opletten en weten waar het over gaat.

Lied en muziek

Nadat we het over het gesprek in het gezin hebben gehad, willen we ook nog iets zeggen over het zingen in het gezin. Het zingen van de psalmen in je gezin geeft veel blijdschap en kracht. In tijden van druk en vervolging is altijd weer gebleken dat de psalmen het meest gezongen worden en van die psalmen is vaak veel kracht uitgegaan. We moeten er ernstig rekening mee houden dat de tijden van nieuwe vervolgingen niet zover meer van ons vandaan zijn, vandaar dat het zaak is om ook de nieuwe generatie vertrouwd te maken met Gods verbondsliederen.

Het zingen van psalmen en geestelijke liederen is niet een vrijblijvende zaak. Het is een bevel, dat in het NT twee keer wordt genoemd door de apostel Paulus. In Efeziërs 5:19 schrijft hij: `wordt vervuld met de Geest en spreekt onder elkaar in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zingt en jubelt de Here van harte.´

En in Kolossenzen 3:16 lezen we: `Het woord van Christus wone rijkelijk in u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode dank brengt in uw harten.´ Dit apostolische gebod geldt voor het leven in de gemeente en voor het leven in het gezin. Christus zong met zijn discipelen, nadat Hij Judas had weggezonden om zijn verraad te plegen, de lofzang als afsluiting van de paschaviering.

Ook Paulus en Silas zongen, in de gevangenis, hun psalmen.

Gebed, Schriftlezing en het christelijk lied zijn de kracht-centrales van het gezin, dat oprecht met Christus wil leven.

Wereldse muziek moeten ouders afwijzen, en zoveel mogelijk weren uit de huizen. Ook al kunnen we niet helemaal voorkomen dat de jeugd er naar gaat luisteren, toch zullen we het goede voorbeeld moeten geven. Een gesprek hierover met uw kinderen is erg belangrijk, ook om ze te wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid. Hen moet duidelijk gemaakt worden dat alles wat niet uit het geloof komt, dus ook wereldse muziek, zonde is voor God.

Voor dit artikel is gebruikgemaakt van het gelijknamige boek van W. Meijer.