Hoe blijf ik trouw?


Hoe zal het nu verder gaan in ons leven? We hebben wel een zekere verwachting. Gebaseerd op de gebruikelijke gang van zaken en de plannen die we hebben.We hebben onze ideeën over de samenleving en de persoonlijke omstandigheden. Sociaal, maatschappelijk, politiek, kerkelijk leven in brede zin opgevat. Maar het kan ook zo maar anders gaan. Een plotselinge of een onverwachte gebeurtenis. We beseffen dan weer helder: onze woonplaats is niet hier. We zijn op weg naar ons echte huis, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Daar zullen we ons pas echt helemaal thuis voelen. Geen onzekerheden meer, geen onbevredigende gevoelens meer, geen onvervulde wensen meer, geen nare gedachten meer.Hoe zal die reis daarnaartoe gaan? Daar is weinig van bekend. We zijn hier als zwervers, Hebreeërs, asielzoekers op weg naar een veilige thuishaven, het Vaderland.Nog belangrijker dan het antwoord op de vraag hoe die reis daarnaartoe zal gaan, is het antwoord op de vraag: Hoe willen we die reis maken?

De geschiedenis zegt veel

De geschiedenis van deze aarde zegt veel. Speciaal voor dat deel van de wereld waarin wij leven. En natuurlijk ook van ons land.

Ook al hebben de meesten van ons geen gedetailleerde en uitgebreide kennis van de geschiedenis van ons land, toch weten we allemaal wel dat er oorlogen zijn gevoerd. Verschrikkelijke oorlogen. Tussen landen. En ook in de kerk. Strijd met beslissende betekenis. Strijd met lichamelijk geweld. Maar vooral geestelijk geweld, ook al wordt dat in stilte gevoerd met alleen woorden en geschriften. Oorlog. Geweld. Verwondingen.

Het begint in de kerk

Ook al is het weinig wat we weten, het is wel veel. Bij de volken die in landen wonen met grote problemen zijn de misstanden de vruchten waaraan men een volk kan kennen. Corruptie op grote schaal. Dat zegt iets over eerlijk zaken kunnen doen. Wel geld willen lenen voor de eigen consumptie en de weigering om een miljardenschuld te willen terugbetalen is een signaal over de betrouwbaarheid van een volk. En de burgers van de landen die geld uitgeleend hebben moeten uiteindelijk de last dragen van de bovenmatige bestedingen van dat volk. Dat wordt hun niet gevraagd. Dat wordt hun opgelegd via belastingen en andere overheidsmaatregelen.

En het begint in de kerk. Altijd. Daar wordt geleerd om de HERE God lief te hebben boven alles, en de naaste als jezelf. Als dat geloof wordt losgelaten, dan breekt de eigenwilligheid en daarin de zelfzucht door. Dat zien we in het gezin van Adam en Eva. Kaïn wilde op eigen kracht leven, sloeg zijn broer dood en bouwde voor zich een stad. In Babel wilden de mensen vanuit zichzelf de eenheid bewaren en startten de bouw van een toren. Dat liep op een mislukking uit. Verstrooiing was het gevolg.

Het huidige Griekenland was eens bevoorrecht. De apostel Paulus reisde naar Macedonië. Hij werd te hulp geroepen. En hij ging. Kerkelijke gemeenten werden gesticht, in Filippi, Berea, Athene, Corinthe. Deze plaatselijke kerken gingen ten onder door afdwaling van het zuivere woord van God. De gezindheid van de mensen is nu gericht op eigen welvaart en consumptie. De gevolgen zijn zichtbaar in de maatschappelijke en politieke situatie in dat land.

De gezindheid openbaar

De gezindheid van een volk wordt openbaar in zijn gedrag.

Dit geldt ook voor het kerkelijk leven. Ook in de kerk kan een goed georganiseerde opstand plaatsvinden. Welbewust. Met een groot draagvlak. Dan wordt de gezindheid van het kerkvolk openbaar. Dat is meestal geen plotseling opkomende vlaag van ontevredenheid.

De aanvaarding van de dwaalleer van de veronderstelde wedergeboorte (dat is de aanname dat een pasgedoopte baby het geloof heeft totdat het tegendeel blijkt) door de Gereformeerde Kerken in 1944 had een voorgeschiedenis van tientallen jaren. En werd in 1944 met geestelijk geweld opgelegd. Schorsingen van predikanten, achteruitstelling van gemeenteleden, verdachtmakingen, kleinerend gedrag. Meewarige blikken voor die getrouwen die in een gehuurd zaaltje hun erediensten gingen beleggen in plaats van in de mooie kerkgebouwen. Zo ook in 2003/2004. Een aanloop van vele jaren waarin steeds openlijker Gods Woord werd overtreden. Eigenwilligheid in de keuze van lofliederen voor de Here, openstelling van het avondmaal voor buitenkerkelijken, aanpassing aan eigen inzicht van Gods geboden. De zondag gebruiken om de Here te zoeken en te rusten van de dagelijkse inspanningen, dat hoefde niet meer. Een echtgenoot waarmee het allemaal niet zo vlot meer liep als tijdens de eerste liefde, daar was ook een oplossing, duurzame ontwrichting moet dat genoemd worden; alsof dat een legitieme grond is om van elkaar af te komen.

De grondslag verlaten

Dan gaat het fout, omdat de grondslag van Gods regering van zijn volk dan is aangetast. Eerst langzaam, maar wel geleidelijk en steeds sneller. De satan wil zijn prooi, niet een beetje, maar helemaal. En dan worden de gevolgen hoe langer hoe erger. Het verzet tegen het onverkort bewaren van Gods Woord neemt toe. Dat verzet wordt in gang gezet en gevoerd door de leidende klasse. Predikanten, kerkenraden en generale synoden. Het komt zelfs zo ver dat mannen die de verzoening door voldoening van onze Here Jezus Christus niet meer aanvaarden, aangesteld worden om aanstaande predikanten op te leiden voor hun taak van herder en leraar.

Elders in het kerkelijk landschap zijn predikanten die beweren dat Jezus wel waar is, maar niet echt bestaan heeft; of gewoonweg verkondigen dat God niet bestaat.

Vrede?

En dat alles gebeurt met pastoraal klinkende woorden. Door de leidinggevenden. De roep die van hen uitgaat is: Vrede, vrede, terwijl er geen vrede is (Jer. 8:11, Ez. 13:10). Volksverleiders doen zich altijd voor als vrienden van het volk. Zij willen het volk doen geloven dat het bij hen veilig is. Zij wekken de indruk dat zij opkomen voor de rechten van het volk en een hun welgevallig leven. Zij zijn de leraars die door het volk gewenst zijn en spreken naar de eigen begeerte van het volk (2 Tim. 4:3). Die anderen, die het zo precies nemen en dan nog waarschuwen ook, dat zijn degenen die de vrede verstoren. Die mensen uit het tweestammenrijk moeten opgeroepen worden om zich te verenigen met dat veel grotere tienstammenrijk, dat zal mooi staan. Het gaat toch om eenheid, zo groot mogelijk? Maar dan verdwijnt de oproep aan het geweten, die door velen maar als hinderlijk wordt ervaren. Van dat woord Reformatie is inmiddels afscheid genomen. Was dat inmiddels te confronterend, bracht het misschien toch nog onrust in een eigenwillig geweten? Dat mag toch niet gebeuren. We zijn immers allemaal onderweg naar die ene eenheid.

Ja, inderdaad, we zijn onderweg, allemaal, niemand uitgezonderd. Maar waar zullen we aankomen?

In deze geestelijke strijd die met geschriften en woorden gevoerd wordt, vloeit geen bloed van mensen op deze aarde. Maar hoe zal dat zijn bij de hemelpoort?

Wat doet het volk?

Leidinggevenden spannen samen. En wat doet het volk?

De kerkgeschiedenis geeft een jammerlijk beeld. Ook de recente kerkgeschiedenis. Ook de huidige ontwikkelingen in het brede kerkelijk landschap. Hier en daar is een zuchtje van onrust. Maar met mooiklinkende woorden wordt daar wel begrip voor opgebracht en wordt een mogelijke afschudding van dwaling in de kiem gesmoord. En het volk accepteert. En doet verder niets. Geen reformatie. Geen omkeer naar de grazige weiden van Gods onvervalste Woord.

Wat doen wij?

Wij zien toch ook wat er gebeurt?

En wij dan?

Wij, we zijn geraakt. En snellen naar de HERE.

We worden geen eigen rechter die familie, vrienden, bekenden en medeburgers veroordeelt. Eigen rechter zijn, dat komt ons niet toe. We passen ervoor om dat te zijn en te willen zijn.

We roepen de tussenkomst van de HERE in. De HERE wijst de weg en zal uitspraak doen. Twist met mijn twisters, HERE God. Stel mijn bestrijders tot een spot. Grijp naar uw schild om mij te dekken, wil mij aan hun geweld onttrekken (Ps. 35:1 ber.).

We leggen het neer voor de HERE en storten ons hart uit. Het gelovig en nederig gebed van hen die geminacht worden en weten dat hun zaak rechtvaardig is, is welkom bij de God van alle vertroosting. Want wij zijn zondaars, net zoals iedereen op deze aarde. En we belijden dat we alleen door genade leven.

Ook de allergrootsten onder Gods kinderen staan zwak als zij op zichzelf gaan vertrouwen en het heft in eigen handen nemen. Noach die zich te buiten ging aan de wijn. Mozes die in zijn drift op de rots sloeg. David die het volk ging tellen. Petrus die zijn eigen hachje in veiligheid wilde brengen.

De schuldvergevende liefde van de HERE God is het die ons doet leven. Geen roem in eigen kracht, inzicht. Ik roem in God, ik prijs het onfeilbaar Woord, ik heb het zelf uit zijn mond gehoord (Ps. 55:5 O.B.). Hij zal zich ontfermen over ieder die zonder helper is (Ps. 72:7 ber.). Heerlijk die zekerheid dat onze God de gelovige bidder hoort als hij roept: Ontferm U God, ontferm U, hoor mijn klacht, ik roep tot U, vergeef mijn zonden. Herstel mijn hart, zie hoe het is geschonden. Door eigen schuld zink ik in de nacht. Wees mij nabij naar uw barmhartigheid, reinig mij door uw diepe mededogen (Ps. 51:1 ber.).

Trouw

Trouw blijkt uit de prediking. Is die wel of niet in overeenstemming met het Woord van God? Aan dat Woord mogen wij niets toedoen en niets afdoen. Dat Woord, dat leert niet te heersen, maar te dienen. We hebben de opdracht om de zonde te haten en de zondaar lief te hebben. Dat vraagt dat wij goede getuigen zijn, die met een blijde instelling altijd maar weer in woorden en daden uitdragen dat er vergeving mogelijk is voor iedereen die zich oprecht bekeert tot de Zoon van God en Hem in geloof aanneemt. Dat vraagt een leven dat altijd weer in overeenstemming gebracht moet worden met de evangelieboodschap. En ook het vermijden van een willens en wetens leven in zonde. Want zonde is een besmettelijke stof. Als je het aanraakt en ermee omgaat, wordt je er ook mee besmet.

De wetenschap dat het openlijk verkondigen en tolereren van dwaling een opstand is tegen God, zal voor ons een aanmoediging zijn om trouw te blijven. Want, openlijke opstand is het tarten van de HERE God. Dat neemt Hij niet, tenzij Hij eerbiedig om vergeving wordt gevraagd.

Wij zijn geschapen om te leven tot eer van onze Schepper.

Een leven in overeenstemming met de wil van God staat recht tegenover een leven in overeenstemming met de wil van de mens.

Er is geen betere weg in moeilijke dagen dan de weg tot God. Er is geen grotere rijkdom onder laster en smaad dan een gerust geweten. Er is geen veiliger toevlucht voor hulpbehoevenden dan bij God, Die zijn kinderen nooit alleen maar laat tobben.

Gelukkig iedereen die naar Hem vlucht.

De dag

Er komt een grote dag. Niemand weet precies de datum.

God gaat oordelen, rechtspreken.

Wij geloven dat, weten het zeker.

Daarom zullen we voorbede doen voor ons land, voor alle inwoners, voor ons volk, voor iedereen die zich mee laat slepen door afdwaling van Gods Woord. De echte vrienden van het volk zijn Gods trouwe kinderen die waken over de kudde. Die als David de strijd aangaan met leeuw en beer om de schapen te redden en in leven te houden. Een leeuw die verslagen wordt, vindt dat verschrikkelijk en zal dat laten merken ook. Hij zal zinnen op de mogelijkheid om terug te komen. Hij heeft honger. Zal hij dan succes hebben? Ook al moet hij veertig jaar wachten?

Voorbede

Is de trouwe herder wreed? Neen!

Een trouwe herder vlucht naar de HERE en doet voorbede voor het volk. Hij hoopt op de gelegenheid om tot bekering op te roepen. Hij weet dat de God van het Oude Testament dezelfde God is als de God van het Nieuwe Testament. De HERE God wil geen afval. Hij zegt: Mijn volk, hoor toe en neem mijn leer ter ore (Ps. 78:1 ber.).

Wij mogen staan in het volle bewustzijn van onze roeping.

Dan kijken we niet naar de moed die ervoor nodig is om staande te blijven. Dan wijzen we ook niet op de kalme rust die we in gevaarlijke ogenblikken en perioden nodig hebben.

Maar, dan bemoedigen we elkaar met het geloof.

Het is voor ons een zeker weten en een vast vertrouwen dat alles betrouwbaar is wat God ons in zijn Woord geopenbaard heeft. Hij wil door het geloof in het evangelie vergeving van zonden geven, niet alleen aan mij, maar aan iedereen die Hem daarom vraagt op grond van de verdienste van Christus.

Aan het licht zal komen dat tegenover alle dwalingen die de satan influistert, het duidelijk wordt dat de Here regeert. Hij laat zich niet straffeloos aan de kant zetten. Hij toont altijd weer dat Hij het is die redding geeft. Noach overleefde in de ark. Jeremia werd gered uit een waterput. Paulus kreeg de gelegenheid om in Rome zonder enige belemmering het evangelie te verkondigen.

Geduldig wachten

Maar het kan wel lang duren in onze beleving.

Geloof geeft zekerheid, maar leert ook te wachten. De Here treedt niet direct tussenbeide. Dat leren ons de geschiedenissen in de Bijbel. De woestijnreis duurde veertig jaar. Een mensenleeftijd van wachten. Er kwam ongeduld, begeren naar welvaart. In de woestijn werd door opstandelingen het leven in Egypte voorgesteld als het land van de belofte. Zij zagen niet dat zij in Egypte slaven waren geweest. Men koos voor slavernij met een beetje welvaart, in plaats van vrijheid met een beetje ontbering met de zekerheid van een toekomstige overvloed in volstrekte vrijheid.

Volmaakt

De volmaaktheid komt. Dat is zeker. Laten we ons niet verdrietig en moedeloos maken wanneer de Here niet onmiddellijk ingrijpt. We zijn tevreden met de zekerheid dat Hij met het rechtvaardig verklaren van zijn getrouwe getuigen niet langer wacht dan tot de jongste dag.

Zo ging het toch ook met de Christus?

Hij was getrouw tot in de dood. Daarna pas kon Hij met een goed geweten zijn geest bevelen in de handen van zijn Vader (Lucas 23:46).

De smaad van het kruis blijft voor het oog van de wereld op Hem rusten. Maar Hij komt.

De veiligheid van de mens ligt niet in een voorganger, de veiligheid van de mens ligt in de Meerdere van elke aardse voorganger: onze Here Jezus Christus!

Hij leert ons wachten, opdat wij zullen begrijpen dat in stilheid en vertrouwen onze sterkte is.

Hij wil ons leren bidden en daarom laat Hij ons bidden, opdat wij de bruid niet zullen vergeten die roept: Kom Here Jezus. Zalig zij die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal. Dat zijn zij die het getuigenis van Jezus Christus hebben bewaard in woord en daad en opriepen tot aanbidding van God (Op. 19:9,10).

Daar, bij Christus is verreweg de beste plaats voor elk mens (Filip. 1:23). Te begeren.

De zekerheid van het geloof geeft moed, energie, kracht en rust.

Alleen door het geloof kunnen wij de Here Jezus trouw blijven.