U hebt de laatste Terwijl de wereld jachtig wordt en naar het einde van alle dingen snelt, want de tijd is maar kort, krijgen wij die extra gelegenheden om stil te staan bij het gedenken van Gods werk in de (heils)geschiedenis. Het is wat de psalmdichter zegt: De aanleiding tot het gedenken, maar vooral ook de dankbaarheid voor Gods genadige trouw is immers groot?! De Here heeft zijn kerk het hele jaar weer gespaard; heeft ons van alles voorzien wat wij voor lichaam en ziel nodig hadden. De wekelijkse erediensten, het gezamenlijke Bijbelstudiewerk in verenigingsverband en de catechisatie. Het aantal predikanten in actieve dienst mocht in 2014 weer toenemen. De ambten konden worden vervuld. De synode van Groningen mocht haar eerste zittingen houden. De gemeenten kregen nieuwe leden, van buitenaf, maar ook van binnenuit. Stuk voor stuk zaken om bij stil te staan en Hem daarvoor te danken. We mogen dankbaar erkennen dat Hij inderdaad in het afgelopen jaar was de bron van al het goede (vgl. Jak. 1:17)! Waren er dan geen moeiten? Was er dan geen verdriet? Waren er dan geen zorgen? De vraag stellen is hem beantwoorden. Immers, de kracht van de kerk in de maatschappij is maar klein. In het afgelopen jaar hebben, naast de nieuwe leden, ook gemeenteleden zich aan de gemeenschap van de kerk onttrokken. Het aantal predikanten nam toe, maar het aantal studenten op de Opleiding tot de Dienst des Woords vertoont geen stijgende lijn. De synode van Groningen is begonnen, maar ter tafel liggen een aantal rapporten en appèlschriften, waaruit blijkt dat we het niet in alles met elkaar eens zijn. Laten we hierin ook de ontwikkelingen in de wereld niet vergeten. De explosieve situatie in Oost-Europa; de barbaarse strijd die gepaard gaat met de oprichting van het islamitisch kalifaat in het Midden-Oosten; de bedreiging van de wereldgezondheid door bijvoorbeeld ebola. En, dichter bij huis, het toenemende ongeloof en de daarmee samenhangende toenemende goddeloosheid en zedeloosheid. Of in onze eigen situatie, wanneer we geconfronteerd worden met (ernstige) gezondheids-klachten, gekweld worden door eenzaamheid, spanningen in huwelijk of gezin of (dreigende) werkloosheid. Ondanks deze zorgwekkende zaken, laten we vooral dankbaar zijn! Immers, de Here vraagt van ons om volledig op Hem te vertrouwen? Let wel, dit zijn geen goedkope woorden, zo lezen we bijvoorbeeld in Exodus 14 en 15. In Exodus 14 en 15 wordt de uittocht van het volk Israël beschreven. Na 430 jaar is het dan zover. Het volk Israël trekt in zn geheel weg uit het land Egypte. Het wordt uitgeleid uit het diensthuis van de slavernij. Wat is het land Egypte geteisterd door de plagen: kikkers en muggen, veepest en zweren, duisternis en aan het einde van de tien plagen de dood van de eerstgeborenen van de Egyptenaren. Dan trekt Israël weg, beladen met goud en zilver (vgl. Ex. 12:35). Wat moet dat een indrukwekkend moment zijn geweest, een stoet van alleen al zeshonderdduizend mannen, waarbij de wolk van Gods tegenwoordigheid hen voorging. De Here leidde hen uit met een sterke hand en een uitgestrekte arm! Zou deze indrukwekkende gebeurtenis niet genoeg zijn om een heel leven van Gods almacht en trouw overtuigd te zijn? Zou het feit dat de Here zijn belofte aan Abraham gestand deed, niet betekenen dat alle twijfel over Gods goede Vaderhand voor altijd zou worden weggenomen? Zouden deze ervaringen niet betekenen dat de Israëlieten zich nooit meer ergens zorgen over zullen maken? Immers, de HERE is hun midden? Maar het tegendeel gebeurt. Wanneer het volk in plaats van de logische richting naar noorden (gezien de afstand hoefde de tocht van Egypte naar Israël niet lang te duren), moet afslaan naar het zuidoosten en het volk lucht krijgt van de Egyptenaren die hen op de hielen zitten, slaat de angst de Israëlieten om het hart. Weg is al hun Godsvertrouwen, blijkens de verwijten die ze Mozes naar het hoofd slingeren. Ze zien niet op naar de wolk van Gods tegenwoordigheid; ze zien niet naar Mozes staf, maar ze zijn gevallen door de verleidingen van satan. Mozes houdt echter vast aan het Woord van God en zegt dat de HERE voor hen zal strijden en zal overwinnen. Hij houdt hen voor om onvoorwaardelijk op God te vertrouwen, want God zelf zal zijn belofte waarmaken. Uit het vervolg blijkt dat Gods belofte nooit een loze belofte is, niets is bij Hem onmogelijk! Als God voor hen is, wie zal dan tegen hen zijn? Het volk heeft nu in korte tijd de almacht van de HERE op wonderbaarlijke wijze van zeer dichtbij gezien. Eerst de uittocht en vervolgens de tocht door de Schelfzee. We zouden zeggen dat nu dan toch wel het laatste restje ongeloof en twijfel weggenomen is? De volgende hoofdstukken verhalen echter opnieuw van beproevingen van hun vertrouwen op de HERE, waarbij de Israëlieten wederom bij Mozes klagen en morren. Na de Schelfzee trok het volk de woestijn Sur in. Ze reisden drie dagen zonder ook maar een drupje water te vinden voor die hele stoet van mannen, vrouwen, kinderen en hun kudden. Toen de HERE na het roepen van Mozes bij Mara voor drinkbaar water zorgde (eind Ex. 15), begon de honger te knagen (Ex. 16). Toen de HERE daar ook weer op bijzondere wijze in voorzag, was het weer de behoefte aan water die het volk Israël deed morren (begin Ex. 17). Wellicht hebben we de neiging om hier wat schamper over te denken, maar probeert u zich er eens een voorstelling van te maken hoe het is geweest. Van hitte zinderende woestijnen, een enorme stoet van mannen, vrouwen, kinderen en hun kudden zonder water en zonder voedsel. Werkelijk een beproeving! Nee, laten we daarom schampere gedachten maar gauw wegdoen en bij onszelf blijven. Hoe zit het met ons Godsvertrouwen? Wij, die een zoveel rijkere bediening van Gods verbond (vgl. Hebr. 8) bezitten? Wij, die niet meer leven in de tijd van de schaduwachtige gebruiken, maar in de tijd waarin we weten dat Gods beloften heerlijk zijn vervuld (vgl. Hebr. 9)? Wij, die mogen leven in de bedeling waarin de Geest op alle vlees is uitgestort (vgl. Hand. 2) in plaats van alleen op speciaal daarvoor aangestelde ambtsdragers? Wij, die Gods volledige Woord mogen bezitten, waaruit we ook kunnen verstaan hoe de tijden zullen zijn voor Christus komst? Nee, laten we vooral niet schamperen, maar allereerst onszelf beproeven. Was en is er in de zorgwekkende zaken, zoals we die hierboven schreven, bij ons sprake van een onvoorwaardelijk Godsvertrouwen? Met die vraag staan we aan het eind van 2014 en gaan we op naar 2015. Als we dan nadenken over ons onvoorwaardelijke Godsvertrouwen in het afgelopen jaar, dan is er niets mooiers om elkaar aan het begin van het nieuwe jaar de vrede van God toe te wensen. Op tal van plaatsen in de Bijbel gaat het over vrede. We willen ons nu richten op Maar dat de vrede van God een andere vrede is, blijkt uit Joh. 14:27. Daar spreekt de Here Jezus, vlak voordat Hij zichzelf in volkomen opofferende liefde aan het kruishout laat spijkeren: De verzoening met God betekent voor de gelovige een werkelijke, diepe rust. De vrede met God door het verzoenende offer van Jezus Christus betekent voor de gelovige dus de vrede Die vrede kent geen bezorgdheid, ook en juist niet in een wereld waarin chaos en wanorde toenemen. Die vrede kent geen bezorgdheid, want God wil en kan immers als een Vader voor ons zorgen (vgl. Luc. 12:22-24). De vrede met God betekent daarom ook een onvoorwaardelijk Godsvertrouwen. Het betekent dat we als een kind gaan aan Vaders hand, wetende dat onze Vader voor ons zal zorgen. Als we elkaar zo de vrede Maar, het jagen naar de vrede hoeven we niet te doen in eigen kracht. Het jagen naar de vrede van God is geen eigen jagen. Staat de Bijbel niet vol met het bewijs dat God zijn volk nooit in de steek laat? De geschiedenis van het volk Israël in het Oude Testament is daar toch hèt voorbeeld van? Onze God slaapt en sluimert nooit. Onze goede God is almachtig en daarom kan Hij doen wat Hij wil (vgl. Ps. 118:22,23). Laten we daarom ook in het voornaamste stuk der dankbaarheid de Here voortdurend blijven bidden om Laten we elkaar zo aan het begin van 2015 elkaar Gods heil, zijn zegen en de werkelijke, diepe vrede met Hem toewensen. Dat is immers voor ons allen, zowel persoonlijk als gezamenlijk, het grootste geluk!Gedenken
Dankbaar
Israëls Godsvertrouwen beproefd
Recidive?
Ons Godsvertrouwen?
De vrede met God
De vrede van God
Wens