Kerkdag 2014: Van welke planeet kom jij?


Van welke planeet kom jij? Het thema van de afgelopen Kerkdag. En u hebt vast al wel begrepen wat de bedoeling is. De benaming Van welke planeet kom jij is als het ware een knipoog naar de manier waarop jongeren elkaar soms aanspreken. Of aanspráken. Ook de jongerentaal verandert snel. Zoiets werd wel gezegd als iemand blijkbaar totaal niet wist waar het over ging. Tijdens een gesprek waarvan werd verondersteld dat iedereen wist waarover gesproken werd. Beetje vreemd Alsof je uit een andere wereld komt Van welke planeet kom jij? Hoe kan het dat jij hier niet van af weet? Dat is toch heel gewoon in deze tijd?Het is een zegswijze. Je zou het kunnen vergelijken met een voorbeeld uit de Bijbel. Als de Emmaüsgangers aan de Here Jezus vragen: Bent U de enige vreemdeling in Jeruzalem, dat U niet weet wat daar dezer dagen geschied is? Dat is later ook een gezegde geworden. In onze tijd. Ben jij de enige vreemdeling in Jeruzalem? Ben je wel helemaal bij de tijd? Loop je niet wat achter?

Twee werelden

Maar ook al heeft het thema een wat luchtige benaming, tegelijk heeft het wel degelijk een heel serieuze achtergrond. Nee, we weten heel goed dat er geen leven mogelijk is op een andere planeet. Gods Woord is daar duidelijk over. Een andere bewoonde wereld is er niet.

Dat is ook zeker niet de boodschap van deze Kerkdag. Maar in geestelijke zin zijn er wel degelijk twee werelden. De ene wereld, dat is de wereld van het leven met de HERE. Het leven in het Verbond. Het leven in en uit en door het geloof. Zullen we zeggen: het Koninkrijk van God?

En de andere wereld is de wereld van het leven zonder God. Zonder geloof. Of eigenlijk Wel met een geloof, maar dan het geloof in de mens. In de mens die volkomen zelfstandig is en die alles kan. Die zonder God een nieuwe ideale wereld kan maken. Zullen we die wereld Babel noemen? Naar Genesis 11 en Openbaring 17 en 18?

Twee volkomen verschillende werelden. Tegengesteld. Niet verenigbaar. En nu wordt de vraag van het thema heel serieus. Van welke wereld maak jij deel uit? Van welke wereld maakt ú deel uit? Van welke wereld wìlt u deel uitmaken? Van welke planeet kom jij?

Kenmerken

Ds. Koster heeft u al het een en ander voorgehouden. O.a. over onze roeping hierin. Graag wil ik u iets meer vertellen over de kenmerken van die andere wereld. Over de kenmerken van Babel, de stad van de mens. Want de vraag en de zorg voor de leden van het Kerkdagcomité is: herkennen wij die andere wereld? En, als we die herkennen, zijn we dan in staat om toch voluit te blijven leven in de wereld van het Verbond? Die vraag leeft niet alleen bij de leden van het Comité. We hebben gemerkt dat het onderwerp herkenning oproept bij onze predikanten, bij ambtsdragers, catecheten; bij ouders en grootouders.

Dan moeten we het zeker hebben over de nieuwe media. Jazeker, aan het gebruik van de moderne media kleven nogal wat gevaren. Ds. Koster heeft er al eens een serie artikelen aan gewijd in De Bazuin. Broeder, straks dominee, Dijkstra is nu bezig met een serie. In die artikelen wordt duidelijk dat intensief en langdurig gebruik van internet en digitale media buitengewoon schadelijk kan zijn voor het gebruik en de ontwikkeling van het verstand. Vaardigheden als goed luisteren, uit het hoofd leren, goed lezen, inzicht krijgen, verbanden leggen, vragen naar de achtergrond en herkomst van allerlei zaken, kritisch zijn Ze stompen af of worden niet goed ontwikkeld. In zon mate dat zelfs moderne ongelovige sociologen en pedagogen aan de alarmbel trekken over de ontwikkeling van de jeugd. Zij stellen vast dat er een nieuwe mens in aantocht is. Een mens die al die genoemde vaardigheden minder of niet meer bezit.

We komen er straks op terug.

Ideale samenleving

Maar er is meer. Die moderne media hebben een afstompende werking maar tegelijk brengen ze ook die andere wereld inhóudelijk heel dichtbij. In onze gezinnen. In ons werk. In onze kerkelijke gemeente. Die nieuwe wereld heeft nòg een aantal heel belangrijke kenmerken.

Om die helder voor ogen te krijgen neem ik u mee naar Scandinavië. Nog wat nauwkeuriger: naar Zweden.

Als het gaat om de inrichting van onze maatschappij, van onze samenleving, als burgers van Nederland, dan is er altijd heel sterk gekeken naar de Scandinavische landen. Al veel eerder dan in Nederland had men daar de zaken goed voor elkaar. Gelijkheid tussen man en vrouw in alle opzichten, alle mannen en vrouwen een betaalde baan, uitgebreide kinder- en jeugdopvang, een heel systeem van jeugdzòrg, heel veel mogelijkheden voor de besteding van de tijd die niet op school of universiteit wordt doorgebracht, voldoende vermaak en recreatie, een prima gezondheidszorg. En dat alles uitstekend en ruimhartig geregeld door de overheid. Een overheid die ook bepaalt wat een goede inhoud is van bijvoorbeeld het onderwijs en het aanbod op de voor- en naschoolse opvang. Uiteraard alles zeer wetenschappelijk en hedendaags verantwoord. En zeer sterk gericht op de individuele ontwikkeling. Op ik en mijn rechten.

En als er iets mis gaat, wel, dan was en is er in die landen ook altijd een uitstekend vangnet. Met voldoende uitkeringen en heel veel strakke begeleiding.

Scandinavië op weg naar de ideale samenleving. Waarbij alle burgers uiteindelijk delen in de welvaart en in de resultaten van de moderne wetenschappen. En in die ontwikkelingen ging Zweden voorop en kwam Zweden het verst. Een voorbeeld voor andere Europese landen.

En u herkent het vast wel. Ook in ons land, in onze Nederlandse samenleving, zijn dat de trends. Zekerheid en welvaart voor iedereen. Als gevolg van bezuinigingen af en toe met hobbels en bobbels, en strak afgedwongen hulp aan naasten, de zogenaamde participatiemaatschappij, en voor sommigen wat minder zekerheid en welvaart dan voor anderen, maar toch De richting is duidelijk.

Liefde?

Nu denkt u misschien: een leuk verhaal, maar wat moeten we met die kennis?

Wel, enkele jaren geleden hebben wetenschappers onderzoek gedaan naar die Zweedse samenleving. Ze hebben gekeken naar het verband tussen dat moderne voortreffelijke stelsel en de gevolgen die dat heeft in de maatschappij. En hun conclusies waren opmerkelijk.

Ze stelden bijvoorbeeld vast dat er sprake is van sterke vermindering van de sociale verbanden. Kinderen brengen veel meer tijd door met professionele opvoeders en begeleiders dan met hun ouders. Dat gaat zo ver dat ook vaak in weekends en in vakanties de jeugd naar allerlei opvang en vakantiekampen gaat. Vastgesteld werd dat veel ouders ook niet goed weten wat ze met hun kinderen moeten thuis, op vrije dagen en vakanties. Neemt u daar notie van? Jonge ouders die niet meer weten wat ze met hun kinderen moeten!

Kun je dan nog spreken over liefdevolle, warme gezinnen? Kun je dan nog spreken over het gezin als hoeksteen van de samenleving?

Die onderzoekers stelden ook vast dat onder jonge mensen een groot gebrek aan het ontstaan is aan geweten en verantwoordelijkheidsgevoel en sociale betrokkenheid. Een voorbeeld is dat, wanneer ouders oud worden en enige hulp nodig hebben, het echt niet vanzelf spreekt dat de kinderen daarbij helpen. Waarom zouden ze? Je kunt toch bij de overheid terecht? Dat is toch allemaal geregeld? Hoezo omzien naar je ouders?

Vastgesteld is dat er in die voorbeeldsamenleving enorm veel eenzaamheid is. Meer dan in andere vergelijkbare landen. Onder ouderen maar ook onder jongeren. Nergens is het zelfmoordpercentage onder jongeren zo hoog als in Zweden! Over gebruik van alcohol en drugs hebben we het dan nog niet gehad.

Velen in de Zweedse samenleving zijn allereerst gericht op zichzelf en hun eigen omstandigheden. Ze willen best wat, maar daarbij is ook heel vaak de vraag: maar heb ik er zelf ook iets aan?

Alles geregeld en georganiseerd. Zweedse jongeren behoren lichamelijk tot de gezondste van de wereld. Maar psychisch en sociaal? Grote en toenemende eenzaamheid. Gebrek aan omzien naar elkaar. Gebrek aan gevoel van saamhorigheid. Gebrek aan familiezin. Mogen we zeggen: gebrek aan liefde?

Nederland

Wie goed oplet kan dezelfde beweging waarnemen in eigen land. Alles wordt door de overheid geregeld. Via het inkomens- en belastingstelsel zijn de afgelopen decennia honderdduizenden moeders de arbeidsmarkt opgejaagd. De jeugdzorg krijgt steeds meer bevoegd-heden achter de voordeur. Overheid en onderwijs dwingen de burgers om steeds meer gebruik te gaan maken van de moderne media. Onderwijsboeken gaan steeds meer op elkaar lijken. En zelfs de mantelzorg heeft te maken met voorschriften en regels, op straffe van mislopen van subsidies en kortingen.

Mens van de nabije toekomst

Nu zetten we het even naast elkaar. De invloed van de digitale media, we zouden erop terugkomen, en de invloed van het sociaal-maatschappelijke systeem dat wordt nagestreefd. Met een aantal kenmerkende woorden en begrippen.

Daar gaan we.

Oppervlakkig. Onkritisch. Slecht kunnen luisteren. Onnadenkend. Niet zelfstandig. Gestuurd door internet. Snel oordelend. Jachtig. Ik-zuchtig. Gericht op materieel en lichamelijk welzijn. Slechte gewetensontwikkeling. Weinig verantwoordelijkheidsgevoel. Gebrek aan echte liefde.

Van zon opsomming worden we toch niet vrolijk?

Maar, we moeten het met zorg vaststellen, dat zijn wel de kernwoorden die horen bij de mens van de zeer nabije toekomst. Er zijn tegenbewegingen. Maar die zijn vooralsnog niet populair.

Normaal?

Zo zien we de contouren zich aftekenen van de nieuwe wereld. Van de andere wereld. Van Babel.

We kunnen ons dan de vraag stellen of en in hoeverre die andere wereld het leven in het Koninkrijk van God bedreigt en aantast. Of we in staat en bereid zijn om die twee werelden te onderscheiden en of we in staat en bereid zijn om die andere wereld buiten het leven in het Verbond te houden.

We menen dat daar inderdaad een grote bedreiging ligt. En dat we als gereformeerden die vragen móeten stellen.

Of denkt u dat Babel niet bezig is onze wereld binnen te dringen?

Vindt u het normaal wanneer catechisanten sms-end de catechisatiezaal binnenkomen en net zo weer verlaten? Vinden jullie dat normaal, jongeren?

Is het heel gewoon wanneer er in huis spelletjes gespeeld worden op internet, maar niet met elkaar of met vrienden?

Is het normaal als we iets lezen in het kerkblad wat ons op het eerste gezicht niet aanstaat en meteen, zonder te vragen naar bedoeling en achtergrond, aan de kerkenraad onze negatieve mening kenbaar maken?

Is het normaal dat gezinnen in dezelfde gemeente kiezen voor verschillende richtingen in het onderwijs en elkaar daarin niet steunen?

Is het normaal dat we heel veel verwachten van onze kerkenraden en besturen, maar zelf weinig actief zijn?

Is het normaal dat veel jongeren zo moeilijk in staat zijn iets uit hun hoofd te leren en dat langdurig te onthouden? Zodat ambtsdragers bij het belijdenis-onderzoek nauwelijks nog eisen durven stellen aan kennis?

Is het normaal dat we nog steeds menen aan bijna alles in de maatschappij mee te kunnen doen en alle banen te kunnen innemen?

Is het normaal dat het in onze gezinnen vaak zo druk en chaotisch is?

En hoe zien we eigenlijk de ouderen in de kerk? Alleen maar als aardige mensen, maar niet meer van deze tijd? Wat doen we met hun Koninkrijkservaring?

Gezin als basis

Natuurlijk mag u vinden dat die vragen overdreven zijn en dat het wel meevalt. Maar zullen we ons er dan eerst eens in verdiepen met elkaar? Voor we dat oordeel vellen?

De wereld van Babel dringt zich aan ons op. Vooral aan de gezinnen. Daar wordt de aanval op gericht. Logisch, want in het gezin wordt de basis gelegd voor de vorming van gelovige kerkleden. Juist die basis is zo belangrijk. Het is niet per ongeluk dat het ook in Scandinavië begon in de gezinnen. Het gezin zoals onze HERE dat in de schepping gelegd heeft, moet kapot. De basis, het fundament, moet ondergraven worden. En daarna de gemeente. Het is allemaal niet per ongeluk. Want de satan heeft voor zijn laatste offensief zon wereld nodig, zoals we daarnet beschreven. Hij heeft mensen nodig die niet meer kunnen lezen en luisteren en leren. Hij heeft mensen nodig die de echte liefde niet kennen en alleen voor zichzelf gaan. Hij breekt af wat God in de schepping heeft gelegd aan mogelijkheden en samenlevingsregels. Hij keert alles om. Hij werkt al heel lang aan de komst van de nieuwe mens naar zijn beeld. En die begint nu steeds meer gestalte te krijgen.

Voor het Koninkrijk van God is juist iets anders nodig. Kunnen luisteren naar het Woord. Kunnen lezen in de Bijbel. En in de vele literatuur waarin de Bijbel wordt uitgelegd en toegepast. Voor het leven in het Verbond is juist een goed ontwikkeld geweten nodig. Veel, heel veel liefde voor de HERE en voor elkaar. Kunnen afzien van eigenbelang. Geduld en langzame oordelen. Heel veel kennis van het geloof. Elkaar daadwerkelijk helpen en verder helpen.

Zijn we bereid?

Zien we wat er afkomt op onze gezinnen en op de kerk? Zien we wat er nodig is om ook de komende generatie te leren hoe ze de HERE kan en moet dienen? Zijn we bereid om daarvoor iets in te leveren? Om echt te offeren? Zijn we bereid om te horen: jij komt zeker van een andere planeet? Zijn we in staat en bereid om dan het leven in Gods Koninkrijk uit te leggen en te verdedigen?

Ons een zorg!

We kunnen op deze Kerkdag maar een paar zaken aanstippen. Er is nog veel meer over te zeggen en er zijn nog veel meer lijnen te trekken. We hebben het nog niet gehad over consumeren. En over plezier maken. Over vrijetijdsbesteding. Ook daar lopen de scheidslijnen. Maar dat bespreken kunnen we ook thuis doen. In eigen gemeente en op de verenigingen.

Weet u wat ons een zorg moet zijn? Dat het leven in het Verbond iets gaat worden wat er bíj komt. Een stukje Koninkrijk náást het leven in Babel. Daar lijkt het zo vaak op, denken we. Dat het leven voor de HERE niet meer ons hele leven doortrekt. Ja, natuurlijk lezen we af en toe in de Bijbel. Natuurlijk gaan we zondags naar de kerk. Natuurlijk gaan we naar catechisatie. En naar vereniging. En naar een school waar nog iets christelijks aan is. En echt niet met tegenzin. Maar is het niet vaak zo dat we dan even in de gereformeerde modus schieten, om het zo maar eens te zeggen? En dat we de rest van de week toch die andere wereld veel ruimte geven?

U mag het zeggen.

Gezin en gemeente

In de maatschappij groeit een geslacht op dat straks niet meer in staat is, of slechts met grote moeite, om te leven naar Gods geboden, naar de structuren en de orde die de HERE gegeven heeft.

Maar als we de jeugd van de kerk een toekomst willen geven, als jullie, jongeren, een toekomst willen hebben, dan moeten we met deze zaken aan de slag.

Dan moet de antithese, de tegenstelling tussen het Rijk van God en het rijk van satan, ons helder voor ogen staan. Dan moeten we bewust wel in de wereld maar niet van de wereld zijn.

Dan moeten we het inderdaad hebben, allereerst, over onze gezinnen. Want het begint, zo hebben we laten zien, en we herhalen het nog maar eens, in de gezinnen. Dat blijkt uit die onderzoeken. En daarna moeten we het hebben over de gemeente. Warme, liefdevolle gezinnen zijn nodig, ingebed in een levende, saamhorige en ondersteunende gemeente. Met veel aandacht voor elkaar. Vanaf de eerste levensdagen. Met veel ruimte voor samen luisteren en praten en samen leren over Gods werk. Waar ouderen leren aan jongeren. Waar jongeren graag luisteren naar ouderen.

Hoe dat moet? Daar wordt in de middaglezing meer over verteld.

Eigendom van de HERE!

Van welke planeet kom je? Van welke planeet wìl je komen?

Ja, maar daarmee kunnen we nog niet eindigen. Het is niet de bedoeling om u, om jullie aan het eind van de dag depressief naar huis te sturen. Wel om verder met elkaar te gaan nadenken.

Maar niet om ontmoedigd of bang te worden. Door wat er op ons afkomt. Door wat zich indringt in onze gezinnen, in onze levens, in ons kerk-zijn.

Want het hangt niet van ons af!

Ja, we moeten aan het werk blijven.

Maar als wij zwak zijn, als wij die werelden niet goed onderscheiden, als we moeite hebben met het vorm geven aan het leven in Gods Koninkrijk, dan komt Hij ons zelf te hulp. De HERE heeft zijn beloften gegeven. Hij bewaart zijn kinderen. Hij bewaart de Kerk. Dat is vast en zeker!

Ja, de HERE vraagt iets van ons. Maar Hij geeft het ook! Als wij Hem daarom bidden!

Als we dat beseffen, dan is in alle gevaarlijke ontwikkelingen om ons heen, in alles wat zich aan ons opdringt, toch de zekerheid dat Babel niet zal winnen. Nu niet. En in eeuwigheid niet!

Onze toekomst is bij de HERE zeker.

Bij welke wereld hoor jij? Hoort u?

Ik ben eigendom van de HERE!

Zijn trouw is oneindig!