Ouderliefde en geloof


Ouderliefde en geloof. Wat heeft dat met elkaar te maken? We zien in de tegenwoordige tijd dat ouders vaak anders omgaan met de verdeling van hun aandacht over hun activiteiten binnenshuis of buitenshuis dan in het recente verleden gebeurde. Hoe kunnen we standhouden in een wereld die bezig is God vaarwel te zeggen, en toch onze God en onze kinderen onze liefde blijven geven met een gelovig hart?

Liefde en geloof

Liefhebben van mensen, dat is het gehecht zijn van de ene mens aan de andere mens, een warme genegenheid koesteren. Wij moeten onze naasten liefhebben als onszelf, dat wil zeggen net zo veel het goede met hen voorhebben als je dat met jezelf hebt. En het allermeest moeten we onze God liefhebben, nog meer dan onszelf. Onze God houdt buitengewoon veel van ons. Zóveel zelfs dat Hij zijn eigen enig Kind ervoor overhad om ons, mensenkinderen, voor eeuwig in volmaakt geluk bij Hem te hebben.

En geloven, dat is er vast en zeker van overtuigd zijn en er echt helemaal op vertrouwen dat alles wat God gezegd heeft, echt waar is. Dus is het ook waar dat Hij al zijn beloften nakomt. Wat Hij belooft, dat doet Hij, op de tijd die daarvoor het beste is. De geschiedenis is daar vol van. Ondanks de vele bedreigingen en gevaren die er zijn voor de mensen.

De gebeurtenissen rond de geboorte van Mozes geven een mooi voorbeeld van de macht van God, de macht van satan, de liefde van ouders en de kracht van het geloof.

De aanval

In het laatste vers van het eerste hoofdstuk van Exodus lezen we: Toen gebood Farao aan zijn gehele volk: Werpt alle jongens die geboren worden in de Nijl, maar alle meisjes mag u laten leven. Het ging hier om het volk van Israël. Hier zien we de macht van de duivel. De rivier was de plaats van de dood en met behulp van de dood probeerde de satan het doel van God ongedaan te maken. Zo is het vanaf het begin geweest. Altijd heeft de duivel heel jaloers naar hen gekeken die God wilde gebruiken om zijn doel te bereiken. We zien dat direct al in de geschiedenis van Abel. Satan ruimde hem uit de weg door middel van de dood. Hij viel het koninklijk huis van het Tweestammenrijk aan, en roeide dat uit, op één prins na (2 Kron. 22:10-12). En dan de dodelijke aanval door Herodes op de kinderen in Bethlehem. En ten slotte de kruisdood van onze Here Jezus de Christus.

Kenmerkend voor het optreden van de satan is dat hij door middel van de dood het werk van God probeert te beëindigen. Maar gelukkig mogen wij geloven dat de macht van God verder reikt dan de dood. Het werk van satan vindt zijn eindpunt in de dood. Maar het werk van God stijgt uit boven de dood. Het graf is het einde van het werk van de duivel, en daar gaat nu het werk van God gewoon door. Onze God is de God van de levenden die door de dood heen tot Hem komen.

Onze God geeft het leven, en dat ligt buiten de invloeds-sfeer van de satan. Heerlijk om dat zeker te mogen weten. Zeker als we bij het graf van een geliefde staan, daar geeft Hij, Die de Opstanding en het Leven is, ons de zekerheid dat we een volmaakt en eeuwig leven hebben. Onsterfelijk. Veilig gesteld in Gods eigen hand, de hand die het leven geeft, wat er ook gebeurt.

Doodsangst

Wat zal de geboorte van hun derde kindje aan vader Amram en moeder Jochebed een spanning gegeven hebben. Zal het een meisje zijn of een jongen? Mogen zij hun kindje behouden of moet het in de Nijl geworpen worden? Wat maakt de liefde van de ouders zo sterk dat zij het gebod van de koning weerstaan? Dat zal niet de drang geweest zijn om van hun kindje een afgod te maken vanwege zijn uiterlijk en om vanwege zijn uiterlijk met hem te gaan pronken. Ook al wordt ons verteld dat hun kindje schoon was, dat betekent dat het welgevormd was. In het boek Handelingen wordt ons meegedeeld dat hun kindje zelfs schoon was voor God (Hand. 7:20). Het was zichtbaar een bijzonder kind. Toch ligt in ons uiterlijk voorkomen niet het motief voor een bijzondere functie. Dat bleek wel toen Isaï zijn zonen voorstelde aan de profeet Samuël (1 Sam. 16:6). Het motief van Gods verkiezing ligt niet in het uiterlijk van een mens, maar in Gods welbehagen.

Zekerheid

Er is een andere reden dat de ouders het bevel van die wrede koning trotseerden.

Er was alle reden om voor die koning van Egypte heel bang te zijn. Die koning stond heel hoog. Maar hoger nog dan die aardse wereldbeheerser staat onze God. Onze God is de koning der koningen. En dit gelovige ouderpaar weet dat en gelooft, dat men aan God meer gehoorzaam moet zijn dan aan mensen (Hand. 5:29). Dat is vandaag niet anders voor de kinderen van God die zuchten onder een wrede koning, zoals in Noord-Korea of onder islamitische extremisten die niet terugdeinzen voor standrechtelijke executies.

Wanneer zal de ongerechtigheid van ons volk zo groot zijn dat de Here zijn toorn niet meer terughoudt en soortgelijke omstandigheden over ons zal brengen? Over ons die leven in de laatste dagen en aan wie een zeer zware verdrukking is geprofeteerd?

En als dat eenmaal het geval zal zijn, waar is dan je zekerheid? Door het geloof!

Dat leert ons de Schrift in Hebreeën 11:23. We weten dat onze veiligheid alleen door het geloof rust in God de Vader. Hij is God, almachtig, en Vader, groot in goedheid en trouw, Hij is machtiger dan de dood. En zal door de dood heen zijn trouwe kinderen vasthouden.

Als er bij mensen geen hulp of uitkomst is, treedt God handelend op. God volbrengt zijn kracht in onze zwak-heid (2 Kor. 12:9). Kom ik om, dan kom ik om (Esther 4:16). Dood, waar is uw overwinning, dood, waar is uw prikkel (1 Kor. 15:55)?

God zal uitkomst geven, hoe dan ook.

Een gelijk span

Zeker, het is geen geringe zaak om het geloof onder zulke zeer moeilijke omstandigheden vol te houden.

De ouderliefde van vader Amram en moeder Jochebed werd bepaald door hun geloof, en zij wisten dat het gebod van hun aardse heerser in zichzelf al onwettig en ongeoorloofd was. Daar mochten zij niet aan voldoen.

Zij leefden in een tijd waarin God zijn plan van verlossing van de mensheid nog niet volledig had geopenbaard. Zij kregen in hun situatie een bijzondere steun. Een extra stimulans om aan Gods geboden te voldoen. Hun kindje was een welgevormd kindje, schoon van uiterlijk. Dat heeft indruk gemaakt. Dat blijkt ook uit de getuigenissen in het Nieuwe Testament. Zijn schoonheid kan een vroege aanwijzing zijn geweest van zijn toekomstige grootheid.

Jochebed handelt in geloof. Zij vertrouwt op God. Zij wil haar gave van God, haar eigen kind, in leven houden. Zij kon niet anders. God helpe mij! En God hielp.

De gelovige omgang met hun God bracht hun de kracht om aan Gods bewarende ordeningen vast te houden en om Godswil de menselijke inzettingen te overtreden. Overheidsgeweld kan alleen aanspraak maken op autoriteit zolang zij zich bij de uitoefening van haar macht stelt onder de grondwet van God, die zo begrijpelijk, kort en bondig gegeven is in de Tien Geboden.

Wat is het mooi als ouders samen optrekken. Gezamenlijk leven en werken onder één juk, en samen een gelijk span vormen onder dat weldadige juk van een waar geloof (1 Kor. 6:14).

Wat mogen we dankbaar zijn dat onze God in zijn barm-hartigheid ons (nog) laat wonen in een land dat vrij is van boze wetten en regels die ons willen dwingen tot ongehoorzaamheid en ongeloof aan onze God, die ons voor eeuwig wil redden van al onze tekortkomingen.

Troost

Letterlijk voldeed zij aan het bevel van farao, echter met de nodige voorzorgsmaatregelen waardoor het leven van het kindje gespaard bleef. Het kwam terecht in de Nijl, volgens het bevel van farao. Het werd prijsgegeven aan het water, maar dan wel in een waterdicht kistje, gemaakt uit biezen. Het Hebreeuwse woord voor kistje komt alleen hier voor en in het zondvloedverhaal, waar dit woord de ark van Noach aanduidt. Noach, zijn naam betekent Troost. Het gereedmaken van het waterdichte kistje lijkt op de ark die Noach maakte (Gen. 6:14). Degenen die in de ark wonen worden gered uit het water dat voor de anderen de ondergang betekent. Redding <> Ondergang.

Mozes, hij is vanaf zijn geboorte in gevaar, zoals Jezus. Mozes werd als door een wonder gered. Zo redt God ook zijn volk als de dag het donkerst is en de benauwdheid het zwaarst is. Dat zullen alle mensen meemaken op de dag van de wederkomst van onze Here Jezus Christus. De Here kent zijn tijd. Hij schept licht in de duisternis. In bange en moeilijke dagen zullen we al onze hoop op Hem richten. Hij heeft de middelen en de macht. En die zal Hij gebruiken.

God redt

Als de angst het grootst is, zal de grootheid van de uitkomst blijken. Als mensen de kerk willen verderven, door alle jongens uit te roeien of door een andere manier, dan maakt God de verlossing gereed. Dóór het geloof.

Ons geloof moet vast en sterk zijn in de beloften van God. Hij zal redden. Want Hij regeert alles en iedereen, tot in de kleinste details. Hij beschikt de wandeling van een Egyptische prinses langs de Nijl. Hij beschikt dat deze dochter van de moordenaar van zijn volk dat kleine kindje in bescherming neemt en in veiligheid brengt. Hij beschikt dat zij hem brengt onder de zorg van zijn eigen moeder. Hij beschikt dat zijn eigen moeder die eerste levensjaren haar kind mag verzorgen, opvoeden en onderwijzen. En die liefdevolle moederzorg in de eerste jaren van een mensenleven is zo belangrijk voor de vorming van een mensenkind. Dat heeft zijn uitwerking in het hele latere leven.

Daarna komt Mozes aan het hof van de wrede tiran zelf. Is er een veiliger plaats te bedenken? Het doel van God met de ontferming van die heidense prinses is de redding van zijn volk. Als mensen de kerk willen vernietigen door geweld of dwaling, dan zal God uitkomst geven.

Van ons is de plicht om God in geloof gehoorzaam te blijven, van God is de uitkomst.

Geloof in God verheft ons boven de strik van de angst voor mensen. God zorgt in het bijzonder voor de verdrevenen van zijn kerk. Dat lied zingt de kerk al vele eeuwen (Psalm 147:2). De HERE is de kracht van de kerk (Psalm 68:36). Hij heeft geen welbehagen in mensen die uitgaan van hun eigen kracht, Hij heeft welbehagen in wie Hem vrezen (Psalm 147:10,11). Mozes leek verlaten, God beschermt (Psalm 27:10). Grimmige mensen zullen God loven, Hij beteugelt de rest van de grimmigen (Ps. 76:11).

Farao zoekt het verderf van de kerk, zijn dochter houdt de bevrijder van de kerk in leven.

O, HERE, hoe wonderlijk en onnaspeurlijk zijn uw wegen.

God regeert

Gods vijand moet meewerken aan het vervullen van Gods wil. Het plan van farao helpt mee om het tegenover-gestelde van zijn plan te bereiken. Als hij zijn bevel niet had gegeven, was Mozes niet in de Nijl gelegd, niet door zijn dochter uit het water gehaald. Dan was hij niet aan het koninklijk hof gekomen en had hij later geen gedegen opleiding gehad.

Er is geen noodlot, toeval bestaat niet. De mens wikt, God beschikt. Iedereen die Gods leiding miskent, zal eens met een mond vol tanden staan. De God van Israël, de God van de kerk, is de trouwe Wachter.

Wonderlijk van raad en machtig van daad. HERE is zijn Naam.

Opvoeding en onderwijs

Ook al wordt de gehoorzaamheid in zwakheid volbracht, onze God zal dat in zijn barmhartigheid toch als een echt geloof toerekenen. Dat doet Hij omdat zijn eigen enig Kind de gehoorzaamheid voor de volle 100% volbracht heeft, en die volmaakte gehoorzaamheid wordt ons toegerekend.

Mozes werd uit de dood getrokken door middel van het geloof, ook al was dat zwak.

Hij ontving in zijn eerste levensjaren een liefdevolle en gelovige opvang en opvoeding van zijn moeder en vader. De eerste opvoeding van een verstandige, toegewijde, gelovige moeder kan zoveel goeds uitwerken.

Laten wij onze kinderen, ook al in hun jongste levens-jaren opvoeden en onderwijzen met een biddend hart. Zo belangrijk, dat nakomen van die belofte bij de doop gedaan. Naar vermogen onderwijzen en doen onderwijzen in de leer van de zaligheid. Meewerken aan het doel van God, een hemel die vol is met mensen die Hem in eeuwigheid loven en prijzen om zijn macht en verlossing van onze zonden. Wat heerlijk om daar je eigen kinderen naar het vlees of naar de geest te zien.

Dat gaat ons aandacht, inspanning en offers kosten, nu bij het schoolonderwijs dat in naam nog gereformeerd is, in snel tempo de waarheid van Gods Woord verlaten wordt.

Gelukkig te prijzen is het kind dat mag wonen in een gezin met gelovige ouders.

Laten wij moed vatten en onze kinderen in gehoorzaam-heid aan onze hemelse Vader de liefde geven van een aardse vader en moeder in opvoeding en onderwijs.

Bij het in geloof nakomen van de belofte bij de doop gegeven, mag met zekerheid gerekend worden op de hulp van onze God en Vader in de hemel, Hij is almachtig en volkomen trouw.