Rubriek: Van twaalf tot zestien
Schrijver: Gerline Havinga
Jaargang: 8
Nummer: 32
Datum: 2014-06-25
Terug
Ga ik wel of niet? Waarheen? Naar een andere kerk. Misschien heb je nog nooit over deze vraag na hoeven denken, maar misschien ook wel, of heb je je ouders erover horen spreken. Die ene keer toen iemand uit je familie uit een ander kerkverband belijdenis deed en jou uitnodigde. Of toen er een baby werd gedoopt, maar wel in een andere kerk. En wat heb je toen gedaan? Vind je het lastig om in zulke situaties een beslissing te nemen? In dit artikel gaan we nadenken over de antwoorden op deze vragen. Welke keuze maak jij en wat is jouw plaats binnen de gemeente? Zoals we eerder al zagen, kan het voorkomen dat je door bijvoorbeeld je familie wordt uitgenodigd voor een doop of belijdenis. Op zichzelf zijn dit blijde gebeurtenissen, waar je graag bij zou willen zijn. Maar als dit nu plaatsvindt in een ander kerkverband, kun je er dan nog steeds heen gaan? Laten we eens kijken naar de formulieren van de openbare geloofsbelijdenis en de heilige doop, achter in je kerkboek. Daar kunnen we lezen, bij de vragen die gesteld worden, dat er ja moet worden gezegd op de leer die in die kerk geleerd wordt. Er wordt ja gezegd op de leer van die kerk. En kunnen wij daarachter staan? Het is erg lastig om niet te gaan als je uitgenodigd wordt, want misschien snappen zij die jou uitgenodigd hebben het niet en worden ze boos. Verhoudingen met familie en vrienden kunnen erg onder spanning komen te staan. Maar toch is het iets waar je heel goed over na moet denken. Natuurlijk moet je wel uitleggen waarom je niet komt, doe dat maar heel rustig en liefdevol. Wij zijn namelijk niets beter dan de mensen in andere kerken. Als wij een uitnodiging afslaan, doen wij dat niet om anderen te veroordelen, maar alleen om de Bijbel te volgen. Vertel dan maar dat Christus je in die kerk niet roept, maar dat Hij jou roept in de kerk waar zijn Woord in waarheid wordt verkondigd. In artikel 28 van de NGB staat dat heel mooi beschreven. Hij roept jou in je eigen gemeente op je eigen plaats, de plaats die Hij je gaf. Ja, jij hebt een eigen plek in de gemeente. Oud of jong, jongen of meisje, allemaal hebben we van God onze plaats in de gemeente gekregen. Lees maar eens mee in 1 Korintiërs 12 vanaf vers 12. Daar gaat het over het lichaam van Christus, dat bestaat uit allerlei verschillende leden. Die leden dat zijn wij en allemaal hebben we onze eigen taak in de gemeente. Niemand is belangrijker dan de ander en niemand kan gemist worden. En iedere zondag roept Christus zijn leden bij elkaar door middel van zijn ambtsdragers. En door de kracht van zijn Heilige Geest zitten al die verschillende mensen iedere zondag weer bij elkaar. En wij moeten ook gaan, dat kunnen we lezen in Zondag 38, waarin het gaat over het vierde gebod. We moeten op de rustdag trouw tot Gods gemeente komen. Je moet dus wel een hele goede reden hebben om niet naar je eigen gemeente te gaan. Dus neem maar bewust die plaats in de gemeente in, wees maar een levend lid! Maar hoe ben ik dan een levend lid? Kijk maar eens wat er staat in artikel 29 van de Nederlandse Geloofs-belijdenis. Daar staan de kenmerken van een christen. Je moet de enige Heiland Christus aannemen, de zonde ontvluchten en de gerechtigheid najagen. De ware God liefhebben en niet naar links of naar rechts afwijken. Dat klinkt allemaal heel groot en moeilijk, en inderdaad, zelf kunnen wij dat nooit volbrengen. Maar door de kracht van de Heilige Geest mag je daar steeds weer aan werken. Hoe? Nou, wees maar een echte christen, straal je geloof maar uit! Maak eens een praatje met die oude meneer of mevrouw uit je gemeente. Toon interesse in je gemeenteleden of help eens een handje mee als dat nodig is. Wees maar een blij christen en laat dat aan de andere mensen in de kerk zien. Zo mag je samen één lichaam zijn en samen de Here dienen. Als we zo door de kracht van de Heilige Geest gaan leven krijgen we geen volmaakte, maar wel een levende kerk. En nu? Wat doe je als je uitgenodigd wordt? Zul je niet zomaar gaan, maar er goed over nadenken en erover doorpraten? Door niet te gaan draag je ook aan anderen de roeping uit om je bij de ware kerk te voegen. Want weet dat je gemist wordt als jouw plekje leeg blijft! En onthoud dat het God is die jou roept. En zing dan nu maar mee met Psalm 122. Uitgenodigd
Jouw plaats in de gemeente
Ik ben een levend lid