Grote woorden klein geloof


Niet alleen binnen de Gereformeerde kerken (vrijgemaakt) wordt intens meegeleefd met de handelingen van de synode van Ede over de plaats van de vrouw in de kerk, maar uiteraard volgen wij deze ook. Vooral omdat het niet alleen maar gaat om een kerkrechtelijk besluit, maar om de vraag of er toch nog een terugkeer komt naar het leven uit de enige troost van de Schrift, of dat deze kerken verdergaan op de weg van de uitholling van de Schrift.Zowel het Reformatorisch Dagblad als het Nederlands Dagblad besteden tot nu toe heel veel aandacht aan de ontwikkelingen op de synode, onder meer door in een zogenaamd liveblog van uur tot uur weer te geven niet alleen wat er zoal op de synode gezegd wordt alsook wat er onder meer door de Kamper hoogleraren als advies aan de synode geschreven is.

Bezwaren van zusterkerken afgewezen

Voordat de discussie over de zogenaamde M/V-zaak werd begonnen, nam de synode een uitermate belangrijk besluit.

Dat betrof de bezwaren die vanuit de buitenlandse zusterkerken zijn ingebracht tegen de koers van de GKv. Dat betrof niet maar een verschil van mening, maar dat werd als een vermaning aan de GKv gericht.

Dat betrof verschillende zaken die nauw verband houden met de zaak waar het nu om gaat: de zogenaamde nieuwe hermeneutiek.

Dat is de achtergrond van verschillende ontwikkelingen in de kerken en in studies en het onderwijs in Kampen, waar er sprake is van Schriftkritiek. Dat signaleren zij in de rapporten over vrouwelijke ambtsdragers en huwelijk en samenlevingsvormen; verder in het ruimte geven voor het spreken van de Heilige Geest buiten het Woord van God, de nieuwe ethiek, waarbij de stijl van het koninkrijk richtinggevend is rond de beoordeling van situaties rond echtscheiden en hertrouwen; het rapport over vrouwelijke ambtsdragers in combinatie met nieuwe hermeneutiek; de positieve benadering van samenwerking met de Nederlands Gereformeerde Kerken; het deelnemen aan de Nationale Synode; de invoering van nieuwe liederen en het wegvallen van artikel 31 uit de oude kerkorde.

Er was al in een besloten zitting van de synode met de afgevaardigden van de zusterkerken over gesproken en ook nu, aan het begin van de bespreking, kregen die afgevaardigden nog weer het woord om hun oordeel te geven over de voorliggende adviezen van deputaten om als gebod van God te zien dat ook de zusters ambtsdrager mogen zijn.

Deze broeders bestreden het argument van de deputaten als zouden zij eigenlijk zich niet kunnen indenken wat de secularisatie voor de Nederlandse kerken betekent. Zij zeiden helder en klaar dat ook in hun omgeving die secularisatie grote invloed heeft gekregen, zelfs al veel eerder dan in Nederland het geval was!

Maar dat alles hielp niet. Er kwam nauwelijks een discussie op gang, slechts drie à vier afgevaardigden stelden een vraag.

En toen besloot de synode om de bezwaren af te wijzen! En dat gebeurde UNANIEM.

Ook die broeders die in de volgende discussie kritiek hadden op de opstelling van de deputaten en van de hoogleraren in Kampen, stemden allemaal voor dat verstrekkende besluit. Dat was om zo te zeggen het uitgangspunt.

Dat zet dan ook een vraagteken achter soms zwaar geladen woorden. Sommige zelfs zo zwaar geladen dat de preses meende te moeten aandringen op matiging!

In feite is daarmee nu al de koers vastgesteld voor de komende jaren met betrekking tot al die belangrijke zaken. En dan komt later onontwijkbaar ook nog aan de orde de zaak van de kerkleden die een homoseksuele relatie onderhouden.

Een heldere afwijzende boodschap

Namens de CGK-deputaten kerkelijke eenheid voerde ds. W. van t Spijker als eerste het woord. Hij uitte niet mis te verstane kritiek op het rapport over vrouwelijke ambtsdragers, de Schriftvisie die daarin naar voren komt en de hermeneutische benadering die deputaten kiezen.

Hij sprak als predikant van de CGK en is dus gebonden aan de uitspraak van de synode van de CGK, die in 1998 nee gezegd heeft tegen vrouwelijke ambtsdragers en geconcludeerd dat, ook al is het lastig, we niet via de hermeneutische binnenbocht aansluiting moeten vinden bij de samenleving. Die synode sprak dan ook uit dat de Schrift blijvende normen, waarden en geboden kent, die binnen elke culturele context van kracht blijven en dat wat er over de plaats van de vrouw in de gemeente geschreven staat tot deze categorie behoort.

En dat uit het geheel van het spreken van de Heilige Schrift geen andere conclusie kan worden getrokken dan dat in de gemeente van Christus vrouwen geen ambtelijke positie kunnen bekleden.

Kortom, dat het ingaat tegen de Heilige Schrift om de ambten open te stellen voor zusters der gemeente.

Dat werd door de synode van de CGK in 1998 zo duidelijk en beslissend uitgesproken.

In het rapport dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, wordt ook over de hermeneutiek gesproken en dat gewoon in de Schriftuurlijke gereformeerde geest.

Het gaat ten diepste over de uitleg van de Schrift en het gezag van de Schrift. En dat niet alleen in deze zaak.

Deputaten zeggen wel dat het gezag van de Bijbel voor hen niet ter discussie staat, aldus ds. Van t Spijker. Maar uit het rapport citeert hij enkele gedeelten waaruit hij het tegendeel afleidt. Hij zegt zelfs: Het is niet moeilijk om te denken dat er vlak langs of net over het randje van de Schriftkritiek wordt gegaan.

Hij concludeert dat, wanneer de GKv-synode een besluit neemt dat in lijn is met het deputatenrapport, u op zn minst iets hebt uit te leggen, niet alleen binnen onze kerken.

Dat waren en zijn grote woorden. Omdat het gaat om grote, belangrijke zaken.

Het was wel bijzonder opmerkelijk dat noch de deputaten noch ook maar één van de afgevaardigden hierop heeft gereageerd!

Een ernstig advies oproep tot terugkeer

Op verzoek van de synode heeft ook de emeritus nieuwtestamenticus prof. J. van Bruggen zijn advies gegeven. Hij deed dat in een uitvoerig, goed gedocumenteerd betoog, waarin hij de weg wees overeenkomstig Gods Woord en dat uitliep op een klemmende oproep tot terugkeer. Die terugkeer is bekend als wederkeer een term uit de kerkgeschiedenis, onder andere van Afscheiding en Vrijmaking.

Ik geef een enkel citaat:

Het is verleidelijk om uit te spreken, zoals de deputaten dat willen: De visie dat naast mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen, zoals deze in dit rapport verwoord is, past binnen de bandbreedte van wat als schriftuurlijk en gereformeerd kan worden bestempeld.

Het rapport noemt als voordeel van zon uitspraak dat de kerken daarmee tegemoet komen aan het gevoel van velen en worden problemen weggenomen in het contact met de NGK en in het beoordelen van de aanvaardbaarheid van sommige missionaire projecten het huidige struikelblok inzake de positie van vrouwen in de kerk wordt daarmee weggenomen.

Hier zien we wat ik in het opschrift zette: een klein geloof in het werk van de Heilige Geest.

En daarmee dan ook een miskennen van wat onze apostel (zo noemt Van Bruggen steeds de apostel Paulus, PvG), geleid door de Heilige Geest, van ons vraagt om rekening te houden met de onderscheiden schepping van man en vrouw (1 Timoteüs 2,13; verg. de verwijzing naar de wet [in dit geval Genesis 1-2] in 1 Korintiërs 14,34b en verg. 1 Korintiërs 11,8-9.12) en met de realiteit van de zondegeschiedenis in het paradijs (1 Timoteüs 2,14). Tot zover dit citaat.

Kortom: wat de deputaten beweren betekent gewoon: het is alleen maar een mening van Paulus.

Prof. Van Houwelingen zei het in Canada zo: die mening van Paulus (Adam is eerst geschapen, enz.) overtuigt mij niet.

Het is te begrijpen dat dit door ds. Van t Spijker gekarakteriseerd wordt als een gaan vlak langs of net over het randje van de Schriftkritiek. Immers, niet alleen is het zo dat Paulus met apostolisch gezag sprak, maar vooral ook dat het de Heere Zelf was, Die bij monde van Zijn knecht Paulus dit heeft gezegd.

Uitvoerig gaat Van Bruggen in op dat citaat uit 1 Timoteüs 2. En hij besluit dat deel als volgt:

Gelukkig dat de Here ons in de Schriften op de doorgaande weg zet van zijn eigen geschiedenis en dat zijn doel is om die tot uitdrukking te brengen in zijn gemeente. Zij zal daarmee voor de wereld wel delen in de beoordeling die het evangelie ondergaat: een dwaasheid voor Grieken! Maar gelukkig dat we als christenen juist aan de hand van de bijzondere kenmerken van de gemeente kunnen gaan vertellen over de realiteit van Adam en Eva, van schepping en zondeval, van liefde en genade.

Terwijl ik dit schrijf, vraag ik mij overigens wel met enige verbijstering af of ik dit opschrijf voor een synode van Gereformeerde Kerken.

De geschiedenis van Genesis is zoveel eeuwen later nog maatgevend voor de gemeenten van het Nieuwe Testament omdat zij Gods werk is en onze geschiedenis!

Toen de (synodaal) Gereformeerde Kerken alle ambten openstelden voor de vrouw met een bijna vergelijkbare redenering als van uw deputaten, had men echt niet de bedoeling om daarmee de Schriftkritiek in te voeren of de Bijbel buiten werking te stellen. De verontwaardiging was dan ook groot toen Prof. Dr. H.M. Kuitert direct verklaarde dat zijn synode nu de Schriftkritiek had gelegaliseerd. Toch heeft hij gelijk gekregen: wat ondoordacht gedaan werd, heeft later velen berouwd. Ditzelfde proces heeft zich herhaald bij de Christian Reformed Churches. Ik weiger aan te nemen dat iemand van deputaten of van de synodeleden dit wil. Maar ik zeg wel: kijk naar die bakens en denk nog eens goed na! Dit wilt u toch niet?

Wat veel moeilijker is dan het nemen van een besluit, is een terugkeer tot het onderwijzen van de gemeenten over het belang van de scheppings- en verlossingsgeschiedenis in het algemeen en over deze Schriftgegevens in het bijzonder. Het gevoel voor deze werkelijkheden is weggesleten onder het aanvoelen van onze omgeving.

De besluitneming over het rapport vindt plaats in een kerkelijke werkelijkheid die op drift is. Ik bid dan ook voor u allen om wijsheid en moed. U zult geen besluit kunnen nemen dat een werkelijkheid verandert. U kunt wel een besluit nemen dat verantwoord is. En de HERE kan dat op zijn tijd en wijze ook tot een zegen stellen voor kerk en evangelie, voor man en vrouw.

Deputaat Slump

Deputaat Slump heeft als enige een minderheidsrapport ingediend. In zijn toespraak gaf hij heel duidelijk aan dat het in de hele discussie gaat om het gezag van de Schrift.

Immers, steeds meer wordt er een beroep gedaan op de leiding van de Heilige Geest voor onze tijd. Met andere woorden: voor een voortgaande, aanvullende openbaring na Pinksteren buiten de Schriften om, ja zelfs tegen de voorschriften in die onder meer door Paulus worden doorgegeven.

Maar de brieven van Paulus zijn de vrucht van de belofte van Christus aan zijn discipelen/apostelen dat de Geest hen zou leiden in de volle waarheid (Joh. 16:13).

Dat betekent: God openbaart zich nog steeds door Zijn Geest, maar hij doet dat in Zijn Woord.

Slump beroept zich daarvoor dan op prof. Trimp, die erop heeft gewezen dat dat leiden in de waarheid vervuld is in de brieven van de apostelen en in de Openbaring aan Johannes. God openbaart zich nog steeds door Zijn Geest, maar hij doet dat in Zijn Woord.

Verder beroept hij zich op prof. Van Houwelingen zelf, die in zijn commentaar op het evangelie van Johannes schreef:

Het gaat niet om aanvullende openbaring na Pinksteren, maar om het herinneren en begrijpen door de leerlingen van wat hun Meester eerder gezegd had. Hij heeft de Vader immers volkomen geopenbaard; de Heilige Geest heeft niets nieuws te vertellen.

(Dr. P.H.R. van Houwelingen, Johannes. Het evangelie van het Woord, CNT, Kampen 1997, blz. 322; 323).

Let wel: dat schreef Van Houwelingen, opvolger van Van Bruggen, nog maar 17 jaar geleden. Ook hij is, als zoveel voorgangers, meegenomen in de ommezwaai van Schriftuurlijke uitleg naar de praktijk van de aanpassing aan de cultuur.

Maar ook zij spreken dan grote woorden: de leiding van de Heilige Geest! Maar die komen voort uit een klein geloof. Alsof de Vader der geesten, bij wie duizend jaar zijn als één dag, niet wist hoe de pogingen van de duivel om Gods kinderen te verleiden steeds intensiever zouden worden en hoe de duivel de cultuur van onze tijd steeds verder verwereldlijkt en de afval steeds verder stimuleert.

Toch gaf Hij Zijn dienstknecht Paulus, ook onze apostel, de woorden in de mond en in zijn pen voor alle eeuwen!

En met alle goede bedoelingen om missionair bezig te zijn tot heil van het volk, neemt men afscheid van het duidelijke Woord van God, dat eeuwig zeker is!

Dat is de tragische ontwikkeling in het voorheen christelijke Nederland, in de door de Heere vrijgemaakte en gezegende kerken.

Ten slotte

Het is nog niet te overzien wat er zal gaan gebeuren.

De deputaten verlangen een principiële uitspraak, namelijk dat het binnen de bandbreedte van Schrift en belijdenis in de kerk legitiem is om uit te spreken dat vrouwen mogen dienen in alle ambten.

Anderen zoeken een uitweg uit de moeiten door een studie naar het ambt te beginnen. Daarvan zeggen de deputaten: dat is alleen maar uitstel. Maar, aldus een van hen: het komt er uiteindelijk toch van! Vast en zeker!

In feite zitten de GKv tussen twee vuren: de NGK, die alle ambten al opengesteld hebben voor vrouwen, en de CGK, die duidelijk hebben uitgesproken dat het ingaat tegen de Schrift. En ook: hoe moet dat dan verder met de samenwerking in de opleiding in Kampen en Apeldoorn?

Maar nogmaals: de beslissing is al gevallen door de afwijzing van de bezwaren van de buitenlandse zusterkerken.