De Kerk is het Huis van God, gemeente van de levende God, pijler en fundament van de waarheid. In die overbekende woorden van 1 Tim. 3:16 houdt God Zelf ons via Paulus voor, wat en hoe zijn Huis dient te zijn. Hoe daarin geleerd en geleefd moet worden. Hij woont als de levende God tezamen met zijn gemeente in dat Huis. Hij bepaalt hoe er in zijn huis wordt geleefd. Zijn norm is dat het een pijler en fundament van de waarheid is. Dat betekent: ze waakt over de gezonde leer en draagt die als waarheid uit. Als die waarheid aangetast is en de gezonde leer ingeruild is voor dwaalleer en Schriftkritiek, is de kerk niet langer pijler en fundament van de waarheid. Ze heeft dan haar aanspraak op de naam van ware kerk, van Huis van de levende God verloren. Want in dat Huis van God gaat het om de eer en het recht van Hem. Ook de kenmerken van de ware kerk geven dit aan. Volgens Art. 29 van onze Ned. Geloofsbelijdenis richt de ware kerk zich op het zuivere Woord van God en verwerpt ze alles wat daarmee in strijd is. Een hoge roeping! Maar wil de kerk Kerk blijven, Huis van God, dan zal ze juist dáár voortdurend mee bezig zijn. Zij volgt haar Here als de enige Heer alleen, door naar zijn stem te luisteren. Niet naar de stem van huurlingen of valse herders. In die strijd voor de waarheid zal de kerk daaraan niets mogen toevoegen of ervan afnemen. Op straffe van het missen van de eeuwige zaligheid, Openb. 22. Leugen en vervalsing houden ons van de zaligheid af. Die maken van de enige gezonde en gezond-makende leer een ziekmakende dwaalleer, die tot verderf leidt. De kerk die pijler en fundament der Waarheid is, heeft dat Woord lief, ze handhaaft het, ze houdt het hoog en zuiver, en gebruikt het voortdurend. In die kerk woont en werkt God door zijn Geest. Zo wordt ze door Christus verzorgd, onderhouden, beschermd en geleid. Heerlijk om daarvan een levend lid te mogen zijn! Dit alles lijkt een vanzelfsprekendheid voor de kerk, maar is het toch niet. Dat blijkt wel uit de indringende waarschuwingen die de Here Jezus en zijn apostelen in alle boeken van het Nieuwe Testament afgeven. 2 Tim. 4:3,4 zegt (HSV): Waarom zullen de mensen in de eindtijd de gezonde leer van de Schrift niet langer kunnen verdragen? Omdat ze daar in hun tijd niet mee vooruit denken te kunnen. Ze willen liever luisteren naar hun eigen zondige begeerten. Die begeerten zijn er altijd op uit om mee te doen met de wereld, waar de zònde heerst. Als je die begeerten de ruimte geeft, kom je tot een compromis met de wereld. Eerst met een gedeeld hart en aangepaste praktijken. Vervolgens met een aangepaste leer. Al door de kerk van de eerste mensheid van vóór de zondvloed is de gezonde leer van de antithese massaal verworpen. Ook in Ur der Chaldeeën gebeurde dat door de familie van Abraham. Maar ook door Israël in Egypte, in de woestijn, en in het land Kanaän onder de richteren en koningen. En in de allereerste christelijke gemeenten was de verwerping van de gezonde leer al weer een tastbare bedreiging. We lezen er uitgebreid over in de brieven van het Nieuwe Testament. Maar dit zal dus zeker gelden voor de kerk aan het einde van de dagen. Dan staan vele valse profeten op. En veel kerkmensen zullen hen omarmen, omdat hun leer hun gehoor streelt. Ze horen bij hen tenminste wat ze van nature graag willen horen en wat het leven in de wereld gemakkelijk maakt. Liever verzonnen verhaaltjes dan het gezond-makende evangelie, dat hen in het vlees, ja in het hart snijdt. Zo keren ze zich van de waarheid van God af, en dus van God Zelf en zijn heil. Dat kan heel geleidelijk gaan. Een stille, sluipende maar wel dóórgaande revolutie tegen God en de waarheid van zijn Woord. Het probleem is nu, dat velen die de echte waarheid hebben gehoord, dit proces toch niet als revolutie willen zien. Zij zullen zich juist beter voelen bij de dwaalleer van het compromis. Zij zullen niet inzien, dat ze zich zo van God en Christus en Gods Woord verwijderen en hun zaligheid mis kunnen lopen. Maar ook dit wordt ons in de Schrift aangezegd. Ter waarschuwing: 2 Tess. 2:10-12. Daar wordt ook gesproken over de laatste tijd. Dan zal de wetteloosheid zich duidelijk laten zien in de kerk. Er zullen dan allerlei krachten actief zijn, tekenen en bedrieglijke wonderen en allerlei vormen van misleiding. Paulus schrijft dat dit hen aangrijpt, Broeders en zusters, de liefde tot de waarheid aanvaarden doet Gods Woord van harte aannemen en als zijn waarheid liefhebben. God van harte de eer geven, zijn recht erkennen en je heil alleen bij Christus en de waarheid van zijn Woord zoeken. Jezelf willen onderwerpen aan Gods Woord en zijn geboden. In je leven Gods grote daden van schepping en verlossing willen eren en verkondigen. Op Hem hopen. Dáár moet alles om draaien, wil je van liefde tot de waarheid kunnen spreken. Alleen in de weg van die aanvaarding wil de Here zijn beloften van de eeuwige zaligheid vervullen. Maar als je zo je eigen geloof hebt, zonder liefde tot de waarheid, een geloof in een verzonnen waarheid, in een ingebeelde Christus, met eigenwillige wegen, dan zul je niet zalig kunnen worden. Tot die mensen zal God zo stelt 2 Tess. 2:11: Een geest van dwaling, een leugengeest, zoals God die naar koning Achab zond. Veel kerkmensen blijken de waarheid, die ze eerder hebben gehoord, toch niet echt te hebben liefgehad. Ze volgen nu liever dwaalleer en denken daarmee ook wel zalig te kunnen worden. Daarbij verharden zij hun hart tegenover God. Maar dan zal God ook actief hun hart verharden. Door zijn straf van verblinding, waardoor ze de leugen geloven. Door die geest van dwaling wordt het dan niet langer als deformatie gezien, als de kerk zich aanpast aan de wereld op gebied van samenwonen, echtscheiding en homoseksualiteit; dan wordt het niet herkend als evidente dwaalleer als de vrouw in het ambt mag. Dan wordt het niet meer gezien als een teken van afval van de levende God, als de Heilige Schrift wordt aangetast door Schriftkritiek, die het Woord der waarheid ter discussie stelt of tegenspreekt. Dan verheft men de nieuwe hermeneutiek tot richtlijn om Gods Woord naar eigen begeerte te modelleren in zijn aanpassing aan de wereld. Zo gaat men dan de leugen geloven. En ziet men daarin zelfs zijn weg tot verlossing. Maar dat is niet de weg tot de zaligheid van God, maar tot het verderf. Ja, broeders en zusters, zo belangrijk is het nu om te zien, of de kerk waarvan je lid bent werkelijk pijler en fundament van de waarheid is gebleven. Het kan namelijk ook in een trouwe kerk van Jezus Christus gebeuren, dat men later van Hem afvalt. Dat is tenslotte gebeurd in zoveel gemeenten van het nieuwe testament. In Klein-Azië is daar toch niets meer van over. De kandelaars van Christus staan daar niet meer. Bij de grote reformatie moest dit ook van de roomse kerk worden gezegd. Broeders en zusters, is dit een somber verhaal? Nee. Want de Here wil ons steeds in het hart grijpen om zijn Waarheid vast te houden en zo Hem en zijn kerk te blijven dienen. Om niet mee te gaan met hen die niet van de kerk zijn. Niet met hen die de liefde tot de waarheid niet langer willen aannemen, en daarin ondanks waarschuwingen en appels, verder in voortgaan. Heel Gods Woord is een indringende oproep om de liefde tot de waarheid te aanvaarden en te blijven aanvaarden! Om op te blijven komen voor Gods recht en eer. Om de Here als Heiland te volgen waar Hij ook gaat, en niet de valse herders. Wij willen ook op deze avond juist deze oproep doorgeven. Kijken we nu naar de ontwikkelingen in de GKv, dan zal bij elke zaak steeds de vraag moeten zijn: wordt zo Gods waarheid gediend? Getuigt dit van de liefde tot de waarheid? Wil men werkelijk zo Gòd eren en zijn recht handhaven? Òf is het een uiting van aanpassing aan de wereld? Is het verlies van de door God gestelde antithese? Is het een keren naar de eigen verzinsels? Is het een volgen van de eigen begeerte? Symptoom van een verblindingsproces? Juist in het afgelopen jaar zijn er van buiten de GKv meerdere beoordelingen gegeven over de ontwikkelingen binnen de GKv. Is dat alleen al niet een teken aan de wand? Ik denk aan het boekje van prof. dr. G. Dekker, die zelf met een heel andere intentie naar deze ontwikkelingen heeft gekeken dan wij willen doen. Maar wel legt hij heel duidelijk de vinger bij de oorzaak en ontstaan van deze ontwikkelingen binnen de GKv. Namelijk de zucht naar openheid, naar het grote getal, naar andere kerkgenootschappen en zo naar de wereld. Die zucht naar openheid leidde tot allerlei aanpassingen. Verlies van antithese, en tolerantie van en aanpassing aan veel zaken van leer en leven. Dekker vermeldt als eerste gevolg van de zucht naar openheid, het opgeven van de zogenaamde doorgaande reformatie. Bij doorgaande reformatie wil men Gods Woord laten regeren over alle terreinen van het leven, met zichtbare antithese met de zondige wereld en de afvallige kerk. Na het loslaten daarvan volgden over de jaren heen allerlei aanpassingen. Dekker somt er in zijn boek een hele reeks van op. Om de belangrijkste zaken op te noemen: de visie op de Heilige Schrift en haar gezag en de beoordeling van Schriftkritiek; de plaats van en binding aan de geloofsbelijdenis; de leer van de ware kerk; de visie op de bijzondere ambten en het zicht op oecumenische contacten; de zondagsrust naar het vierde gebod; de tweede zondagse eredienst; de rol van de vrouw binnen het huwelijk; echtscheiding, hertrouwen, samenwonen en homoseksualiteit; de visie op de vrouw in het ambt. Het geheel aan verschuivingen duidt Dekker aan als doorgaande revolutie. Bij hem is deze revolutie slechts een afgaan van de paden van de traditie van de jaren 70. Maar wij zullen deze revolutie niet anders kunnen zien dan een afgaan van de door de waarheid van Gods Woord bepaalde paden. Het niet langer aanvaarden van de liefde tot de waarheid. En daarom deformatie en verbondsverlating. Meerdere buitenlandse zusterkerk o.a. uit Australië, Canada, Amerika en Groot-Brittannië hebben aan de generale synode van Ede ernstige vermaanbrieven gezonden. Daarin wordt de GKv de doorwerking van valse oecumene, valse tolerantie en valse hermeneutiek verweten. Dit geldt voor: de samenwerking met de NGK waar Schrift en binding aan de belijdenis niet veilig zijn; het participeren in de Nationale Synode met een onschriftuurlijk credo; de nieuwe hermeneutiek, waardoor men de volle waarheid van Gods Woord verliest; het invoeren van een soort voortgaande openbaring voor het ethisch handelen; een subjectieve gemeente-ethiek tegenover de Schriftuurlijke eis van het 7 de voorstellen voor de vrouw in het ambt in weerwil van wat de Schrift daarover leert; het gebruik van vele onschriftuurlijke liederen in de erediensten. Tot zover de aangevoerde zaken. Ik kan vanwege de tijd nog alleen kort inzoomen op het deputatenrapport M/V in de kerk, als uiting van de postmoderne Schriftvisie van de nieuwe hermeneutiek. Dit rapport stelt meerdere malen dat de Schrift het eerste en laatste woord inzake vrouw en ambt moet hebben. Maar hoe hanteert het rapport dan de Schrift? Volgens het rapport is de kernboodschap dat Paulus ter wille van de verspreiding van het evangelie zich heeft aangepast aan de cultuur van zijn dagen; onze cultuur vraagt m.b.t. de rol van de vrouw echter een andere aanpassing dan destijds. Maar leert de Schrift dit zo? Heeft ooit de HERE zich aan de wereld aangepast, als het gaat om het uitvoeren van zijn welbehagen? De HERE heeft toch vijandschap gezet tussen vrouwenzaad en slangenzaad? Juist ook met betrekking tot zijn wet en orde? Ja, de HERE is lankmoedig naar de wereld toe. Hij wil dat niemand van de door Hem uitverkorenen verloren gaat. Maar pleit de HERE daarbij voor aanpassing aan de cultuur van de wereld? Of handhaaft Hij juist zijn recht met betrekking tot zijn scheppingsorde en verbondseisen? Uit Rom. 1 weten we hoezeer Hij gruwt van een wereld die zijn scheppingsordening omkeert en Hem niet wil eren. De apostel Paulus spreekt zich op meerdere plaatsen uit over de positie van de vrouw in de kerk. Maar hij doet dat geademd door God Zelf. Deze goddelijke woorden zijn dan niet alleen bestemd voor de gemeente te Korinthe of voor Timotheüs, maar ook voor ons als gelovigen nu. Uit het rapport komt deze dimensie niet duidelijk in beeld. De deputaten willen Paulus woorden omvormen tot het tegendeel. Door er het eigen kader van aanpassing aan de cultuur van de wereld aan op te dringen. Zo komen zij tot een betekenis die niet in de Bijbel staat, namelijk dat de vrouw niet onderdanig hoeft te zijn, als het gaat om de vervulling van de ambten. Maar hun uitleg wordt door God via Paulus juist radicaal weersproken. Met meerdere verwijzingen naar zijn eigen scheppingsorde, en naar de zondeval van de mens waar zijn orde door de vrouw werd geschonden. De deputaten doen deze Bijbelse fundering van blijvende geldigheid van onderdanigheid van de vrouw af met de gedachte dat dit Paulus van pas kwam in zijn situatie. Daarmee zeggen ze: maar ons komt deze Bijbelse fundering in onze situatie niet van pas. Het vermelden dat Gods Woord het hoogste en laatste woord moet hebben, is zo een holle klank geworden. Men gebruikt liever in navolging van anderen, de nieuwe hermeneutiek als postmodern verschijnsel. Waarbij alles in de Schrift waarmee men niet uit de voeten kan, wordt verklaard tot contextueel gebonden. Gebonden aan de gedachten en gewoonten uit die tijd. Of dit nu betreft het scheppingsverhaal van Genesis, het beschrijven van een Goddelijk wonder zoals in Jozua staat, of Gods ordeningen en geboden. Vervolgens legt men er zijn eigen wensen op, en zie daar komt een nieuwe verklaring, die dan wel diametraal anders is dan in de Schrift staat. Dat alles wordt dan ook nog eens gelegitimeerd door het vermelden van aanhoudend gebed om de leiding van de Heilige Geest. Maar door het verdraaien van zijn Woord wordt de Heilige Geest als auteur zo eerder bedroefd. Waarom toch niet gewoon laten staan, wat God in zijn Woord tot ons zegt? Hij heeft daarbij toch ook speciaal onze situatie op het oog gehad? Ons ten goede! Zie Rom. 15:4 en 2 Tim. 3:16. Broeders en zusters, wie al deze ontwikkelingen niet wil zien als revolutie tegen God, als afgaan van zijn Woord, die moet zich afvragen of de kracht van dwaling, de geest van leugen niet al voor zoveel verblinding heeft gezorgd, dat men inderdaad liever de leugen, het verzinsel wil geloven, dan de waarheid. Maar voor u, die het wel zo ziet, is het nu zaak om niet verder meegesleurd te worden, voor het te laat is. Maar om weer de kerk van Christus te bouwen, dat Huis van God, die pijler en fundament van de waarheid is. In liefde tot Christus en daarom in liefde tot zijn waarheid. Tot eigen behoud en zaligheid. Maar bovenal tot eer van God. Bij alle voorgaande reformaties gingen zij die de waarheid lief hadden, die weg. Ja, toen deed God hen als kerk die weg gaan. Zó gaf God hen weer troost, vastheid en uitzicht op het verkrijgen van de heerlijkheid van onze Here Jezus Christus. Zo is dat ook vandaag mogelijk in de kracht van de Geest van Christus. Voor allen die de liefde tot de waarheid willen bewaren. En Hem willen aanbidden in geest en in waarheid.Pijler en fundament van de waarheid
Gezonde leer niet langer verdragen
De liefde tot de waarheid niet aanvaard
Energie van dwaling
Doorgaande revolutie
Postmoderne Schriftvisie
Niet laten meesleuren