Onder ons


Van een broeder kregen we onderstaand artikel toegestuurd. Het stond in De Reformatie, jrg. 42, nr. 17, 28 jan. 1967. Over nut en noodzaak van onderwijs in overeenstemming met de opvoeding thuis en in de kerk. Onze situatie is nu een andere, maar toch menen we dat dit artikel ons kan helpen in ons denken over eventueel eigen onderwijs. T.L. Bruinius

In een onderling babbeltje, zoals moeders dat wel eens met elkander hebben, hoorde ik de éne moeder aan de andere vragen: Maar waarom gaan jouw kinderen nou niet naar de gereformeerde school, ze kunnen daar toch evengoed naar toe als de mijne?

Het antwoord, dat mij verwonderde was: Och, ik ben niet voor die vrijgemaakte scholen. Je kinderen worden er zo eenzijdig door. Later moeten ze in het volle leven staan en dan hebben ze er maar last aan. Je kunt als vrijgemaakte toch immers niet in alles apart gaan staan?

Ik ken de beide moeders als goed meelevende kerk-mensen en beiden hadden ook ouders die deze vrouwen in haar jeugd goed gereformeerd hadden opgevoed, En daarom stond ik verwonderd over dat argument. Eenzijdig. Is dat waar? Krijgen onze kinderen in de gereformeerde scholen een eenzijdig onderricht? Een onderwijs, dat hen toch niet zo helemaal geschikt maakt voor het volle leven dat ze straks ingaan? Ik heb al wel heel wat argumenten gehoord van ouders, die ofschoon vrijgemaakt en in de gelegenheid hun kinderen naar een gereformeerde school te zenden, dat toch niet doen.

Maar dit hoorde ik voor het eerst. Gereformeerd onderwijs is eenzijdig. Wat wil deze moeder nu eigenlijk? De kerk alléén op zondag en verder daarmee uit? Deze moeder denkt uit ware liefde tot haar kinderen te handelen. Die kinderen moeten straks het volle leven in. En dan zijn ze niet tegen die wereld opgewassen, wanneer ze zo eenzijdig zijn groot gebracht. Dan begrijpen ze die wereld niet meer. Ze staan er vreemd midden in. Ze worden door de mensen niet begrepen en een beetje opzij geduwd. Men laat die eenzijdig opgevoede mensen maar liever een beetje links liggen. Zo moet die moeder het zich wel indenken, als ik het tenminste goed begrepen heb. En dan moeten dus die kinderen op die zgn. christelijke school wel een alzijdige, een brede opvoeding ontvangen. En daar kunnen ze dan straks mee vooruit. Voor die brede opvoeding zal de wereld wel begrip kunnen opbrengen. Dan worden ze in de wereld wel geaccepteerd en kunnen ze meedoen. Zo redeneert die moeder in haar liefde. Maar is dat liefde? Stel je voor dat die kinderen in het gezin, in de kerk en op catechisatie goed gereformeerd onderwezen worden. Maar dan gaan ze naar school. De juffrouw of de meester vertelt bijbelse geschiedenis en zegt: ja jongens en meisjes, of de wereld nu werkelijk in zes dagen geschapen is, en of Adam en Eva nu werkelijk geleefd hebben als eerste mensen en of ze van de boom gegeten hebben en dat van die slang, dat is geen hoofdzaak, dat is maar een Oosterse manier van vertellen, het gaat om de dingen die er mee bedoeld worden. Later vertelt de meester, dat de geschiedenis van Job maar een gedicht is, waar we wat uit leren kunnen. Enz., enz. En die ezel van Biliam en die vis van Jona, och dat is maar inkleding, het gaat om wat anders.

Zo gaat het tegenwoordig, want zó worden de onder-wijzers zélf onderwezen, door hun kweekschoolleraren, die het zélf weer zo gehoord hebben op de universiteiten. Want wat de universiteiten leren, komt ten slotte op de lagere school en zelfs in de kleuterklas terecht. En dan komt dat kind thuis en hoort het van vader en moeder anders, en het hoort op de catechisatie anders en in de kerk en dan zegt dat kind: maar de juffrouw en de meester op school vertellen het zo en zo. En dan hebben ze geen eenzijdig onderwijs meer, maar dan is het onderwijs alzijdig geworden, maar een alzijdigheid waaraan uw kind te gronde gaat, een alzijdigheid, die u als ouders in conflict brengt met de belofte, die ge bij de doop hebt afgelegd ten overstaan van God en Zijn gemeente, een alzijdigheid bovendien, die maar in schijn alzijdigheid is, want alléén de zuivere leer die naar Gods Woord is maakt uw kind tot volle, rijpe mens: de mens Gods, die tot alle goed werk volmaakt wordt toegerust, zoals de Schrift het zegt, en alleen dié mens, die zó wordt toegerust kan in de volste zin alzijdig zijn, d.w.z. de dingen in deze wereld alzijdig bekijken en doorzien en beoordelen en er positie in kiezen. De heer A. Janse heeft eens een mooi boek over de werkelijke bijbelse school geschreven: Het eigen karakter der christelijke school, die nu de gereformeerde school is.

Ik zou wel willen, dat de mensen die zo bang zijn voor een eenzijdige opvoeding van hun kroost op de gereformeerde scholen dat eens lazen. Ze zouden er uit kunnen leren, dat we alleen werkelijk onze doopbelofte kunnen nakomen, wanneer er een volstrekte éénheid is tussen het onderwijs dat we onze kinderen thuis geven, en in de kerk en in de catechisatie én op school. Het is een gouden keten, waarin geen schakel ontbreken mag, of er komt grote disharmonie, verbreking van de noodzakelijke eenheid in die opvoeding. Ik weet dat er ouders zijn die het diep betreuren, dat zij in hun omgeving nog geen gelegenheid hebben hun kinderen naar een gereformeerde school te zenden en ze hebben er smart genoeg om. Maar hoe groot is dan de verantwoordelijkheid van die ouders die daartoe wèl de gelegenheid hebben, maar het toch niet doen.

I. N.