Rubriek: Voor de Jeugd
Schrijver: M. Oosterhuis-Sikkens
Jaargang: 8
Nummer: 21
Datum: 2014-04-30
Terug
De vorige keer hebben we je uitgelegd waarom de Here Jezus ook Christus wordt genoemd. Christus is de Zoon van God. Vandaag zullen we jullie iets uitleggen over dit zoonschap van de Here Jezus. We leggen Zondag 13 aan jullie uit.Lezen: Johannes 3:14-18Zingen: Gezang 29:1,2 Je hebt zonet een belangrijke tekst gelezen; Johannes 3:16. Je kent hem misschien wel uit je hoofd. Gods Zoon is naar de wereld gekomen om onze schuld weg te nemen. Hij heeft aan het kruis voor onze zonden betaald. De Here Jezus is de Maar nu zul je je afvragen: één zoon? Wij zijn toch ook Gods kinderen? God de Vader heeft toch een heleboel kinderen? Ken jij een kind dat niet bij zijn echte vader en moeder woont? Een kind dat geadopteerd is? Misschien ben jezelf wel geadopteerd. Adopteren is dat een vader en een moeder een kind dat niet van hunzelf is, opvoeden. Zij zorgen voor dit kind net alsof het hun eigen kind is. Dit kind is niet uit deze moeder geboren, toch mag dit kind zich veilig voelen bij deze ouders. Een geadopteerd kind kan niet bij zijn echte vader en moeder opgroeien. Bijvoorbeeld omdat de vader en moeder gestorven zijn, of omdat ze geen geld hebben om het kind groot te brengen. Het kan ook zijn dat de echte ouders slecht voor hun kind zorgen. Dat kind wordt dan naar andere ouders gebracht die er wel goed voor zorgen. Een kind adopteren kost vaak veel geld. Wij zijn ook geadopteerd. Geadopteerd door God de Vader. God de Zoon heeft ervoor betaald. Niet met geld of met goud of zilver. Christus heeft betaald met Zijn eigen vlees en bloed. Hij is voor ons gestorven en heeft voor ons betaald. Daardoor mogen wij Gods kinderen zijn. Wij zijn het eigendom van de Here. Een eigendom is iets wat van jou is. Jouw fiets is jouw eigendom. Zo zijn wij de eigendommen van God. Denk maar aan een slaaf, die is het eigendom van zijn baas. Nu zul je met het slaaf zijn niet zo blij zijn, want je denkt vast aan de slaven in Egypte. De Israëlieten waren slaven van de Egyptenaren. Ze moesten hard werken en werden geslagen als ze niet genoeg deden. In de Bijbel staan ook andere verhalen over slaven. Bijvoorbeeld Eliëzer de knecht van Abraham. Hij zou als Abraham, zijn heer, zou sterven alles erven. Hij was een belangrijke knecht. Of denk aan Jozef in het huis van Potifar. Jozef was een belangrijke slaaf. Hij was de baas over de huishouding, zijn heer gaf hem een belangrijke plaats. Maar ons slaaf zijn is niet zo als de slaven in Egypte. Wij hebben een goede Heer. Wij hebben een Baas die goed voor ons is. Mensen die niet geloven, laten vaak zien dat ze helemaal vrij zijn. Ze hoeven geen rekening te houden met God. Ze doen wat ze zelf willen. Ze slapen zondags uit, ze gaan niet naar de kerk, ze houden zich niet aan Gods geboden, ze zijn helemaal vrij! Toch is dit juist niet waar. Het lijkt soms zo, maar zij hebben wel een baas. Hun heer is de satan. En dat is geen goede heer, al lijkt het nu nog wel zo. Hij wijst de ongelovigen de verkeerde weg. Hij houdt ze bij God vandaan. Het is daarom helemaal niet erg om Christus als Heer te hebben. Onze Heer is een goede Heer. Onze Heer heeft geen geheimen voor ons. Hij heeft ons alles verteld (Johannes 17:15). Hij heeft ons de grote liefde van God de Vader bekendgemaakt. Hij heeft ons bekendgemaakt hoe de Vader naar ons toe gekomen is. Een slaaf van Christus is een mens met een gelukkige toekomst!Gods Zoon
Adopteren
Slaaf