Orde en vrede in de gemeente van Christus (1)


De zegen van het kerkverband


Nu de kerken binnenkort voor de tweede maal sinds onze Vrijmaking in 2003 in synode bijeenkomen, is het goed stil te staan bij de rijkdom, die wij mogen bezitten in het kerkverband. Een rijkdom, dat moeten wij ons steeds weer realiseren, die ons door de HEERE geschonken is, die door de Here Jezus Christus is verdiend en die Hij bewerkt in de vergadering van zijn kerk.
Vanaf het eerste begin na de uitstorting van de Heilige Geest hebben de jonge kerken elkaar gezocht om samen te leven als de gemeenten van de Here Jezus Christus, die Hij Zich ging vergaderen, na Pinksteren, uit het hele menselijke geslacht.
Bekend is het samenkomen in Jeruzalem van de apostelen en ouderlingen met afgevaardigden uit de kerk van Antiochië, om regels te stellen voor de ontwikkeling van het kerkverband inzake het al of niet onderhouden van de Mozaïsche wetten. Zij hebben het gevaar van de dwaalleer van het Judaïsme onderkend. Dat was de dwaalleer alsof het offer van Christus niet genoeg zou zijn en er van de kant van de christenen nog iets aan moest worden toegevoegd, namelijk de verdiensten door het onderhouden van de Mozaïsche ceremoniële wetten.
In die vergadering kwamen zij, na het verslag van de apostelen Paulus en Petrus, dan ook tot een besluit over deze zaak. Zij stuurden afgevaardigden naar de kerken die dat besluit moesten mededelen en er bij de kerken op moesten aandringen zich daaraan te houden. Want, zo durfden zij het te stellen: het heeft de Heilige Geest en ons goed gedacht (Hand. 15:28)!
Verder is het begin van de oefening van het kerkverband te zien in het feit dat de gemeenten voor elkaar zorgden, niet alleen in het meeleven met en de voorbede voor elkaar, maar ook in de materiële verzorging door middel van collecten voor de hulpbehoevende zusterkerken. De opbrengst van die collecte was voor de hulpbehoevende noodlijdende kerk van Jeruzalem.
Met name Paulus heeft zich daarvoor ingespannen. Hij stelt de gemeenten in Macedonië aan de kerk van Korinthe ten voorbeeld wat betreft de offervaardigheid van die zusterkerken.
Verder horen wij over het voorlezen van de brieven van Paulus: 1 Tess. 5:27: “Ik bezweer u bij de HEERE dat deze brief aan alle broeders voorgelezen wordt”;Kol. 4:16: “als deze brief bij u is voorgelezen moet zij ook in Laodicea worden voorgelezen en die van Laodicea moet aan u worden voorgelezen”.
Verscheidene brieven zijn gericht aan alle kerken in een bepaalde streek, zoals Galatië en Tessalonica.
Ook de brieven van Petrus gaan naar allerlei kerken, namelijk naar de kerken die in de eenheid van het ware geloof samenleven in de provincie Pontus. De brief van Jacobus is gericht aan de kerken in de verstrooiing. De brief aan de Hebreeën is ook aan verschillende gemeenten gericht en geeft groeten van de broeders uit Italië, 13: 24. Zoals Paulus dikwijls allerlei groeten overbrengt van broeders en zusters uit zusterkerken.
Kortom: het onderhouden van het kerkverband is geheel overeenkomstig wat de HEERE ons in zijn Woord heeft geopenbaard.

Regels voor het leven in de gemeenten


Voor de beoefening van het kerkverband moeten er natuurlijk regels zijn. Niet alleen voor de samenstelling van de synode en haar werk, maar met name ook voor het werk van de classes.
Daarbij moeten wij vóór alles zien wat het belang is van het kerkverband voor de plaatselijke gemeenten. Daar wil ik in het volgende dan ook vooral aandacht aan geven. Het kerkverband heeft namelijk tot doel om alles in goede orde en dus in vrede in de gemeenten te doen gebeuren. Zo staat het dan ook in het eerste artikel van de kerkorde:
    In de gemeente van Christus behoort alles in goede orde te gebeuren. Daarvoor is nodig een regeling met betrekking tot
    I. de ambten
    II. de kerkelijke vergaderingen
    III. het opzicht over de leer en de eredienst
    IV. de tucht.

Dat is overeenkomstig het voorschrift van de apostel aan de gemeente te Korinthe:
1 Kor.14:40: “Laat alles betamelijk en in goede orde geschieden.”
Die goede orde in de kerk is nodig om de vrede te bewaren. U leest dat in
1 Kor.14:33:“want God is geen God van wanorde, maar van vrede.” De tegenstelling in dit vers is niet die van orde tegenover wanorde, maar van vrede tegenover wanorde.
Het gaat dus niet om dorre regels en starre wetten, maar om het léven in de gemeenten. Wanneer het kerkverband wordt genegeerd, wanneer gemeenten zich niets zouden aantrekken van wat de kerken gezamenlijk, hetzij in synode of een classes verband, besluiten en regelen, gaat het beslist verkeerd. Dan ontstaat er wanorde en verdeeldheid.
De kerkgeschiedenis laat daar verschillende voorbeelden van zien. Vooral in een tijd na een reformatie, zoals na de Afscheiding in de 19de eeuw en de Vrijmaking in 1944.
Bij de Christelijke Gereformeerde kerken treedt dit verschijnsel zó sterk naar voren, dat onlangs een Christelijke Gereformeerde predikant in Bewaar het Pand schreef dat het houden van een synode in zijn kerken net zo goed achterwege kan blijven, omdat volgens hem de kerken zich weinig of niets aantrekken van wat synodes besluiten. Als voorbeelden noemde hij het gebruik van de Nieuwe Bijbelvertaling en het in de eredienst laten zingen van allerlei liederen - en dat tegen de besluiten van de synodes in. Dit schip op het strand is een baken in zee!

Inhoud


In deze artikelen wil ik eerst iets vertellen over wat de kerkorde regelt.
Dan iets over de geschiedenis van de kerkorde.
Vervolgens: het doel van de kerkorde namelijk de strijd tegen de hiërarchie en het uitdrukken van de geloofseenheid.
Verder een korte beschouwing over de ambten en over de kerkelijke vergaderingen en haar bevoegdheid. Met name over het werk van classes en de verhouding van de plaatselijke kerken tot de classis.
Tenslotte over de roeping van de gemeenteleden.

De regels van de kerkorde


De regelingen van de kerkorde hebben dus als doel dat in de gemeenten en tussen de plaatselijke kerken onderling de vrede mag regeren. De vrede van Jeruzalem waar het Woord van God zo vaak over spreekt.
De kerkorde is dan ook een uitwerking van wat de HEERE in zijn Woord ons openbaart over zijn kerk.
De kerkorde is dus beslist niet een soort door mensen bedacht wetboek, maar zij is een uitwerking van wat de HEERE in zijn Woord ons openbaart over zijn kerk. En dan met name over het samenleven van de kerken in een kerkverband.
Het is een genadegeschenk van de Here Jezus Christus dat het kerkverband nu vorm heeft gekregen en goed geregeld is.
Kort na de Vrijmaking in 1944 kwam er een reactie op de hiërarchie van de Generale Synodes in die tijd en als gevolg daarvan wilden sommigen de kerkorde maar liever afschaffen.
Dat was gelukkig nu bij onze Vrijmaking niet aan de orde. Toch moeten wij dankbaar zijn dat onze eerste Generale Synode als grondslag voor de kerken heeft aangenomen, niet alleen de Heilige Schrift en de Drie Formulieren van Eenheid, maar ook de Gereformeerde Kerkorde. Zij moest sommige artikelen van de kerkorde aanpassen aan de situatie waarin wij verkeren, namelijk dat er nog geen Particuliere Synodes zijn.
De kerkorde bevat voor het grootste deel fundamentele artikelen, die rechtstreeks zijn afgeleid uit Gods Woord.
Dat komt in alle vier van de bovengenoemde onderdelen van de kerkorde duidelijk uit.
Daaruit zien wij dat dat zaken zijn die rechtstreeks in de Bijbel genoemd worden.
Daarnaast kent de kerkorde ook artikelen waarover de kerken onderling afspraken hebben gemaakt.
We denken dan bijvoorbeeld aan de uitwerking van de regeling van de toelating tot het ambt van dienaar des Woords, het aantal malen bediening Heilig Avondmaal en de kerkelijke vergaderingen, namelijk classis, Particuliere Synode en Generale Synode.
Maar die afspraken zijn wel gebaseerd op grondregels die we in de Heilige Schrift vinden.
Wij moeten er steeds weer goed van doordrongen zijn dat het doel van de kerkorde is dat in de kerk de vrede wordt gediend doordat alles in goede orde verloopt, 1 Kor.14:33,40.
Wij zijn als een klein kerkverband na onze Vrijmaking wel bijzonder op elkaar aangewezen. We mogen de zegen van het kerkverband ondervinden, onder meer hierin dat bij eventuele conflicten er toch een rechtvaardige rechtspraak is van de meerdere vergaderingen. En verder dat ook de toegang tot het ambt van dienaar des Woords goed geregeld is. Het kerkverband is een gave van de HEERE. Daarin kunnen de kerken elkaar tot steun zijn.

De geschiedenis van de kerkorde


De geschiedenis van de kerkorde toont aan dat zij zich van het begin af aan gericht heeft tegen elke vorm van hiërarchie. Dat staat met zoveel woorden duidelijk in artikel 83.
    Geen kerk mag over andere kerken, geen ambtsdrager over andere ambtsdragers, op welke wijze ook, heersen.

Onze kerkorde gaat terug op de kerkorde die in 1561 in de kerk van Genève werd opgesteld. Men vond deze zo belangrijk dat men er de slotbepaling aan verbond dat deze kerkorde elke drie jaar moest worden voorgelezen aan de gemeente, in de Sint-Pieterskerk de eerste zondag in juni, te beginnen in 1564. In elk geval moest de gemeente haar kennen. De mannen die bovengenoemde kerkorde hebben opgesteld, zeiden dat het van groot belang was “dat de leer van het heilig Evangelie van onze HEERE wel in zijn zuiverheid zou worden bewaard en dat de christelijke kerk door goede regering zou worden onderhouden” . Daarom spraken zij uit: “om deze reden scheen het ons goed dat het geestelijke bestuur, zoals onze HEERE dat heeft gedemonstreerd en ingesteld door zijn Woord, zou worden gegoten in de vorm van een goede orde, die onder ons een plaats zal moeten krijgen en onderhouden worden”.
Een goede kerkorde wil dus eigenlijk niets anders dan vastleggen hoe Christus zijn kerk wil regeren en geregeerd wil zien. Zij wil weergeven en nader uitwerken wat de apostelen over de kerkelijke tucht hebben gezegd. En op deze manier voor overeenstemming zorgen tussen verschillende kerken, die haar eenheid in Christus en onder Hem als Hoofd laten vinden en houden.
Volgende week D.V. verder over de les van deze geschiedenis.