Uit Jozua 2 In een aantal Schriftoverdenkingen willen we stilstaan bij het begin van het Bijbelboek Jozua. Als we goed naar die hoofdstukken kijken en op ons laten inwerken, dan vallen we van de ene verbazing in de andere verbazing. Het is een wonderlijk en veelbelovend begin, waaruit Gods grote kracht en genade blijkt. We zien hoe vol van genade God is. En hoe Hij zijn kracht wil inzetten om zijn belofte te vervullen, ten gunste van zijn volk. Opnieuw staat het volk voor de deur van het beloofde land. Vlak na de uittocht uit Egypte stonden ze voor het eerst bij de ingang van het beloofde land. Maar door hun eigen ongeloof kon het volk het land niet binnengaan. Nu, veertig jaren later, staan ze voor de tweede keer op het punt om het beloofde land in te trekken. Niet meer onder leiding van Mozes. Mozes mocht door zijn zonde het beloofde land niet binnengaan. Jozua mocht de leiding overnemen. En voordat Jozua deze krijgstocht richting Kanaän aanvaardt, krijgt hij opdracht van de HERE. In Jozua 1 wordt dit uitgebreid verteld. Jozua moet niet afwijken van de wetboek van God. Alles wat Mozes onderwezen heeft, moet Jozua overdenken en opvolgen. Dan zal de HERE met hem en het volk zijn. Dan zullen ze het land Kanaän veroveren. Veertig jaren lang heeft het volk rondgezworven in de woestijn. Alle mannen van boven de twintig waren gestorven in de woestijn, door straf op hun zonde. Nu, veertig jaren later, staat het volk Israël opnieuw bij de ingang van het land Kanaän. Heeft het volk wat geleerd? Heeft de omzwerving nut gehad? Uit de reactie van het volk blijkt dat ze vertrouwen op de HERE. Alle stammen erkennen Jozua als hun leider, nu Jozua opdrachten geeft. Het volk moet zich klaarmaken voor de intocht. En ieder accepteert dat, nergens klinkt angst of protest. Een aantal stammen bemoedigen Jozua zelfs in zijn taak. Net als veertig jaren terug worden er verkenners gestuurd om het land en Jericho te verkennen. Jozua wil voorbereid zijn, als hij het land intrekt. De spionnen verstaan hun taak goed. Ze doen net alsof ze een lange reis hebben gemaakt: 's avonds in het schemerdonker komen ze aan in Jericho. Dan zijn ze minder gemakkelijk te herkennen. Toch zijn ze ook weer niet vlak voor sluitingstijd binnen. Rachab gaat straks immers zeggen tegen de soldaten, dat de verspieders wel bij haar geweest zijn, maar dat ze ook weer weggegaan zijn voor de sluiting van de poort. Om dat te kunnen zeggen, moet er nog wel wat tijd tussen hun aankomst en vertrek zitten. Vervolgens gaan de verspieders naar Rachab toe. Rachab had waarschijnlijk een herberg. Naast het zorgen voor de gasten, verdiende ze haar geld ook door zondige prostitutie. Bij deze Rachab gaan de Israëlitische mannen overnachten. Ze wilden zichzelf niet verraden door hun tongval. En ze hadden een lange reis achter de rug. Daarom deden ze alsof ze moe waren en gingen ze snel slapen. Toch waren ze betrapt en verraden. De koning van de stad stuurt soldaten naar Rachab. Zij moet de mannen uitleveren. Maar Rachab wil dat niet. Zij doet een hele wonderlijke keuze. Ze kiest in het geloof voor Israël, en voor de God van Israël. En tegen haar eigen koning en volk. Zij liegt tegenover de soldaten van de koning. Rachab liegt alles bij elkaar. U vraagt naar Israëlitische verspieders? Ik heb wel twee mannen ontvangen, maar leugen 1: ik wist niet, vanwaar zij waren. Leugen 2: de mannen zijn weer weggegaan. Leugen 3: ik weet niet waar zij heen zijn gegaan. Leugen 4: Jaagt hen snel achterna, voorzeker zult u ze inhalen. En Rachab is door het geloof niet met de ongehoorzamen omgekomen, daar zij de verspieders met vrede had opgenomen (Hebr. 11:31). Rachab is uit werken gerechtvaardigd, toen zij de boodschappers in huis nam en hen langs een andere weg liet heengaan (Jak. 2:25). Deze noodleugen was gesproken in liefde tot God. Haar doel was om haar naaste te beschermen voor de soldaten met kwade bedoelingen. De verspieders zijn gered door Rachab. Dat is een wonder. De verspieders zullen erg verrast zijn geweest. God was al voor hen uit gegaan, Hij had al gewerkt voordat zij een stap in de stad hadden gezet. Hier werkte God, midden in dit goddeloze land, midden in een goddeloze stad en uitgerekend bij deze zondares. God had Rachab in het hart gegrepen en geloof bewerkt. Zodat ze de God van Israël aangrijpt als de God van haar behoud en redding. God waakt over zijn volk. En schenkt verlossing en bevrijding, ook waar wij de moed allang opgegeven hebben. Ook bij mensen voor wie wij misschien zelfs nooit hoop zouden hebben. Onze God gaat onze moed en kracht en hoop verre te boven. Hij zij geprezen!Verbazend begin
Opdracht ontvangen
Was de omzwerving nuttig?
Professionele spionnen
Verraden en beschermd
Wonder