De afgelopen keer hebben we gelezen over keizer Augustus. Ook lazen we over de geboorte van de Here Jezus. Hij werd geboren in een stal in Bethlehem. Ook de herders kregen de blijde bood-schap van een engel van de Here. Deze keer lezen we een Bijbelverhaal over de Here Jezus toen Hij twaalf jaar was. Dit verhaal staat in Lucas 2:40-52. Van een kleine baby groeit de Here Jezus op tot een jongen van twaalf jaar. Hij woont bij Jozef, de timmerman, en Maria. Zijn leven als jongetje lijkt heel gewoon. Toch is dat niet zo. Want de Heilige Geest werkt in de Here Jezus om Hem wijs te maken. Zo komt Hij steeds meer klaar voor zijn werk als Zaligmaker. Samen met zijn ouders gaat de Here Jezus een reis maken. Een reis naar de tempel in Jeruzalem om het Paasfeest te vieren. Samen met familie en andere mensen maken ze de lange en vermoeiende reis van Nazareth naar Jeruzalem. Ze lopen met een omweg omdat ze niet door het land van de Samaritanen willen trekken. De Samaritanen waren hun vijanden. Het is een reis van ongeveer 100 km. Dat is ongeveer de afstand van Zwolle naar Utrecht. Ze steken vanuit Galilea eerst de Jordaan over. Daarna lopen ze door het Over-Jordaanse naar Beth-Abara. Bij Beth-Abara komen ze Judea binnen en gaan ze naar Jeruzalem. Onderweg zijn de mensen vrolijk en blij uit dankbaarheid dat ze het Paasfeest gaan vieren. Met nog duizenden andere Joden komen Jozef, Maria en Jezus aan in de tempel. Na zeven dagen Paasfeest gaan ze weer terug naar Nazareth. Jozef en Maria lopen met heel veel mensen tegelijk de stad uit. Jezus is niet bij hen, maar ze maken zich niet ongerust. Hij zal wel bij vrienden lopen. Tijdens de reis gaan ze toch op zoek naar Jezus. Nergens is hij te vinden. Waar zou Hij nu zijn? Jozef en Maria zijn nu wel erg ongerust. Ze gaan terug naar Jeruzalem om Jezus daar te zoeken. In Jeruzalem teruggekomen, kunnen ze Jezus niet vinden. Hij is zoek. Na een aantal dagen komen Jozef en Maria in de tempel. En wie zit daar in het midden van een kring met Schriftgeleerden? Het is Jezus! De Schriftgeleerden zijn slimme mensen, die veel over God weten. Ze zitten vol verbazing te luisteren. Wat stelt deze jongen moeilijke vragen en wat is Hij wijs! Hoe zou Hij zo wijs geworden zijn? De Schriftgeleerden hebben er geen idee van dat Hij de Zoon van God is. Jozef en Maria staan ook verbaasd te luisteren naar Jezus. Het is voor hen moeilijk te begrijpen dat hun twaalfjarige zoon zich zo op zn plaats voelt bij de geleerden. Ze vergeten dat Jezus een bijzonder Kind is. De Zoon van God! Maria is erg dankbaar dat ze Jezus daar ziet zitten, maar toch krijgt Jezus een beetje straf. Maria zegt: Waarom heb je ons dit aangedaan, we waren ongerust! Jezus geeft een bijzonder antwoord. Hij zegt: Waarom hebben jullie naar mij gezocht? Weten jullie dan niet dat ik bezig moet zijn met de dingen van mijn Vader. Jezus bedoelt hiermee dat Hij bezig is met de opdracht die Hij van zijn hemelse Vader heeft ontvangen. Daarom moest het voor Jozef en Maria ook duidelijk zijn geweest dat Hij in de tempel was. Jozef en Maria begrijpen Jezus niet. Jezus gaat gehoorzaam met zijn ouders terug naar Nazareth. Daar blijft Hij nog 18 jaar bij hen. Maria onthoudt alles wat er tijdens het Paasfeest gebeurd is.Op reis naar Jeruzalem
De Here Jezus is zoek
Gevonden!
Het werk van Jezus