Het leven van de Here Jezus op aarde - De geboorte van Jezus


De vorige keer hebben we gezien dat er in het Oude Testament Bijbelteksten zijn die vertellen over de beloofde Messias, de Here Jezus. Deze keer beginnen we met het verhaal over de geboorte van Jezus. Een heel bekend Bijbelverhaal. Lees je mee?

Keizer Augustus

Augustus was een machtige keizer. Hij regeerde vanuit de stad Rome over het grote Romeinse rijk. De keizer moest gehoorzaamd worden. De mensen moesten belasting aan hem betalen. De keizer wilde dat alle mensen uit zijn rijk hun naam zouden laten opschrijven in hun vaderstad. Veel mensen moesten op reis. Sommige mensen waren wekenlang onderweg om hun stad te bereiken.

Het werk van God

Ook Jozef en Maria moesten hun namen laten opschrijven in hun vaderstad Bethlehem. Een verre reis voor Maria nu ze niet lang meer hoefde te wachten op de geboorte van de Here Jezus. Het was niet fijn voor haar om zo ver van huis te gaan. Maar het bevel van de keizer moest gehoorzaamd worden. Maar nog belangrijker: God had ook een plan met deze volkstelling.

De geboorte

Na een lange reis kwamen Jozef en Maria in Bethlehem aan. Ze gingen daar op zoek naar een slaapplaats in een herberg. Maar nergens was plaats voor hen. Daarom zochten ze een plekje in een stal. En in een stal in Bethlehem werd de Zaligmaker geboren. Dit was eeuwen geleden al voorspeld. Lees maar eens in het Oude Testament: Micha 5:1.

Om de vervulling van deze woorden moesten Jozef en Maria wel naar Bethlehem komen. Dat is het werk van God. Maria wikkelde het Kindje in doeken en ze legde Hem in een kribbe.

De herders

In diezelfde nacht gebeurde er nog iets wonderlijks. Herders hielden de wacht bij hun kudde. Plotseling was de engel van de Here bij hen met een boodschap: De Heiland is geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David. En dit is het teken: U zult een kind vinden in doeken gewikkeld en Hij ligt in een kribbe.

Plotseling was daar ook een hemelse legermacht, die God loofde. Ze zongen: Ere zij God in den Hoge en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. Wat een belangrijke boodschap kregen de mensen. God had de mensen zo lief dat Hij zijn Zoon aan hen gaf. Mét een belofte: als je in Hem gelooft zul je niet verloren gaan maar eeuwig leven!