We spreken tegenwoordig al van een postmoderne maatschappij. Is dat terecht? Voor een belangrijk deel wel. Maar we moeten tegelijk beseffen dat de invloed van het modernisme niet is opgehouden. Veel mensen aanbidden immers nog steeds de wetenschap. De uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek worden door velen nog steeds absoluut genomen. Met name waar het betreft de ouderdomsberekeningen van de aarde en allerlei andere aannamen daarbij in de biologie en geologie. Maar naast dit modernisme mengt zich nu het postmodernisme. Dit postmodernisme keert zich in veel opzichten tegen het modernisme. Maar niet tegen veel door het modernisme verkregen verworvenheden op het gebied van techniek, media, geneeskunde etc. De postmoderne mens is niet bereid autoriteit te aanvaarden, wil zich ook niet laten overtuigen m.b.t. geloof of levensbeschouwing. Deze mens kent in zijn uitgesproken vorm geen echte idealen meer, maar mist die ook niet. Men leeft meer van oppervlakkige zaken. Vooral het speelse, het ludieke spreekt aan. De leegte die de mens van nu sterker voelt dan voorheen, zal hem wel meer naar bepaalde vormen van bevrediging doen zoeken. Bevrediging met name op het gebied van de zintuiglijke lusten. Het wordt allemaal oppervlakkig, subjectief, relativerend, zonder diepgang. Het is een tijd van brood en spelen. Het bovennatuurlijke is voor de postmoderne mens niet meer zon taboe als voor de moderne rationale mens zonder God. Bepaalde vormen van transcederen zijn in, zoals meditatie, yoga, new age, occultisme en oosterse godsdiensten. Typisch postmoderne uitingen zijn de zappende mens achter zijn TV en de smartphone-verheerlijkende jeugd. De moeite die men heeft om waardevolle boeken te lezen. De ik vind-cultuur, de opiniepeilingen, de praatprogrammas waar iedereen zijn zegje mag doen. Maar ook: de ontkerkelijking en afkeer van geloof en christelijke traditie. Het verdwijnen van normen en waarden uit de samenleving. Want normen en waarden moeten niet meer worden opgelegd. Iedereen weet toch wel wat hij zelf goed acht? En daar heeft men vrede mee. Wel komt men nog vanuit een soort rechtvaardigheids-gevoel op voor minderheden. Denk aan de anti-discrimatiebewegingen. Of komt dit misschien ook voort uit het zich afzetten tegen de gevestigde orde? De vraag is of deze postmoderne wereld nog wel ontvankelijk is voor het geloof, als het ware Schrift-getrouwe geloof in God en Christus? Nu is bekering iets wat God kan bewerken zelfs tegen alle menselijke verwachting in, kijk maar naar de bekering van Ninevé. Maar de vraag is wel of de postmoderne leefwereld niet juist vijandiger is komen te staan tegenover het geloof. Vanuit kerken die zich sterk verwereldlijkt hebben, gaat wel steeds meer het geluid klinken dat het postmodernisme ook nieuwe kansen biedt aan het christendom. Men wil niet terug naar Schriftgetrouw geloof, waarbij God in zijn Woord zijn waarheid ook tot ons spreekt. Nee, liever voelt men zich thuis bij een lezen van de Schrift dat meer oog heeft voor de veranderende context, voor het gevoel en voor verschil in interpretatie. Dat laat zich zien in de kerkvisie: pluralistisch, veelvormig, met loslaten van de leer van de ware kerk. Met tolerantie voor andermans Schriftopvatting, sacramentsopvatting, kerkopvatting, tuchtopvatting. Men ziet in zon minder claimend waarheidsbegrip kansen in deze postmoderne tijd waar men toch nog wel iets op heeft met bovennatuurlijke zaken. Bovendien is men minder afwijzend tegenover jouw persoonlijke waarheid, zolang je zelf ook maar tolerant blijft. Geholpen door christelijke theologen en christelijke denkers wordt ons Schriftgetrouwe geloof nu neergezet als fundamentalisme, in vrijgemaakt-gereformeerde kring ook wel funderingsdenken genoemd. Men beschouwt de Schriftopvatting waarbij Gods Woord absolute goddelijke waarheid bevat en absoluut goddelijk gezag heeft, verwant aan het rationalisme en modernisme (zie vorige artikel). Dit Schriftgetrouwe geloof verhoudt zich dan zoals onderaan deze pagina in een overzicht is weergegeven met het postmodernisme.Invloed van het postmodernisme
In het vorige hoofdartikel hebben we laten zien hoe het postmodernisme opkwam als reactie op het rationalisme en het vooruitgangsgeloof van het modernisme. We zullen in dit artikel bespreken hoezeer het postmodernisme onze samenleving en ook kerken in haar greep heeft gekregen.Postmoderne invloed op de maatschappij
Postmodernisme en Schrift-getrouw geloof
Postmodernisme Het Schriftgetrouwe geloof Vele ‘waarheden’ Eén Waarheid Relativistisch loslaten van zekerheden Niet afwijken van het ontwijfelbare fundament ‘Kleine verhalen’, fragmenten Het ene evangelie, het ene Woord van God Verbrokkeling en veelvormigheid Eén katholieke Kerk van alle plaatsen en tijden Zoeken naar eigen keuzes Vaste normen en geboden Transcendentie in zichzelf God en Vader in de hemel Raadselachtige wereld met toeval Gods raad en trouwe leiding Wagen met onzekerheden Enige troost in leven en sterven
Postmodernisme en kerkelijke praktijk
Laten we eens nagaan hoe de invloed van het postmodernisme in kerken tot uiting komt.
Op de kansel wordt dan bij het citeren van de Schrift in de preek nog wel gezegd zo
De waarheid in de Schrift is voor deze postmoderne kerkmens niet een vaststaande waarheid voor alle tijden. Een tijdloze waarheid. Steeds zal deze opnieuw geïnterpreteerd moeten worden in nieuwe tijden, in nieuwe situaties. Dat noemt men de nieuwe hermeneutiek. Dit is de methode om de inhoud van de Schrift relevant te doen zijn voor de huidige mens.
Deze hermeneutiek is dus wel echt iets anders dan de uitlegkunde waaraan een getrouwe exegese van de Schrift moet voldoen. Door het loslaten van de absolute waarheid van de Schrift, en deze contextueel, relatief te maken, wordt zo de kracht van elk Schriftwoord geroofd. Immers, de omstandigheden waarin wij leven heeft men bepalend gemaakt voor de inhoud van de zogenaamde af te leiden waarheid.
Zo is voor de postmoderne mens de Waarheid in de Schrift niet vaststaand, niet absoluut, maar ook de daaruit gehaalde boodschap voor vandaag is dat niet. Alles blijft immers relatief, onderworpen als het is aan veranderende subjectieve vooroordelen van de mens. Dat gold, zo vindt men, voor de Bijbelschrijvers, dat geldt voor de predikant, dat geldt ook voor de hoorder. Nieuwe ontwikkelingen en omstandigheden door de tijd heen maken dat iedereen zijn visie weer eens moet aanpassen.
De benadering om bij de preek vooral de hoorder in beeld te laten komen past precies in dit postmoderne kader (paradigma). Dit geldt ook voor de zogenaamde narratieve prediking, waarbij de Bijbelse boodschap in eigen verzonnen verhalen naar de hoorder toekomt.
Postmoderne christenen en hun geloofsbelijdenis
Aangezien waarheid voor de postmoderne mens relatief is geworden, ja, door de tijd heen voortdurend veranderend is naar gelang de context, is vrijwel elke interpretatie van de waarheid te verdedigen. Elke variatie op de waarheid wil men beschouwen als een van de vele facetten ervan. Jouw visie op de waarheid is slechts een facet, een kleur van het palet, en mag je een ander daarom niet opleggen.
Dat betekent voor de geloofsbelijdenis dat je die nog wel mag zien als een historisch waardevol document dat weerspiegelt wat men destijds voor waarheid hield. Je kunt daarom best nog wel ja zeggen tegen een contextueel bepaalde waarheid van vroeger. Het heeft immers toen zijn betekenis gehad. En dat was waardevol. Maar het ja-woord op die belijdenis moet niet langer een absoluut bindende waarde hebben, alsof er geen speelruimte meer overblijft voor onze eigen overtuiging.
We zullen, zo zeggen de postmodernen, toch steeds op zoek moeten blijven gaan naar de nieuwe betekenis (relevantie) van het evangelie voor de wereld van vandaag en morgen? In een doorgaande zoektocht naar steeds maar weer wijzigende relevantie. In de steeds veranderende context zullen we toch altijd weer nieuwe antwoorden moeten geven? Dat is nu, zo zegt men, de uitdaging die op ons afkomt als levende en betrokken christenen van deze tijd.
Postmoderne invloeden op de theologische universiteiten
Het boek Gereformeerde theologie vandaag geeft een schets van de inhoud van de opleiding aan de theologische universiteit te Kampen (GKv) en is uitgegeven in 2004 . We geven er iets van door om u even te laten proeven van het klimaat van deze opleiding van na onze Vrijmaking.
Prof.dr. A.L.Th. de Bruijne schrijft daarin o.a.:
Hoe zou het toch komen dat de opleidingen in Kampen en Apeldoorn de laatste tijd zijn veroverd door het gedachtegoed van niet-gereformeerde theologen als Karl Barth en Dietrich Bonhoeffer? Zou de postmoderne invloed daarin niet sterk meegewerkt hebben? Juist de leer van deze theologen, die zelf hebben geleefd voordat het postmodernisme opkwam, blijkt goed aan te sluiten bij de postmoderne mens.
Karl Barth maakte van God de gans Andere tegenover de kleine mens. God kunnen we niet kennen, zo was zijn mening. En de Waarheid over Hem ook niet. Steeds is bij het spreken over God sprake van een paradoxaal ja èn nee (dialectische theologie). In Gods Woord staan volgens Barth geen absolute waarheden. Laat staan dat de Bijbel één geheel van waarheid is; het zijn contextuele getuigenissen. De kerk is maar mensenwerk. Dat geldt ook voor de belijdenis, die steeds dient te veranderen over de tijd.
Kampen en Apeldoorn staan ook steeds meer open voor de leringen van Bonhoeffer. Dat is de man van de navolging van Christus, van medemenselijkheid en alverzoening. Het geloof moet alleen uitkomen in activiteit in de wereld: er zijn voor de wereld.
Prof.dr. B. Kamphuis en prof. C. den Hertog (CGK) gaven dit voorjaar een aantal lezingen om een boeiende ingang in zijn leven en denken te geven, waarbij ze hem noemen profeet van de 21ste eeuw. Wat kunnen we van deze theoloog leren?, zo vraagt Kamphuis zich af.
Van deze Bonhoeffer wordt door C. H. Lindijer in zijn boek