Ik wil je een nieuw woord leren! Dat woord is de Computerstad. In de Computerstad heb je al je vrienden en familie heel dicht bij jou in de buurt. Je fietst in de Computerstad bij wijze van spreken zo even naar elkaar toe, via de e-mail, MSN of Facebook. Ook heb je allemaal handige winkels binnen je handbereik, dat zijn de internetsites waar je dingen kan kopen. Heel veel dingen kan je doen in de Computerstad. Je kunt lekker rondkijken, praten met je vrienden en vriendinnen, je kunt spelletjes doen en dingen kopen. Het is leuk, spannend, nieuw en groot. Er zijn misschien zelfs veel dingen te zien die je nog nooit gezien hebt! In deze inleiding willen we nadenken over het internetten op de computer. We zullen het internetten vergelijken met een stad. Laten we het internet op je computer de Computerstad noemen, de stad van de computer. Een echte stad heeft veel voordelen, maar in een echte stad zijn er ook gevaren. Zo heeft ook deze Computerstad (het internet) veel voordelen. Je kunt het internet op goede wijze gebruiken. Maar er zijn ook nadelen en gevaren in het gebruik van het internet. We zullen in deze inleiding daarbij stil staan. Zodat je je van de gevaren van het internet bewust bent. En je het internet op een goede manier kunt (blijven) gebruiken. Misschien houd je er wel van om lekker lang te winkelen in de stad. Shoppen en kletsen met vrienden en vriendinnen. Of een ijsje snoepen in de zon. Je kan zo een middagje besteden aan winkelen in de stad. En voor je het weet ben je te laat thuis voor het eten. De Computerstad biedt ook vele mogelijkheden om er lang rond te wandelen. Van alles valt er te zien en te beleven. Mailen, chatten, twitter lezen of spelletjes doen. Een uurtje is dan niets, de tijd vliegt voorbij. En voor je het weet ben je een paar uren verder. Maar je huiswerk is nog steeds niet af. In de Computerstad wil iedereen aandacht. De winkels (dat zijn de internetsites) willen zoveel mogelijk bezoekers. En ze doen er alles aan om mensen hun winkel in te trekken en zo lang mogelijk er te houden. Zij zullen niet tegen jou zeggen: Je besteedt te veel tijd aan mij, je moet weer verder met je huiswerk. Nee, zij moedigen jou juist aan: Zie dit, kijk hier, lees dat. Weet je dit nog niet? Klik dan verder hier! Omdat die winkels het niet tegen jou zeggen is het belangrijk dat jij het tegen jezelf zegt. Of dat je ouders het tegen je zeggen als de geplande tijd om is. Zodat je niet per ongeluk weer je huiswerk niet af krijgt. Of dat je weer te veel tijd achter de computer zit. Kan jij tegen jezelf zeggen: uit de computer, nu eerst doen wat ik moest doen! Net als in de echte stad kunnen ook in de Computerstad vervelende dingen gebeuren. Je kan worden opgewacht door een groep jongens, die je uitschelden en pesten. Via de e-mail krijg je vervelende mailtjes. Of er wordt over je geroddeld via MSN. Anderen kunnen je buitensluiten, zodat je ergens niet van op de hoogte bent. Flauwe berichtjes over jou, of lelijke fotos van jou kunnen op een bepaalde site worden gezet. En misschien weet je nog meer manieren waarop gepest kan worden. Pesten gebeurt best veel. Pesten kan kinderen heel erg beschadigen. Zo erg zelfs, dat kinderen gaan geloven dat ze niets waard zijn. Dat ze een nul zijn, en dat ze het zelf hebben verdiend om te worden gepest. Pesten via het internet kan je heel erg raken. Pestwoorden werken dan als kogels. Je geeft iemand het idee dat hij niet mag bestaan. De Here wil niet dat kinderen gepest worden. Hij wil dat we de naam van onze naaste hoog houden in ons spreken, denken en ook in ons gedrag op het internet (Mat. 5:21-24). In een echte stad kan iedereen jou zien. Ze zien aan jou of je een jongen bent, of een meisje. Ze zien welke kleur haar je hebt, hoe je jas eruit ziet. Toch ben je in een grote stad een beetje onbekend. Mensen zien je wel lopen, maar niemand kent jou. Ze weten niet hoe jij heet, waar je woont, en wie je echt bent. Ze weten niet dat jij gelooft, naar welke school jij gaat, wie je ouders zijn. Dat heeft een naam gekregen: dan ben je anoniem, zonder naam. Dan weet niemand wie je bent. Het kan wel gebeuren dat je midden in een grote stad plotseling een bekende tegenkomt. Dan ben je opeens niet meer onbekend: iemand spreekt je aan, iemand kent jou, weet hoe je heet en waar je woont. In de Computerstad is dat ook zo. Er zijn een heleboel mensen die samen met jou rondwandelen, winkels bekijken, van alles doen. Maar eigenlijk kent niemand jou echt. Als je ergens een spelletje speelt of je koopt ergens iets, weet niemand wie jij bent en hoe jij heet. Je kan een naam invullen die je zelf wilt. Bijvoorbeeld: Master, Leukerd of Kato. Maar niemand weet wie jij echt bent. Daardoor kan eigenlijk niemand jou aanspreken op je gedrag. Als je in een spelletje vals speelt, als jij op iemand scheld of je zegt rare dingen, niemand zal dan zeggen tegen jou: doe eens normaal. En als ze dat zeggen, dan kan je dat gewoon naast je neerleggen. Want, ze kunnen je toch niets maken! Ze weten immers niet wie jij bent. Net als in je dagelijkse leven, zal je in de Computerstad moeten wandelen als een kind van de Here. Ook als niemand je ziet, of als niemand je aanspreekt op je gedrag. Toch ziet de Here jou. Hij weet wat je zegt, wat je doet, wat je ziet. Hij wil dat je leeft tot zijn eer, dat je naar Hem luistert. Hij wil niet dat je iets doet wat Hij heeft verboden. Zoals vloeken, of verkeerde dingen zien of doen (Ef. 5:6-13). Heel veel mensen maken misbruik van de situatie in de Computerstad, dat niemand hun kan zien of controleren. Dan zeggen ze rare dingen, of kopen ze producten onder een valse naam. Er zijn ook mensen die inbreken in winkels van anderen. Dan stelen ze informatie, of dan maken ze de boel kapot. Het is dan heel moeilijk voor de politie om die mensen te pakken. Het is vaak onbekend wie en waar ze zich bevinden. Nog een andere mogelijkheid is, dat mensen in chatsites of via de e-mail jou voor de gek houden. Dan zoeken ze contact met je, willen ze iets aan jou verkopen. Medicijnen, horloges of andere dingen. Of dan proberen ze een afspraak met je te maken in het echte leven. En als je daarop ingaat, dan wordt je opgewacht, geslagen of beroofd. Dat gebeurt. Het is belangrijk dat je dit weet. Mensen maken er misbruik van dat ze onherkenbaar zijn in de Computerstad. Daarom moet je niet te veel gegevens van jezelf op het internet zetten. Als jij wel te veel gegevens van jezelf op het internet zet, dan kunnen mensen die jou niet kennen te weten komen wie jij bent en waar jij woont. Dat is gevaarlijk als mensen je iets kwaads willen doen. Sommige mensen willen de informatie van jou gebruiken, bijvoorbeeld om jou te bestelen. Je moet daarom weten: als je niet zeker weet met wie je mailt of praat, zeg dan nooit waar je woont, hoe je achternaam is, wat je echte e-mailadres is en naar welke school je precies gaat. Op het internet kan je mensen die je niet kent ook niet vertrouwen. Als je wel iets moet zeggen over jezelf (als je iets wilt kopen bijvoorbeeld), overleg dan eerst met je ouders of het verstandig is. In het vorige stukje kwamen we er al even op: vraag je ouders om hulp. Daar wil ik nu nog wat meer over zeggen. Als je achter de computer zit, dan doe je dat vaak alleen. Jij zit achter je scherm boven op je kamer, of ergens in een hoekje van de huiskamer. Anderen kunnen wel meekijken, maar vaak zien en weten ze niet wat je allemaal doet achter de computer. Toch is het goed dat je ouders weten wat jij doet en ziet in de Computerstad. Ze hoeven niet alles te lezen wat jij gezegd hebt. Maar je moet niet stiekem doen over welke sites je gezien hebt. Vertel het hun als je iets raars of vervelends hebt meegemaakt. Als je een rare e-mail hebt gekregen, of als iemand iets tegen je zei wat je helemaal niet leuk vond. Wat dat betreft is het in de Computerstad weer net als in een echte stad. Als je wordt uitgescholden of als iemand je bedreigt in een echte stad, dan is dat heel erg naar. Je voelt je rot en je droomt er misschien wel van. In de Computerstad kunnen nare dingen ook heel veel met je doen. Toch kan het soms lastig zijn om het te vertellen tegen je ouders. Omdat je misschien bang bent dat ze boos worden. Of omdat je zelf iets stiekem gedaan hebt wat niet goed is. Ik wil benadrukken dat je het wel moet vertellen. Je ouders zullen je beschermen en helpen. Als je wat verkeerds hebt gedaan worden ze misschien wel boos, maar ze willen je helpen. Vaak kom je er zelf niet meer uit, als er vervelende dingen aan de hand zijn. Dan blijf je ermee rondlopen en kan het nog een keer gebeuren. Dat je geld moet betalen, of dat mensen je blijven plagen. Het is belangrijk dat je je vader en je moeder in vertrouwen neemt en je probleem aan hen vertelt. Dat vraagt van jou dat je eerlijk bent, ook over wat je gedaan en gezien hebt op de computer. Of over wat je is overkomen op het internet (Ef. 6:1-4).Met jongeren nadenken over Moderne Media
De computer is een handig ding! De meesten van jullie maken er waarschijnlijk dankbaar gebruik van. Huiswerk maken voor school, spelletjes spelen, kletsen met vrienden en vriendinnen die ver weg of dichtbij zijn. Misschien heb je wel eens kleren gekocht op de computer, via het internet. Of informatie gelezen over jullie vakantiebestemming. Erg handig en leuk! Maar ook vervelende dingen kunnen gebeuren op de computer. Misschien heb je een virus gehad, waardoor de computer beschadigd werd. Of ben je wel eens gepest via het internet.Computerstad
Een uurtje is niets!
Pesten
Hoi, ik ben Jo1993, wie ben jij?
Dieven in Computerstad
Ouders