Catechismus - Zondag 2


De vorige keer heb je kunnen lezen over de enige troost in leven en sterven. We hebben toen gezien dat de catechismus uit drie delen bestaat. Vandaag beginnen we met deel 1.Lezen: Matteüs 22:34-40Zingen: Psalm 19:3Ellende

Hoofdstuk 1 gaat over onze ellende. Wat betekent ellende?

Op tv zie je vaak veel ellende, bijvoorbeeld in het journaal. Je ziet en hoort dingen over een oorlog in het Midden-Oosten, over hongersnood in Afrika, over overstromingen in Azië, over vervolgingen in islamitische landen. Allemaal ellende die in de wereld is gekomen. Ellende is dus alle verdriet en pijn. Deze ellende is in de wereld gekomen door de zonde. Voor de zondeval was het leven in het paradijs zonder ellende en verdriet. Na de zondeval begon het. Ook in ons leven zie je ellende. Ook al leef je hier in een vrij land, zonder oorlog en vervolging. Ook kennen we hier geen hongersnood of natuurrampen. Toch leef jij ook in ellende. Je leeft immers in de zonde. Jij doet ook dagelijks veel zonden. Je doet niet je best om in alles God te dienen, Hem lief te hebben en Hem te gehoorzamen.

Zondag 2

Hoe weet je dat je in ellende leeft?

We hebben een mooi leven hier in Nederland. Hoe weten we nu dat we in ellende leven? Het valt toch best een beetje mee?

Onze ellende kunnen we zien als we naar de wet van de Here God kijken en luisteren. De Here heeft tijdens de woestijnreis van het volk Israël zijn verbondswoorden gegeven. De Here heeft het volk Israël uitgekozen om zijn volk te zijn. Hij sloot een verbond met ze. Een verbond is een afspraak, een belofte en een eis. De Here beloofde voor zijn volk te zorgen, het volk Israël moest dan leven naar de eis van het verbond. De Here gaf zijn wet, zo moest het volk leven.

Ook nu horen wij de wet nog elke zondag in de kerk. Als we de wet horen en goed naar de geboden luisteren, dan horen we dat we zondige mensen zijn. We hebben niet alleen op God vertrouwd, we vonden andere dingen in ons leven belangrijker dan de Here, we hebben mensen uitgescholden, we hebben ruzie gemaakt, we hebben dingen van anderen afgepakt, we zijn jaloers geweest op dingen van een ander, we hebben rare woorden gebruikt, we hebben de naam van God misbruikt. Kortom alle dagen van ons leven doen we zonden. Als je aan al die zonden denkt, dan word je verdrietig. Je weet dat je niet geleefd hebt zoals God het vroeg. Je ziet je ellende.

Eis

God heeft een belofte gedaan. Hij zorgt voor zijn volk. Het volk moet dan leven volgens Gods regels. Dat is zijn eis. Een eis is iets wat je van iemand vraagt, je wilt dat hij iets doet. Je moeder eist dat jij eerst je kamer opruimt voordat je een snoepje krijgt. Zo eist de Here dat wij leven volgens zijn wet. Wat vraagt de Here precies?

De Here Jezus heeft de wet in het kort samengevat. Je hebt dit net gelezen in Matteüs 22.

Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het eerste en grote gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de wet en de profeten.

Als eerste moeten we dus de Here liefhebben. Niet een beetje, maar helemaal. Met je hele hart en met je hele verstand. Als tweede moet je je naaste liefhebben. De naaste is iemand die naast je leeft. Dat kan dichtbij zijn. Bijvoorbeeld je vader, je buurman, je vriend. Maar je naaste woont ook ver weg. We moeten iedereen helpen die hulp nodig heeft. We moeten ze liefhebben. Deze twee dingen, God en je naaste liefhebben, daar gaat de hele wet over. De Bijbel staat vol met deze twee dingen. De profeten hebben erover verteld en het opgeschreven in de Bijbel.

Volbrengen

Kunnen wij dat volbrengen? Dit betekent, kunnen wij ons aan de wet houden? Nee, wij zij zondige mensen. Alles wat we doen is bevlekt met zonde. Zelfs een baby, die nog weinig kan, is bevlekt met de erfzonde. Erfzonde is zonde die alle mensen hebben. Je kunt niet zonder zonde geboren worden, omdat onze voorouders, Adam en Eva, in zonde zijn gevallen. Hierover zullen we je de volgende keer meer vertellen.

De wet van God is een soort spiegel, zodat we onze ellende zien. Maar de wet moeten we ook houden uit dankbaarheid. In hoofdstuk 3 van de catechismus gaat het over de dankbaarheid. Dan zullen we weer de wet tegenkomen, ook zullen we dan per gebod horen wat we wel en niet mogen doen.

Verwerkingsvragen

1. Waar gaat het eerste deel van de catechismus over?2. Wat betekent ellende?3. Waaruit ken je je ellende?4. Noem een gebod uit de wet.5. Wat is een verbond?6. Wat is de eis van de Here?7. Wie is je naaste?