De tucht


In dit artikel gaan we het hebben over de tucht. Weet je wat de tucht is? Je zult vast wel eens wat over de tucht hebben gehoord en dat was vast ook niet altijd positief. Veel mensen denken aan straf als ze aan de tucht denken. Of dat de kerkenraad mensen van de gemeente afsnijdt. Misschien denk jij dat ook wel. En ja, deze dingen hebben zeker met de tucht te maken.Maar in dit artikel gaan we zien dat de tucht veel dieper gaat. Dat de tucht niet iets is waar je bang voor moet zijn of negatief over moet praten. Maar God wil door de tucht Zijn kerk regeren.

Wat is de tucht?

Dat is het eerste waar we het over gaan hebben. Wat is nou precies de tucht? We lazen al in de inleiding dat veel mensen niet positief zijn over de tucht. De maatregelen van de tucht maken de kerk niet echt populair. Vaak komt de tucht weinig liefdevol of zelfs bedreigend over. Maar klopt dit? Laten we kijken wat de Bijbel ons leert over de tucht. In Zondag 31 van de Heidelbergse Catechismus staat dat de tucht een van de sleutels van het koninkrijk der hemelen is. Er staat ook dat door die sleutels het koninkrijk der hemelen kan worden geopend en gesloten. Maar wat wil dat nu zeggen?

Je weet dat je met sleutels deuren kunt openen, maar ook kunt sluiten. Als de deur op slot zit en je hebt geen sleutel, kan je je huis niet binnenkomen. Petrus kreeg van de Here Jezus ook sleutels, lees maar eens Matteüs 16:13-20. Het waren geen sleutels van ijzer, nee het waren sleutels van woorden, de sleutels van het koninkrijk der hemelen.

De ene sleutel was de verkondiging van het heilig Evangelie. Als de dominee 's zondags de blijde boodschap laat horen dat al je zonden zijn vergeven door het werk van Christus, en je neemt die geweldige belofte met een gelovig hart aan, dan gaat de deur naar Gods koninkrijk open. Maar als je die belofte niet gelooft en je er zelfs van afkeert, dan gaat de deur naar God op slot, dan hoor je niet meer bij het koninkrijk der hemelen. Zo is de verkondiging van het evangelie een sleutel die kan openen, maar ook sluiten.

Als een kerklid leeft in zonde moet hij of zij daar op worden aangesproken. Als dat kerklid dan niet wil luisteren, moet hij of zij buiten het rijk van Christus gesloten worden. Dat betekent niet dat die persoon nooit meer bij Gods gemeente mag horen. Want als hij oprecht berouw heeft, wordt hij weer als lid opgenomen in de kerk. Zo is ook de tucht een sleutel die kan openen en sluiten.

Lang geleden kreeg Petrus de sleutels, nu mogen de ouderlingen en diakenen die sleutels bedienen. Door de ambtsdragers wil Christus zijn kerk regeren. Wat een grote verantwoordelijkheid heeft de kerkenraad dan, we moeten hen maar vaak gedenken in onze gebeden.

Hoe wordt de tucht bediend

In het vorige stukje lazen we dat de ambtsdragers de sleutelmacht hebben. Maar betekent dat dan dat wij in de kerk eigenlijk niet met de tucht bezig hoeven zijn? Welnee! Ieder kerklid, hoe jong of oud ook, moet omzien naar de ander. En als je ziet dat die ander iets doet wat verkeerd is, mag je elkaar daar op aanspreken; dat moet zelfs. Dat doe je dan wel op een liefdevolle manier. Je kunt het vergelijken met de opvoeding van je ouders. Als jij iets doet dat niet goed is zeggen zij er wat van of geven je straf. Dat doen ze niet omdat ze je willen pesten of omdat ze niet van je houden. Dat doen ze juist omdat ze van je houden, ze willen niet dat jij door blijft gaan met verkeerde dingen. Stel je voor dat ze je maar je gang lieten gaan, wat zou er dan van je terecht komen?

In de kerk wordt er eerst meerdere keren vermaand. Hoe dit precies gaat, kun je lezen in Matteüs 18. Als je ziet dat iemand zondigt moet je hem eerst onder vier ogen erover aanspreken. Als diegene dan niet wil luisteren moet je met meerdere mensen naar hem toe gaan en hem nog eens vermanen. Als hij dán nog niet wil luisteren moet je het aan de gemeente, dat is de kerkenraad vertellen. Nadat ook de kerkenraad een tijd met die broeder of zuster heeft gesproken, heeft onderwezen uit de Bijbel en heeft opgeroepen tot bekering, en het helpt niet, wordt de naam van de broeder of zuster bekendgemaakt aan de gemeente. Dat is niet om diegene zwart te maken, maar het wordt juist gedaan zodat de gemeente nog voor dat kerklid kan bidden. Als hij zich dan nog niet wil bekeren zal hij buiten de gemeente gesloten moeten worden. Hij of zij mag niet meer aan het avondmaal.

Zoals je al eerder kon lezen, mag dat ongehoorzame kerklid altijd weer bij de gemeente van Christus terugkomen. De tucht is juist een oproep, een laatste middel om tot inkeer te komen en te gehoorzamen. De HERE is een barmhartig God.

Waarom wordt de tucht bediend?

Denk nu nog eens even terug aan de inleiding, is de tucht niet liefdevol?

We kijken nog naar een voorbeeld. Stel je eens voor, je bent buiten en opeens zie je een klein kindje dat op een sloot toe loopt. Als je niet ingrijpt zal het in het water vallen en verdrinken. Wat doe je dan? Denk je, ach laat het maar, als ik nu ingrijp zal het schrikken, ik laat het maar lekker spelen. Natuurlijk niet! Je rent naar dat kindje toe en pakt het op voordat het zal verdrinken, je ziet het gevaar en grijpt in voordat het uit de hand loopt.

Nou, zo is het ook met de tucht. Iemand die niet doet wat de HERE zegt loopt gevaar, die loopt gevaar om steeds verder van de HERE af te raken of, nog erger, de HERE vaarwel te zeggen. Wat zou het liefdeloos zijn als de gemeente hem maar fijn zn gang liet gaan. Dan zou het toch verkeerd aflopen? Nee, net als bij dat kleine kindje is het nodig dat er wordt ingegrepen, voordat het te laat is. De tucht is dus een teken van Gods Vaderliefde.

Je zou kunnen zeggen dat de tucht drie doelen heeft. Het eerste is dat de tucht is tot Gods eer. Als de tucht achterwege wordt gelaten is dat tekort doen Gods recht. Het tweede doel is dat het tot heil is van de gemeente. Als de zonde niet tegen wordt gegaan zal ze doorgaan, de kerk zal worden besmet en kan geen licht meer zijn in de wereld. Ze heeft dan het juiste zicht op Gods wil verloren.

Het derde is dat de tucht dient tot behoud van de zondaar. Dat is wat de HERE voor ogen staat en wat dus ook de gemeente en de kerkenraad voor ogen moet staan. Denk nog maar eens aan dat kindje, als je het zou laten gaan, zou het verdrinken. Als je de zondaar zijn gang zou laten gaan, zou hij verloren gaan. Is het dan niet wreed als de tucht niet wordt bediend?

Dus de tucht liefdeloos of bedreigend? Integendeel! Als wij naar Gods Woord luisteren is er geen plaats meer voor angst bij de tucht, maar dan mogen wij blij en dankbaar zijn dat God ons zó wil regeren!