Uit Lucas 7:11-17: De Here Jezus ging met Zijn discipelen en vele volgelingen op reis naar Naïn, kort na de genezing van de slaaf van de hoofdman uit Kafarnaüm. Naïn ligt een aantal kilometers ten zuiden van Kafarnaüm. En precies op het moment dat de Here Jezus met al Zijn volgelingen bij Naïn aankomt, is er een begrafenisstoet. Het was best een aantal kilometers lopen van Kafarnaüm naar Naïn. Als ze iets later of eerder vertrokken waren of als ze iets harder of zachter gelopen hadden, dan hadden ze de stoet gemist. Maar precies op het goede moment komen ze te Naïn aan. Hier zien we de wonder-lijke leiding van God, waar de Here Jezus geheel op vertrouwt! De Here Jezus ziet deze begrafenisstoet. Hij heeft daarbij oog voor de individuele personen in die stoet. Hij ziet de weduwvrouw, moeder van de overleden jongen. En Jezus ziet niet alleen dat ze huilt en verdriet heeft. Maar Hij ziet ook, dat deze vrouw nu voortaan in eenzaamheid verder zal moeten leven. Zonder man, zonder kinderen. Bovendien betekent dat voor haar dat ze voortaan een kwetsbare positie heeft, qua inkomsten en bescherming. De Here Jezus is bewogen met de vrouw. Hij ontfermt Zich over haar. Het raakt Hem, dat deze vrouw er zó voorstaat. Op een wonderlijke manier zal Hij ingrijpen en die vrouw troosten. Maar nog voor Hij iets gedaan heeft, zegt Hij allereerst tot de vrouw: Huil niet!. Ze mag niet huilen, want de Here Jezus is bij haar. Hij zal Zelf het Leven gaan verwerven en de tranen van veel ogen wegwissen. Vrouw, de dood is niet het einde! Jezus is er! Twee stoeten ontmoeten elkaar, een stoet van de Levende en een stoet van een dode. Net als in onze cultuur was het ook toen gepast om bij een begrafenis-stoet te wachten, totdat de stoet voorbij is. Dat is uit eerbied voor de overledene en de nabestaanden. In Nederland gebeurt dat niet zo vaak meer, maar je ziet het nog wel. Dat mensen wachten of stappen van de fiets af als de lijkauto en de begrafenisstoet langskomen. Maar de Here Jezus doet dat niet. Hij wil niet dat de dode in het centrum van de aandacht staat. Hij plaatst Zichzelf in het centrum als de Levende, die leven geeft. Hij gaat naar de baar, de dragers staan stil. En dan zegt de Here Jezus tegen de dode: Jongeling, Ik zeg u, sta op!. De Here Jezus spreekt de dode aan, alsof de dode niet dood is. Alsof hij nog kan luisteren. En met dat de Here Jezus spreekt, wordt de jongen levend. Een groot wonder vindt hier plaats. Het woord van de Here Jezus is krachtig gebleken. Hij sprak tot dorre doodsbeenderen, en ze werden levend (Ezech. 37)! Hij sprak en het was er, Hij gebood en de jongen ging zitten (Ps. 33:9). Van het woord van Jezus ging kracht uit. Kracht ten leven. De Here Jezus bewijst Zichzelf als de Levende, met kracht om het leven te geven aan wie Hij wil. Lichamelijk leven, maar ook geestelijk leven. Hij komt van God en spreekt woorden van God. Want niemand kan doden opwekken, dan God alleen. Men moet Hem wel erkennen als Messias! Zo plaatst de Here Jezus Zichzelf in het centrum. Dood en rouw krijgen niet de aandacht. De Here Jezus richt alle aandacht op Zichzelf. Hij is gekomen om zonden en ziekten op Zich nemen. Hij zal Zelf de eeuwige dood lijden om het leven te verwerven. De Here Jezus laat het niet bij dit grote wonder. Hij houdt Zijn doel voor ogen, Hij was immers met ontferming over de moeder bewogen. Daarom geeft Hij deze jongen weer terug aan zijn moeder. Dat is zeer bijzonder. De Here Jezus heeft oog voor de moeilijke situatie van de moeder. Op zeer persoonlijke en bewogen wijze gaat de Here Jezus daarmee om. Hij ziet de moeder in haar ellende en verdriet, en Hij toont Zijn ontferming en barmhartigheid. Ze mag haar zoon weer terug ontvangen, uit de dood. Haar diepe verdriet wordt plotseling veranderd in grote vreugde en dankbaarheid. Door de Here Jezus zal het leven overwinnen, Hij zal de banden van de dood verbreken. En daar laat Hij nu al iets van zien. Toch zal deze jongen later nogmaals moeten overlijden. Maar als de Here Jezus de dood heeft overwonnen, dan zal Jezus nooit meer sterven. En iedereen die in de Here Jezus gelooft, mag in deze overwinning delen. Dat brengt nog veel grotere vreugde met zich mee dan deze vrouw heeft ervaren. Want de Here Jezus heeft de zonde overwonnen! Allen die het eigendom van Christus zijn, mogen in leven en sterven bij Christus zijn. Een eeuwig leven met Hem, dat al op deze aarde begint. In dit Bijbelverhaal draait het om de Here Jezus, om Zijn woorden en daden en het gevolg daarvan. Want er wordt niet gesproken over het gevolg voor de moeder of de jongen. Maar wel over het wonder van de Here Jezus. Bij allen was grote vrees, want hier was God bezig. Het kon niet anders, de Here Jezus heeft met goddelijke kracht deze jongen uit de dood teruggeroepen. De ontmoeting met dit goddelijk ingrijpen zorgt voor ontzag. En het brengt hen tot verheerlijking van God. Ze zien Gods hand in Jezus werk en prijzen God. Want God heeft naar Zijn volk omgezien. Dit verhaal wordt overal verteld. Zo wordt de komst van Christus al aangekondigd in Zijn barmhartig omzien naar mensen om Hem heen. Tegelijk zien de mensen niet echt wie de Here Jezus is. Ze noemen Hem een groot profeet. Blijkbaar was hun inzicht en geloof nog zeer beperkt en klein. Het moest nog verder groeien en gevoed worden, om tot volkomen inzicht te komen over wie de Here Jezus echt is. Dat Hij het echte leven zal verdienen en zal uitdelen. Als ze straks zullen horen dat de Here Jezus Zelf gekruisigd en gestorven is, mogen ze aan deze opwekking in Naïn terugdenken. Jezus heeft de macht over de dood. Zijn eigen kruisdood is daar niet mee in tegenstelling! Die was juist nodig, om het eeuwige leven te verwerven en uit te kunnen delen. Als ze dat geloven, dan heeft dit werk van Jezus echt vrucht gedragen.Op reis
Met ontferming bewogen
Stoet van leven en dood
Hij sprak en het was er!
Het leven overwint!
Gevolg
Begrepen?