Ik kwam in vervoering des Geestes op de dag des Heren, en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin – Openbaring 1:10
Vorige keer zagen we dat een kind van God nooit alleen is, zelfs niet in tijden van vervolging. Want de Here Jezus Christus heeft ons beloofd: Ik ben met u alle dagen, tot de voleinding van de wereld.
Dat was ook de ervaring van de apostel Johannes toen hij, als een oude man, de rest van zijn leven moest doorbrengen in een strafkolonie. De Here Jezus Christus verscheen aan hem op de dag des Heren. Dat is de zondag, de dag van de opstanding van Christus.
Dat was dus de dag wanneer de gemeente samenkwam voor de kerkdiensten, elke week weer. Maar nu is Johannes helemaal alleen. En hij heeft nu alleen maar herinneringen aan deze kostbare zondagen, toen hij het voorrecht had samen met Gods volk de HEERE te ontmoeten in de erediensten. Wat verlangde hij er naar, net als de psalmdichter, om voor Gods aangezicht te verschijnen, Psalm 42:3.
Op deze zondag, wanneer hij denkt ook nu weer alleen te zullen zijn, kwam de Here Jezus Christus zijn apostel bezoeken.
Johannes had gehoord van de ervaringen van Paulus. Hoe de Here Jezus Christus hem telkens weer bezocht had. En vooral wanneer hij in grote moeite was had de Here hem getroost: Paulus, Ik heb veel volk in deze stad (Hand.18:10). U moet ook in Rome getuigen (Hand. 23:11). Wees niet bevreesd.
Johannes kende natuurlijk ook de geschiedenis van Stefanus, hoe deze gezien had dat de hemel geopend was en dat de Zoon des mensen aan de rechterhand van God stond (Hand.7:56).
Nu is ook Johannes aan de beurt. Achter zich hoorde hij een luide stem als van een bazuin. Het is de machtige stem van Jezus Christus.
Wat een troost voor Johannes! Een machtige stem van een machtige Vorst. Het lot van Johannes ligt niet in handen van de Romeinse machthebbers, maar in de handen van Hem, het Lam dat staat als geslacht, Die het boek heeft aangenomen uit de handen van Hem Die op de troon gezeten is.
Ik ben met u, Ik zal u nooit alleen laten. Dat heeft de Here Jezus aan zijn discipelen beloofd toen Hij hen uitzond, de wereld in, na zijn opstanding. Hij heeft zijn discipelen steeds voorbereid op onderdrukking, haat, vijandschap, strijd - kortom het dragen van het kruis om Christus’ wil. Maar Hij heeft er uitdrukkelijk bij gezegd dat Hij steeds weer hen beschermt en kracht geeft om in alle moeiten Hem te blijven volgen.
Die belofte van de Here Jezus Christus blijft van kracht tot aan zijn wederkomst om te oordelen de levenden en de doden.
Wij verwachten die wederkomst. Ook wij moeten leven in een vijandige wereld. Wij mogen er zeker van zijn dat deze belofte ook voor ons bedoeld is. Die belofte was wel gegeven aan de discipelen van Christus, maar wij mogen ons rekenen onder zijn discipelen als wij zijn getuigenis de wereld in dragen, in onze levensstijl en in onze woorden. Jezus Christus heeft beloofd ons te helpen om getrouwe getuigen van Hem te zijn en zijn naam te belijden.
De HEERE weet hoe moeilijk het is in een vijandige wereld zijn getuigen te zijn. Hij is onze Hogepriester, Die medelijden heeft met onze zwakheden. Hij is immers verzocht geweest zoals wij (Hebreeën 4:13). Daarom zei hij zijn discipelen niet bezorgd te zijn wat ze moeten zeggen, want, zei Hij: u bent het niet die spreekt, maar de Geest van uw Vader zal door u spreken (Matt.10:19-20).
En verder zegt de Here Jezus Christus dat we verheugd moeten zijn wanneer wij delen in het lijden om Christus’ wil, omdat daardoor zijn heerlijkheid openbaar wordt (1 Petrus 4:13).
Wij kunnen het dus volhouden, want wij zijn niet alleen.
Door zijn opstanding heeft de Here Jezus Christus van zijn Vader zijn loon ontvangen. Wij zijn zijn loon, gewone mensen, mannen en vrouwen en kinderen, met ons dagelijks leven. Hij bewaart ons als zijn eigendom, als een kostbaar juweel. Dus zijn wij veilig.