Engelen (3)


Het derde artikel over engelen. In het eerste artikel hebben we gezien wat we vanuit Gods woord over engelen weten. In het tweede artikel hebben we engelen vergeleken met mensen. Daarnaast hebben we in beide artikelen enkele Bijbelverzen over engelen bekeken. Heb je de artikelen gemist? Je kunt ze onder andere teruglezen via de site van de Bazuin. Ook andere artikelen kun je daar terugvinden. Makkelijk als voorstudie of als je eens een artikel op wilt zoeken. Maar we dwalen af. Een nieuw artikel over engelen. Deze en de volgende keer zullen we in het bijzonder kijken naar engelen in het Oude Testament. Waar lezen we over hen en welke rol speelden zij? Twee vragen waar we een antwoord op hopen te vinden. Lees je mee?

In het begin

De eerste keer dat we over engelen lezen is in Genesis 3 : 24:

En Hij verdreef de mens en Hij stelde ten oosten van de hof van Eden de cherubs met een flikkerend zwaard, dat zich heen en weer wendde, om de weg tot de boom des levens te bewaken.

Genesis 3 is het hoofdstuk dat over de zondeval gaat. Het hoofdstuk begint en eindigt met een engel. In vers één lezen we over de slang. We weten dat achter zijn werk de satan zit, een gevallen engel. In vers 24 lezen we over de cherubs. Ze zijn door God neergezet als wachters om de toegang tot de boom des levens te bewaken. We zagen al eerder dat engelen een dienende taak hebben. De cherubs die hier door God worden geplaatst, dienen door te bewaken. Waarom was deze engelendienst hier nodig? We lezen daar een paar verzen eerder over. De Heere wil niet dat de mens ook van de boom des levens eet. De wacht is dus een straf voor de mensen. O wee, als ze proberen om zelf het eeuwige leven te grijpen. Ze zouden het met de dood moeten bekopen.

Daarmee is niet alles gezegd over de engelendienst. De bewakende taak staat namelijk ook in dienst van het evangelie. De moederbelofte is immers door de Here gegeven. De cherubs met hun flikkerende zwaarden zijn als het ware een levende preek voor de mens. De preek leert de mens dat zij niet kan terugkeren naar het paradijs. Het werkverbond bestaat niet meer. Gods verbondswraak is gekomen na de ontrouw van de mens aan het verbond. Daarom is de engelenwacht een bescherming voor de mens. Als de mens van de boom des levens zou eten, zouden we voor eeuwig in de zondige natuur zijn gebleven.

Nu is er een andere weg. De weg van de Verlosser die komen zal. Door Zijn offer zullen wij eens alsnog eten van de boom des levens (Opb. 2 : 7). Daarom, zo leert de preek: kijk maar niet meer achterom naar het aardse paradijs maar vooruit naar de weg van verlossing die de Heere beloofde in de moederbelofte.

Cherubs

In de Bijbel komen we veel verschillende soorten engelen tegen. Iedere soort heeft zijn eigen naam en taak. In Genesis 3 lezen we over de cherubs. Wat is de taak van deze cherubs? Als we alleen naar het woord cherub kijken, komen we niet ver. Er is wel veel nagedacht over de betekenis van het woord, maar een goede verklaring is nooit gevonden. Als we willen leren wat de bijzondere dienst is die deze engelen verrichten, zullen we dus moeten kijken naar wat de Bijbel erover zegt. In de Bijbel wordt vaak gesproken over cherubs. Bij de ark moesten bijvoorbeeld afbeeldingen van cherubs komen:

en gij zult twee cherubs van goud maken, van gedreven werk zult gij ze maken, aan de beide einden van het verzoendeksel. (Ex. 25 : 18).

Deze cherubs bedekten met hun vleugels het verzoen-deksel. Zoals je weet, woonde de Heere in het heilige der heiligen. Hier komt dan ook de uitdrukking vandaan die we zo vaak lezen in het Oude Testament. Namelijk dat de Heere boven de cherubs troont of tussen de cherubs woont. Ook in de rest van de tabernakel komen afbeeldingen van cherubs voor. Het voorhangsel was bijvoorbeeld geweven met afbeeldingen van cherubs (Ex. 26 : 31). Het heilige en het heilige der heilige zijn voor de zondige mens verboden plaatsen. We zien dus weer dat de cherubs bewakers zijn van Gods heerlijkheid. Toch is de situatie niet gelijk aan die in Genesis 3. Toen droegen de cherubs een zwaard. Dat zwaard dragen ze nu niet meer. Nu kijken ze naar het verzoendeksel en bedekken het met hun vleugels. Dr. J. Blauw benoemt het zo: het bloed der verzoening ontwapent de cherubim. Jazeker, de heerlijkheid van God moet bewaakt worden. De mens mag niet zomaar binnentreden op heilige plaatsen. Maar er is een weg open naar God. De weg van verzoening, zoals dat jaarlijks gebeurde door de hogepriester. Hij mocht dan naar binnen in het heilige der heilige en bloed op het verzoendeksel sprenkelen, zodat het volk met God verzoend mocht worden.

We lezen verder in het Bijbelboek Ezechiël. Ook daar zien we de cherubs weer als dragers van Gods heerlijkheid en heiligheid. De Heere zit op de troon. Van daaruit bestuurt hij de wereld. De troon wordt gedragen door cherubs. Zij dragen de troon van Zijn heerlijkheid. Ook als de heerlijkheid van de Heere Zijn volk verlaat. Dat is de taak van de cherubs. Bewaken en dragen van Gods heerlijkheid. Een taak die zij trouw uitoefenen.

Sodom en Gomorra

We hebben het nu gehad over cherubs. In Genesis 19 komen we voor het eerst het woord engel tegen. Lees eerst maar eens mee in vers 1:

En de twee engelen kwamen in de avond te Sodom.

De geschiedenis van Sodom en Gomorra. De Heere zelf is samen met zijn twee dienstknechten (de engelen) bij Abraham geweest. Terwijl de Heere nog met Abraham spreekt, gaan beide engelen alvast naar Sodom (Gen.18 : 22). De engelen gaan naar Sodom om daar hun taak uit te voeren. Een taak die twee kanten heeft. Aan de ene kant moeten ze het oordeel van God uitvoeren: want wij gaan deze plaats verwoesten (Gen. 19 : 13). Aan de andere kant komen ze om Lot te waarschuwen en te sparen:

en toen hij talmde, grepen de mannen hem en zijn vrouw en zijn beide dochters bij de hand, omdat de Here hem wilde sparen, en leidden hem uit en brachten hem buiten de stad.

In Genesis 19 kunnen we mooi zien dat de Heere de dienst van de engelen gebruikt. Vergelijk bijvoorbeeld maar eens de verzen 22 en 24. In vers 22 zegt de engel dat hij niets kan doen (nl. niet verwoesten, AS), terwijl in vers 24 gezegd wordt dat het de Heere is die de stad verwoest. Een tegenstrijdigheid? Nee, de Heere doet het door (de dienst van) zijn dienaren.

Engelen

We hebben zojuist iets geleerd over de engelen die in de Bijbel cherubs genoemd worden. Hoe zit het met de engelen bij Sodom en Gomorra? In de Bijbel worden ze niet aangeduid met een speciale naam. Deze keer kunnen we wel naar de betekenis van het woord engel kijken. Het Hebreeuwse woord voor engel (malaak) betekent bode of boodschapper. Het woord engel zegt ons dus iets over de taak van deze engelen. Ze zijn boden van God. Ze handelen niet op eigen initiatief, want een bode wordt altijd gezonden. Ze worden gezonden door God zelf. Ze brengen Gods boodschap aan de mensen. Zo ook bij Sodom en Gomorra waar ze spreken en handelen in Gods naam.

We hebben nog maar twee gedeeltes uit het Oude Testament bekeken: Genesis 3 en Genesis 19. Toch weten we uit deze twee gedeeltes al veel over engelen.

Wie alleen Genesis 3 leest, zegt dat engelen verschijnen in een blinkende gestalte en met een flikkerend zwaard. Wie alleen Genesis 3 leest, zegt dat engelen alleen waken en door middel van hun verschijning prediken. Wie alleen Genesis 3 leest, weet niets af te leiden uit de naam cherubs. Daarmee wordt een stuk kennis over het werk en wezen van de engelen gemist.

Wie naast Genesis 3 ook Genesis 19 leest, weet al veel meer. Wie Genesis 19 heeft gelezen, weet dat engelen ook in de gedaante van een man kunnen verschijnen. Die weet dat engelen handelen en spreken in Gods naam. Die weet dat engelen boden van God zijn.

Zie je hoe belangrijk het is om de hele Bijbel te kennen en alles in het juiste verband te kunnen lezen? God openbaart door de hele Bijbel heen.

Laten we gauw verder lezen en leren!

Jacob

We lezen verder in Genesis 28. Isaäk zendt Jacob naar Paddan-Aram om een vrouw te zoeken. Onderweg krijgt Jacob een droom in Bethel.

Toen droomde hij, en zie, op de aarde was een ladder opgericht, waarvan de top tot aan de hemel reikte, en zie,engelen Gods klommen daarlangs op en daalden daarlangs neder. (Gen. 28 : 12).

De engelen vormen hier de verbinding tussen hemel en aarde. Want bovenaan de ladder staat de Heere God zelf. Hij belooft Jacob met hem mee te gaan en hem te bewaren overal waar hij gaat. Ja, de Heere zal Jacob veilig terugbrengen in Kanaän (vers 15).

Kunnen we hier ook wat leren over de engelen? Of moeten wij niet te veel zoeken achter de engelen die op en neer gaan op de ladder? Ds. J. Meijer verbindt dit gedeelte met Psalm 91. We lezen in die psalm over het vertrouwen op God dat we mogen hebben in gevaren. Dan lezen we ook weer over de engelen. Kijk maar eens mee in vers 11:

want Hij zal aangaande u zijn engelen gebieden, dat zij u behoeden op al uw wegen; op de handen zullen zij u dragen, omdat gij uw voet niet aan een steen stoot.

God belooft bij Bethel aan Jacob om hem te bewaren. Daarvoor wil Hij de dienst van zijn engelen gebruiken.

Engelen, dienstknechten van de allerhoogste God. Gezonden, niet alleen om te bewaken of Gods boodschap te brengen. Maar ook om Gods kinderen te bewaren. Dat mag voor ons ook gelden vandaag de dag. De engelen zijn dicht bij ons. Dat mag een troost zijn, dat zagen we al in het eerste artikel. Het is ook een extra aansporing om te leven naar Gods wil. Niet alleen God en de mensen zien wat wij doen. Ook de engelen weten ervan. Zij zijn immers door God aan onze zijde gesteld?!

We keren nog even terug naar Genesis. Nu naar hoofdstuk 32. Jacob is met zijn beide vrouwen en kinderen weer op weg naar Kanaän. Weer komt Jacob engelen tegen. Lees maar eens mee in vers 1 en 2:

Ook Jacob ging zijns weegs, en engelen Gods ontmoetten hem. Toen hij hen zag, zeide Jacob: Dit is een leger Gods. Daarom noemde hij die plaats Machanaïm.

De engelen vormen samen een leger. Een leger in dienst van God. Wat de taak van de engelen hier is, is niet makkelijk te bepalen. De Bijbel doet er verder geen mededelingen over. Sommige uitleggers (o.a. ds. Aalders) zijn van mening dat de Heere Jacob hier wil bemoedigen. Hij hoeft niet bang te zijn voor Esau, want Hij heeft immers beloofd Jacob te bewaren. Dat wil Hij doen door middel van zijn engelenleger.

Ds. J. Meijer geeft op grond van de Hebreeuwse tekst en de context een andere uitleg, die de moeite waard is om hier te noemen. Het leger engelen staat hier als een soort grenswacht bij het land Kanaän. De Here wil Jacob met deze engelenverschijning zeggen dat het land Kanaän niet vanzelfsprekend weer voor hem openligt. De Heere heeft Jacob de belofte van Kanaän en een groot volk gegeven. Maar tot nu toe heeft Jacob deze dingen proberen te krijgen door list en bedrog. Er is daarom bekering nodig bij Jacob. Hij moet leren het van de Heere alleen te verwachten. O nee, de engelen komen hier niet met vijandige bedoelingen. Het gaat hier om Jacobs heil. Eerst moet Jacob zich bekeren, dan pas kan de zegen komen in de vervulling van de belofte. Jacob heeft dat niet direct gezien. Pas na zijn strijd met de Heere zelf lijkt hij de boodschap te hebben begrepen.

Tot slot

We hebben pas een paar hoofdstukken uit de Bijbel bekeken. Toch hebben we alweer veel mogen leren over engelen. Dat niet alleen. We mogen daarbij ook zien hoe God werkt en Zich openbaart. Naast een les over de engelen dus ook een stukje Bijbelse geschiedenis.

De volgende keer willen we hiermee verder gaan. Dan gaan we het voor de tweede keer hebben over engelen in het Oude Testament.