Profeten in dienst van God


Samaria belegerd en verlost

De vorige keer hebben we gelezen over de Syriërs die op zoek waren naar Elisa. We lazen dat de HERE Elisa beschermt voor het leger en hoe het leger in Samaria kwam. Koning Benhadad van Syrië kreeg een waarschuwing dat met de HERE niet te spotten valt. Maar de koning heeft nog niet genoeg geleerd. Hij maakt nieuwe plannen om Israël in z’n macht te krijgen. Hoe hij dat doet en wat er nog meer gebeurt, lezen we deze keer. Het verhaal staat in 2 Koningen 6 : 24 – 7 : 20. Lees maar mee …

Het leger van koning Benhadad belegert Samaria

Benhadad, de koning van Syrië, gaat met zijn hele leger naar Samaria. Ze belegeren de stad zodat niemand meer uit de stad kan. Daardoor is er al snel niet meer genoeg te eten in de stad. De mensen in Samaria krijgen honger. Al gauw is het gewone eten op. Er zijn geen schapen, geiten, koeien en graan meer om op te eten. Daarom gaan de mensen in Samaria bijvoorbeeld een ezelskop en duivenmest eten. Voor dit eten moet ze veel geld betalen.

Op een dag staat koning Joram op de dikke muur van Samaria. Er komt een vrouw naar hem toe die roept: ‘Help me, koning!’ De koning wordt boos op de vrouw en geeft de HERE de schuld van alle ellende die er is in Samaria. De koning spot met de HERE als hij zegt: ‘De HERE helpt u niet eens, waarmee zou ik u dan kunnen helpen?’ Dat is erg, de koning heeft er geen vertrouwen in dat de HERE kan helpen.

De koning ziet dat de vrouw wanhopig is en vraag wat er is. Dan vertelt de vrouw een afschuwelijk verhaal.

Lees maar … ‘Een vrouw zei tegen mij: “Laten we vandaag jouw zoon opeten, dan zullen we morgen mijn zoon eten”. Nu hebben we mijn zoon opgegeten, maar toen ik de volgende dag zei: “Laten we nu jouw zoon opeten”, had ze haar zoon verstopt.’

De koning vind dit verhaal zo verschrikkelijk dat hij gaat rouwen. Hij scheurt zijn mantel en draagt daaronder een zak. Op die manier kunnen de mensen zien dat de koning rouwt.

De koning is woedend om alles wat er gebeurt. Hij geeft God van alles de schuld. De koning vergeet dat zijn ongeloof de oorzaak is van alle ellende en niet God! Daarom geeft de koning de opdracht om Elisa te doden. Elisa was immers de profeet van God.

De boodschap van Elisa

Maar Elisa wordt niet gedood. Hij zegt: ‘Luister naar het woord van de HERE. Dit zegt de HERE: Morgen om deze tijd zal een maat meelbloem voor één sikkel verkocht worden en twee maten gerst voor één sikkel. Dit zal gebeuren in de poort van Samaria.’ 1 sikkel is ongeveer 90 eurocent. De mensen konden daar heel veel broden van maken.

Het eten zal dus weer goedkoop worden. Hoe kan dat nu als er nog zo’n hongersnood is? Een hoofdman die bij de koning staat spot met de HERE. Hij zegt: ‘Dan moet de HERE wel vensters in de hemel maken. Denk je nu werkelijk dat het mogelijk is wat je zegt?’

Elisa profeteert dat de hoofdman wel zal zien dat het eten in de stad komt, maar dat hij er zelf niet van zal eten.

De vier melaatsen

Buiten de stad Samaria lopen vier melaatse mannen. Ze mogen de stad niet in omdat ze ziek zijn. Maar ze hebben zo’n honger en niemand brengt hun te eten. Ze zijn aan het overleggen. ‘Als we hier blijven dan sterven we, als we in de stad mogen dan sterven we vast ook. Laten we naar het leger van de Syriërs gaan. Daar hebben ze wel eten en kunnen we misschien blijven leven.’

De vier melaatsen gaan op weg naar het leger van de Syriërs. Voorzichtig sluipen ze naar de tenten toe. Maar wat is dat nu? De melaatse mannen horen wel vee, maar horen en zien geen soldaten. Ook de tenten zijn leeg! Hoe kan dat nu? De HERE heeft een wonder gedaan. Het leger van de Syriërs heeft die nacht het lawaai van een groot leger, met wagens en paarden, gehoord. Het hemelse leger van de HERE. De Syriërs hebben tegen elkaar gezegd, dat dit vast het leger van Israël was, dat hulp had gekregen van de koningen van de Hethieten en van Egypte. In paniek waren ze gevlucht en hadden alle spullen achtergelaten. De vier melaatse mannen eten en drinken van wat ze vinden in de tenten en daarna nemen ze zilver, goud en kleren mee en verstoppen dat.

Toch vinden ze het niet goed wat ze doen. Ze willen het volk Israël laten delen in deze blijde dag! Daarom gaan ze terug naar Samaria om aan de koning te vertellen dat de legerplaats van de Syriërs helemaal leeg is en er dus ook een einde aan de hongersnood is gekomen.

Is het echt waar?

Koning Joram gelooft niet dat de Syriërs weg zijn. Dat is erg! Hij gelooft dus niet dat de HERE de stad gered heeft! Een raadgever stelt voor om een aantal mensen op pad te sturen om te controleren of het waar is wat de melaatse mannen gezegd hebben.

Twee wagens met paarden gaan op pad. Ze ontdekken al snel dat het echt waar is. Overal langs de weg liggen soldatenkleren en andere voorwerpen. De Syriërs zijn echt gevlucht!

Als de mannen weer bij de koning komen, vertellen ze wat ze gezien hebben. De koning geeft het volk toestemming om naar de tenten van de Syriërs te gaan om daar eten en drinken weg te halen en te verkopen in de poort van Samaria.

De profetie van Elisa en de hoofdman

Veel mensen willen door de stadspoort. Daarom is het daar erg druk. De hoofdman moet de orde bewaren bij de stadspoort. Het is dezelfde hoofdman die spotte met de woorden Elisa.

De mensen trekken zich niets van de hoofdman aan en willen zo snel mogelijk bij de tenten van de Syriërs zijn. Door de drukte valt de hoofdman op de grond. De mensen lopen over hem heen zodat hij sterft. De hoofdman heeft gezien dat er meel en gerst uit de tenten van de vijand werd gehaald. Ook zag hij dat het eten werd verkocht. Hij heeft het gezien, maar er niet van gegeten! Precies zoals de profeet Elisa heeft geprofeteerd.

De stad Samaria wordt door de HERE gered!

Let op!

De stad Samaria werd belegerd door de Syriërs. In de stad was een erge hongersnood. De HERE zorgde voor redding. Hij zorgde ervoor dat de Syriërs op de vlucht gingen. Hij zorgde ervoor dat de mensen in Samaria weer eten kregen. Dat is de genade van de HERE!

De profeet Elisa had het al geprofeteerd. Dat Woord moest worden geloofd door het volk Israël. De hoofdman spotte met het Woord van God en daardoor stierf hij. De hoofdman had het Woord van God moeten geloven!

Vandaag is het nog steeds hetzelfde: alle dingen gaan zoals de HERE ons vertelt in de Bijbel. Daarom is het zo belangrijk dat we blijven lezen in de Bijbel en dat we goed luisteren in de kerk. Dan leren we de HERE kennen. Ook weten we dan goed hoe we moeten leven naar de wil van de HERE. We moeten het Woord van God bewaren! Zullen we dat goed onthouden?!