Profeten in dienst van God


In het vorige artikel hebben we gelezen dat Naäman werd genezen. Hij had zich 7 keer ondergedompeld in de Jordaan. De melaatsheid was verdwenen! Naäman bedankte Elisa daarvoor en wilde geschenken geven. Dat wilde Elisa niet. Gehazi zorgde er op een leugenachtige manier voor dat hij de geschenken wel kreeg. Gehazi werd toen melaats. We lezen nu verder over de zoektocht van de Syriërs. Ze zijn op zoek naar Elisa. Dit verhaal staat in 2 Koningen 6:8 – 23. Lees maar mee...

Het plan van koning Benhadad mislukt


Koning Benhadad van Syrië is het land Israël binnengevallen. Ze willen het land innemen en over het volk heersen. Samen met de generaals bedenkt hij een plan. In het geheim wordt een plaats afgesproken. De plaats waar ze het leger van koning Joram van Israël, in de val gaan lokken. Elisa weet dat de Syriërs zich verstopt hadden. Hoe kan Elisa dat nu weten? De HERE heeft dit aan hem verteld. Daarom waarschuwt hij koning Joram: ga niet naar die plaats want daar wachten de Syriërs!
De spionnen van koning Joram ontdekken dat het klopt wat Elisa zegt. Daarom laat de koning het leger van Israël langs een andere weg gaan. Dit gebeurde niet één keer. Nee, een aantal keren probeert het leger van Syrië Israël in de val te lokken. En elke keer hoort koning Joram van Elisa naar welke plaats hij niet moet gaan. Elke keer vertelt de HERE aan Elisa waar de Syriërs de val hebben uitgezet.

De HERE beschermt Elisa


Koning Benhadad is er van overtuigd dat er een verrader moet zijn bij het leger van Syrië. Iemand moet toch telkens de plannen van de koning verraden? Een officier weet het antwoord: Er is geen verrader. Elisa, de profeet van Israël, die weet wat de koning in het geheim aan het leger vertelt. De koning geeft het bevel om Elisa te gaan zoeken. Ze moeten hem gevangennemen. Al gauw weten ze waar Elisa is. Elisa is in het stadje Dothan. Een stadje midden op een heuvel. Een grote troep soldaten omsingelt Dothan. ’s Morgens ontdekt de knecht van Elisa dat de stad omsingeld is met een groot leger, wagens en paarden. Vlug gaat hij naar Elisa en vertelt angstig wat hij gezien heeft. De knecht vraagt: “Wat moeten we nu toch doen?” Moeten we vluchten? Of is het beter om te verstoppen? Elisa stelt de knecht gerust. “Wees maar niet bang” zegt Elisa, “want die bij òns zijn, zijn veel meer dan zij daar. De knecht vindt dat het wel een raadsel lijkt wat Elisa zegt. Hij weet niet wat Elisa daarmee bedoelt. Elisa bidt tot de HERE of Hij de knecht wil laten zien wat hij bedoelt. Het gebed wordt verhoord. De knecht weet nu wat Elisa bedoelde. De HERE laat aan de knecht zien wie Elisa beschermen tegen het Syrische leger. De knecht ziet iets wonderlijks! Rondom de heuvel staat nòg een groot leger. Een leger van engelen, met vurige paarden en wagens. Dit leger is door de HERE gestuurd om Elisa te beschermen! De HERE zorgt voor Elisa!

Het leger van Syrië in Samaria


Het leger van Syrië komt steeds dichter bij de stad Dothan. Het leger van engelen krijgt van de HERE niet de opdracht om de vijanden tegen te houden. Nog even en het lijkt alsof Elisa gevangen wordt genomen... Maar dan bidt Elisa. Hij vraagt aan de HERE of hij het leger blind wil maken. Nee, niet blind zodat ze helemaal niets meer zien. Elisa vraagt of de HERE ervoor wil zorgen dat ze hem niet herkennen. De HERE verhoort opnieuw het gebed van Elisa! En wat doet Elisa nu? Hij gaat zelf naar het leger van Syrië toe. Hij vertelt het leger dat ze bij de verkeerde stad zijn. Ook legt hij het leger uit hoe ze bij de man moeten komen die ze zoeken. Het leger van Syrië herkent Elisa niet. Een wonder van de HERE! Elisa loopt voor het leger uit en hij brengt het leger in Samaria waar ook koning Joram met zijn leger is. En dan opent de HERE de ogen van het leger van Syrië. Ze ontdekken dat ze midden in Samaria staan. Dat is bijzonder!

Teruggestuurd!


Koning Joram van Israël vraagt aan Elisa of zijn leger het leger van Syrië mag neerslaan, doden dus. Dat kunnen ze nu gemakkelijk doen. Maar dat mag niet van Elisa.
Waarom niet? Om die vraag te beantwoorden moeten we een paar zaken bedenken. Ten eerste wil de HERE Zich kennelijk barmhartig tonen aan deze gevangen genomen soldaten. Dat gold niet de volken die uit Kanaän verdreven moesten worden, want die moesten wel allemaal gedood worden (Deut. 20: 10-18). Maar tot die volken horen de Syriërs niet.
Verder waren ze niet gevangenen van koning Joram, maar van de HERE Zelf. De HERE had op deze wijze Zijn trouwe profeet Elisa bewaard. Elisa doet nu wat de HERE hem aangeeft: goed zijn voor deze mannen. Hij geeft koning Joram de opdracht: Geef het Syrische leger brood en water. Laat ze dan weer terug gaan naar koning Benhadad.

Koning Joram doet wat Elisa zegt. Hij maakt een maaltijd klaar voor het leger van Syrië en daarna vertrekt het leger. Zo komt het leger zonder Elisa bij koning Benhadad terug.
De Syriërs hebben van Elisa een lesje geleerd. Ze kregen een waarschuwing dat er met de HERE niet te spotten valt! Maar koning Benhadad heeft nog niet genoeg geleerd. Hij maakt nieuwe plannen om Israël in z’n macht te krijgen. Hoe dat gaat, lezen we de volgende keer...

Vragen over het Bijbelverhaal. Weet jij het antwoord?
1. Waardoor mislukten de plannen van koning Benhadad steeds?
2. Wie zorgde daarvoor?
3. Wat deed koning Benhadad toen?
4. Wat mocht de knecht van Elisa zien?
5. Hoe kwam het dat de Syriërs Elisa niet gevangen konden nemen?
6. Waar werden ze door Elisa naartoe gebracht?
7. Wat moest koning Joram doen van Elisa?