Profeten in dienst van God


De vorige keer hebben we jullie verteld dat Elia tegen koning Achab moest zeggen dat er een tijd geen regen zou gaan vallen. Het was de straf van God omdat Achab de Baäl diende. De droogte kwam er, en was heel erg voor de dieren maar ook voor de mensen. Elia werd beschermd door de Here. De Here zorgde voor zijn knecht eerst bij de beek Krith en later bij de weduwe van Sarfath. Vandaag gaan we verder met de verhalen over Elia.

Obadja


Het heeft nu drie jaar niet geregend. Het land Israël ziet er vreselijk uit. Bijna al het koren is op, veel vee is gestorven en de mensen leven in hongersnood. Er is te weinig eten en drinken. Achab is gestopt met het zoeken naar Elia, niemand kan hem vinden. Het is nu belangrijker om eten te zoeken voor zijn dieren en voor hem zelf. De knecht van de koning, Obadja, wordt op pad gestuurd om eten te zoeken. Obadja werkt voor de goddeloze koning Achab maar heeft een groot geheim. Obadja heeft in het geheim 100 profeten van de Here verstopt in de bergen. Ze moeten verstopt blijven want anders gaat koning Achab hen allemaal doden. Achab wil niet luisteren naar God en geeft de knechten van God de schuld van de droogte. Obadja zorgt voor deze profeten. Obadja is in het geheim een knecht van de Here. Obadja en Achab gaan nu ieder een kant op om eten te zoeken. Op de reis die Obadja maakt komt hij Elia tegen. Obadja knielt voor Elia. Elia zegt dat hij naar Achab moet gaan om te zeggen dat de profeet Elia weer in het land is. Obadja durft dit haast niet. Stel je voor dat Elia weer weg is als Achab er aan komt! Achab zal Obadja dan doden. Obadja vertelt erbij dat hij 100 profeten heeft verstopt. Als hij wordt gedood dan zullen die 100 profeten van de honger dood gaan. De profeet Elia belooft om op deze plek te blijven totdat Achab er is.

Bijbelse namen


Vul van de onderstaande Bijbelse namen de eerste letter in. Je leest dan van links naar rechts het beroep van Obadja.














a
n
n
a
b
a
d
j
a
i
l
e
m
o
n
a
r
i
a

d
a
m
c
h
a
b
u
t
h

i
m
s
o
n
o
r
n
e
l
i
u
s
i
z
k
i
a
b
r
a
h
a
m
e
a

a
ï
n


Achab


Achab ziet na al die tijd de profeet Elia weer voor het eerst. ´Bent u daar eindelijk, u die Israël in het ongeluk heeft gestort!’ Elia geeft als antwoord dat hij niet de schuldige is. Koning Achab is zelf de schuldige. Hij laat het volk de Baäl dienen, daarom is de Here boos. De droogte is een straf van God. Elia zegt dat Achab de baälpriesters moet verzamelen bij de berg de Karmel. Elia zal daar ook zijn. We zullen daar zien wie de echte God is!

De Karmel


Bij de Karmel hebben zich veel mensen verzameld. Zij willen wel eens zien wat er gaat gebeuren! Elia stelt voor om twee offers te brengen. Twee stieren worden geslacht en op een altaar gelegd. Maar beide offers worden niet met vuur aangestoken. Het offer voor Baäl moet door Baäl worden aangestoken met vuur, en het offer voor de Here door de Here. Het offer dat echt brandt is van de echte God. De priesters van Baäl vinden dit een goed idee. Zij geloven dat Baäl hun zal helpen. Ze maken een mooi altaar en leggen de stier erop. Ze gaan daarna bidden tot Baäl. Ze vragen om vuur, maar er gebeurt niets. Ze schreeuwen, dansen, hinkelen en doen zich zelf pijn om Baäl te roepen. Ze gaan al gekker doen maar er gebeurt niets met het offer. Na een paar uur zegt Elia dat hij nu mag, het duurt veel te lang. Elia maakt zijn altaar van 12 stenen, net zoveel als de 12 stammen van Israël. Hij legt een stier erop en laat water over het altaar gieten. Dit lijkt niet erg verstandig want als iets nat is brandt het niet goed. Elia laat er drie keer water over heen gooien. Het water drupt eraf, er komt zelfs een soort slootje vol water omheen te staan. Daarna gaat Elia bidden tot God. Hij vraagt eerbiedig aan de Here om vuur. Hij vraagt of de Here al deze mensen wil laten zien dat Hij echt God is. Na dit eerbiedige gebed schiet er vuur uit de hemel. Het offer staat in brand. De Here geeft vuur en laat zien dat Hij alleen God is! Al de mensen die er omheen staan zien wat er gebeurt en knielen voor God. Elia laat de Baalpriesters gevangen nemen en doden. Zij vertellen de mensen geen goede dingen.
Hierna gaat Elia bidden tot God om regen. Hij laat zijn knecht de berg op lopen om te kijken of er al een wolkje te zien is. Dit gebeurt zes keer. Elke keer is er nog niets te zien. Pas bij de zevende keer ziet de knecht een wolkje. Eindelijk is er weer regen! Na drie jaar breekt er een betere tijd aan. Wat zijn de mensen blij. Wat is koning Achab opgelucht!
Nu verwacht je vast dat Achab bekeerd is en nu de Here gaat dienen. Dit is helaas niet zo. Achab blijft ongehoorzaam. Zelfs na zo´n groot wonder wil Achab niet luisteren!

Kerk


De Kerk in de tijd van Achab was erg klein. Er waren nog maar 7000 mensen die de Here dienden! Eigenlijk leek het alsof er helemaal geen kerk meer was. Iedereen diende de Baäl. In onze tijd is het net zo. De Kerk is nu ook klein. Er wonen miljoenen mensen in Nederland maar kijk zondags maar eens om je heen, dan zie je dat er maar weinig mensen de Here willen dienen. Sommige gemeenten hebben maar 30 of 40 leden! De Kerk lijkt niet meer te bestaan voor de mensen in de wereld. Toch blijft de Here voor Zijn Kerk zorgen. Net als in de tijd van Achab. Ook blijft de Here voor Zijn Kerk zorgen als het nog moeilijker in Nederland wordt om de Here te dienen. Misschien worden er over een paar jaar dingen verboden in Nederland. Misschien mogen we dan geen Gereformeerd onderwijs meer geven of naar de kerk gaan. In de Bijbel zegt de Here dat de Kerk aan het einde van de wereld, op de jongste dag, nog maar heel klein zal zijn. De Kerk is nu al klein, maar kan nog wel eens veel kleiner worden. Als dat gebeurt dan moet je maar goed onthouden dat de Here voor Zijn kerk blijft zorgen tot het einde aan toe. De Here is een trouwe Verbondsgod. Hij blijft zorgen voor Zijn verbondskinderen. Tot aan de jongste dag!

Gebed


Elia bad om regen en God gaf het. Bidden is heel belangrijk in het leven van gelovigen. Lees maar in Jakobus 4: 16-18. Vul de volgende woorden in: kracht, vrucht, hemel, mens, bidt, drie.
16. Belijdt daarom elkander uw zonden en ........ voor elkaar, opdat gij genezing ontvangt. Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er ...........aan verleed wordt.

17. Elia was slechts een ......... zoals wij en bad een gebed, dat het niet regenen zou, en het regende niet op het land, ........ jaar en zes maanden lang.

18. En hij bad opnieuw, en de ........... gaf regen en de aarde deed haar ........... uitspruiten.