Profeten in dienst van God


De vorige keer hebben we verteld over Elia en het offer op de Karmel. De Here God heeft laten zien dat Hij de enige echte God is. Hij heeft vuur uit de hemel gegeven. Vandaag willen jullie vertellen over de profeet Elia die naar Achab wordt gestuurd omdat Achab een wijngaard heeft afgepakt. Ook vertellen we jullie over het einde van het leven van de profeet Elia.

De wijngaard


Naboth, een man in de plaats Jizreël, heeft een wijngaard. Daar verbouwt hij druiven. Van die druiven maakt hij wijn. Zijn wijngaard ligt naast de tuin van koning Achab. Koning Achab heeft een grote tuin bij zijn paleis. Op een keer wandelt hij in die tuin en vindt zijn eigen paleistuin eigenlijk te klein. Hij wil een moestuin hebben, waar kan hij die maken? Dan ziet hij de tuin van Naboth. Dat is een mooie tuin en het ligt op een handige plek, vlak naast zijn eigen tuin! Hij gaat naar Naboth toe en vraagt of hij de tuin mag kopen. Naboth kan dan met dat geld wel een andere tuin kopen. Naboth wil dit niet. Hij legt het aan de koning uit. Naboth kan het niet verkopen want deze grond heeft de Here God zelf aan zijn familie gegeven. Het is familiebezit en dat moet het ook blijven. De Here heeft toen de Israëlieten in het land Israël kwamen wonen iedere stam een eigen stuk grond gegeven. Deze grond is van de stam en van de familie van Naboth. Het moet ook in de familie blijven. Koning Achab is heel boos om dit antwoord. Hij wil die tuin graag hebben en heeft niets te maken met Gods regels. Hij gaat boos naar huis en gaat op bed liggen. Hij wil niet eten, hij gedraagt zich als een boos kind.

Izebel


Koningin Izebel snapt niet waarom Achab zo boos is, hij is toch de koning! Hij kan toch krijgen wat hij wil? Ze bedenkt een plan. Ze schrijft een brief naar de mensen die recht spreken. In die brief schrijft ze valse beschuldigingen over Naboth. De rechters lezen dit en gaan over Naboth recht spreken. Ze zoeken getuigen die leugens over Naboth vertellen en stenigen Naboth. Naboth wordt dus onschuldig ter dood veroordeeld!
Izebel is blij dat het gelukt is. Ook Achab is blij dat hij nu eindelijk zijn tuintje heeft. Hij geniet van het maken van plannen. Wat zal hij in de tuin planten? Terwijl hij hier mee bezig is komt er een man op hem af. O nee, Elia! Elia heeft een boodschap voor koning Achab. ‘Op de plaats waar de honden het bloed van Naboth oplikken daar zullen ze ook uw bloed op likken, moordenaar!’
Ook Izebel zal gedood worden en in stukken gescheurd worden! Deze profetie van Elia is uitgekomen. De straf van God kan niemand ontlopen. Ook koning Achab en koningin Izebel niet!

Psalm 135


Achab en Izebel dienen de Baäl. Baäl is een afgod. Psalm 135 zegt iets over de afgoden.
Zoek in de woordzoeker acht woorden op. Vul ze in, in het stukje tekst uit Psalm 135.
a
f
g
o
d
e
n

d
s
o
g
n
i
e

e
l
u
e
o
d
i

m
a
d
n
m
xx
z


15. De .......... van de heidenen zijn van zilver
en van ............., het werk van mensenhanden.
16. Zij hebben een ............ maar spreken niet
Zij hebben .............., maar ............... niet.
17. Zij hebben oren maar horen niet
Ook is er geen ................... in hun mond
18. Wie hen maakten, zullen worden ..... zij
Allen ....... op hen vertrouwen.


Elia’s werk is klaar


Elia heeft aan het eind van zijn leven de opdracht gekregen om Elisa te zalven. Elisa zal na hem de profeet van de Here zijn. Elisa heeft zijn familie verlaten en gaat nu met Elia mee. Als Elia weet dat zijn werk nu bijna is afgelopen wil hij afscheid nemen van Elisa maar Elisa wil nog geen afscheid nemen. Hij wil met Elia mee gaan. Tot drie keer toe zegt Elia dat Elisa nu maar achter moet blijven, maar elke keer wil Elisa nog verder mee. En dus reizen ze samen verder richting de Jordaan. Op een afstand volgen ook nog profeten. Zij willen zien wat er gaat gebeuren. Als Elia en Elisa bij de Jordaan komen, kunnen ze er niet over want er is geen brug. Elia doet zijn mantel uit en rolt hem op. Hij slaat ermee op het water. En dan komt er een pad door de Jordaan! Elia en Elisa kunnen dwars door de Jordaan. Als ze aan de overkant zijn, vraagt Elia aan Elisa of hij nog een wens heeft. Elisa wil graag net zo wijs en verstandig zijn als Elia. Zodat hij precies weet wat hij de mensen moet vertellen over God. Elia weet niet zeker of die wens ook vervuld zal worden. Als Elisa Elia omhoog ziet gaan naar de hemel dan zal zijn wens vervuld worden. Even later breekt er een storm uit en komen er bliksemschichten. Er komen paarden en een wagen van vuur uit de hemel. Elia stapt in de wagen. De paarden en de wagen van vuur gaan naar de hemel. Elisa ziet Elia naar boven gaan. En weet dat zijn wens vervuld is. Als hij niets meer van Elia ziet draait hij zich om en begint aan de terugweg. Hij ziet de jas van Elia op de grond liggen en neemt hem mee. Als hij weer bij de Jordaan is doet hij het zelfde als hij Elia zag doen. Hij slaat met de jas op het water en er komt een pad door de Jordaan. Elisa kan er doorheen. Als de profeten zien dat Elisa alleen is gaan ze Elia nog zoeken. Maar ze vinden hem nergens. Nee, dat kan ook niet, Elia is naar de hemel gegaan naar God de Vader. Zijn werk op aarde is voorbij.

De verheerlijking op de berg


In de Bijbel lezen we dat Elia nog één keer naar de aarde is gekomen. Lees maar in Lucas 9: 28-36. Zoek de goede antwoorden bij de vragen. Zet de letters in de goede volgorde. Welk woord lees je? (Wanneer was Elisa dit denk je?)
1. Welke discipelen gingen met Jezus mee naar de berg?
d) Ze sliepen.

2. Wat veranderde er toen Jezus aan het bidden was?
i) Een wolk

3. Wie spraken met de Here Jezus.
e) Een stem.

4. Wat deden de discipelen toen?
v) Johannes, Jakbus en Petrus

5. Wat wilde Petrus opzetten voor de mannen?
t) Van de Here God.

6. Wat kwam er uit de lucht toen Petrus die zei.
e) Zijn gezicht en Zijn kleding.

7. Wat kwam er uit die wolk?
g)Aan niemand.

8. Van Wie was die stem?
r) Mozes en Elia

9. Wat zei de stem?
r) Drie tenten.

10. Aan wie vertelden de discipelen dit verhaal?
i) Dit is mijn Zoon.