Wie onrecht doet, laat hij nog meer onrecht doen. En wie vuil is, laat hij nog vuiler worden. En wie rechtvaardig is, laat hij nog meer gerechtvaardigd worden. En wie heilig is,
laat hij nog meer geheiligd worden.
Openbaring 22:11
Met deze woorden zijn wij toegekomen aan het slot van de Openbaring en daarmee van de hele Bijbel. Ook nu mogen wij met Johannes de hele geschiedenis van Gods heil overzien.
Aan het begin daarvan staat de zogenaamde moederbelofte. Na de zondeval in het paradijs stelde de Heere de antithese tussen de slang en de vrouw, tussen slangenzaad en vrouwenzaad.
Die antithese gaat de hele geschiedenis door en eindigt in de komst van de nieuwe hemel, maar tegelijkertijd ook van de voltooide hel.
Heel de geschiedenis van die oorlog wordt gekenmerkt door Gods lankmoedigheid. Dat betekent: langzaam tot toorn.
Op allerlei plaatsen lezen wij over die lankmoedigheid. Zo zegt de HEERE tegen Abraham dat Hij wacht met Zijn oordeel over de Amorieten, ook al moeten daardoor de Zijnen ook wachten met het ingaan in het beloofde land. En waarom is dat zo? Omdat, zo zegt de HEERE: de maat van de ongerechtigheid van de Amorieten is tot nu toe niet vol, Gen.15:16.
Die lankmoedigheid van de HEERE, dat wachten met Zijn oordeel, duurt nog steeds voort.
Dat heeft Christus ons duidelijk gemaakt in de gelijkenis van het onkruid tussen de tarwe. Die moeten beiden samen opgroeien tot de dag van de oogst, want dan wordt het verschil tussen onkruid en tarwe duidelijk, doordat alleen de tarwe vrucht draagt. De goddelozen worden nu nog met rust gelaten tot de dag van de wederkomst van Christus en van Zijn oordeel.
Maar dat wil niet zeggen dat er intussen niets zou gebeuren. Dit vindt er plaats: de antithese wordt steeds meer zichtbaar.
Onze tekst zou vertaald moeten worden overeenkomstig de Griekse tekst, die hier viermaal de gebiedende wijs heeft: die onrecht doen, moeten nog meer onrecht doen en degenen die vuil zijn, moeten nog vuiler worden.
Dat is Gods rechtvaardig oordeel waar Paulus over schrijft in Romeinen 1. De gerechtigheid van God wordt openbaar in de verharding in de zonde, doordat de Heere de zondaar overgeeft in een steeds meer zondigen.
Op het eerste gezicht is Zijn toorn niet te zien - eenzelfde lot treft de rechtvaardigen en de onrechtvaardigen (Psalm 73), ja de vromen hebben het zelfs nog moeilijker dan de goddelozen. Maar vergis u niet, zegt de Heere. Immers, zo zegt Hij tegen de goddeloze: gij vergadert voor uzelf toorn als een schat tegen de dag van de toorn en van de openbaring van het rechtvaardig oordeel van God, Rom.2:5.
Dat is het werk van Christus, want daartoe is Hij ook gesteld: tot een val en een opstanding, opdat de gedachten van het hart openbaar worden.
Zo spreekt Christus dan ook over Zijn werk als het werpen van vuur op aarde. Zijn Woord is een tweesnijdend scherp zwaard.
En daarom schrijft de apostel Paulus aan de verdeelde gemeente te Korinthe dat er zelfs scheuringen moeten zijn, opdat wie beproefd blijken te zijn, in uw midden openbaar komen, 1 Kor.11:19.
Christus waarschuwt ons dan ook voor de verzoekingen van de duivel. Als Hij spreekt over oorlogen en geruchten van oorlogen die aan Zijn komst vooraf zullen gaan, zegt Hij erbij: nog is het einde niet! Matt.24:6. Er zullen verzoekingen komen, zo geraffineerd, dat er niemand behouden zou worden als die dagen niet zouden worden ingekort. Maar zij zullen worden ingekort, zo belooft Hij, Matt.24:22.
De vervulling van al deze woorden zien wij duidelijk in onze eigen tijd.
Onrecht doen is vervolgen: steeds meer maatregelen nemen die gericht zijn tegen christenen en de christelijke beschaving.
Vuiligheid, onreinheid, namelijk de ongebondenheid, dat is zichzelf tot een wet zijn - elke dag worden we ermee geconfronteerd.
Maar dat alles is overeenkomstig het programma van Christus de Koning.
Niemand zal zich kunnen verontschuldigen als Hij gaat oordelen want, zo zei Hij: Als Ik niet gekomen was en tot hen gesproken had, hadden zij geen zonde, maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde, Joh.15:22.
Zo kunnen wij inderdaad Gods lankmoedigheid als zaligheid ervaren.
Want Christus is ook Priester op Zijn troon. Daarom zorgt Hij Zelf ervoor dat zij die rechtvaardig zijn nog meer rechtvaardige daden gaan doen – en zo moet het ook.. En dat zij die heilig zijn nog meer geheiligd worden. Dat bewerkt Hij door Zijn Geest.
Zo kan Zijn kerk in die laatste en zwaarste tijd vol verzoekingen staande blijven. Want Christus heeft overwonnen en ook wij hebben de overwinning, namelijk ons geloof.